Een hartinfarct in de boardroom? Een brandje op de postkamer? Volgens de Arbowet moet iedere werkgever een aantal bedrijfshulpverleners aanwijzen. Trainingsinstituut Ricas zorgt ervoor dat die weten wat hen te doen staat.
Op de gang bij de repro staat een groepje medewerkers druk te praten en te gebaren. Ze wijzen naar de halfopen deur waardoorheen een vlaag vettige, zwartgrijze rook in hun richting waait. Een jonge man drukt op het alarm, een vrouw grijpt de poederblusser. Samen lopen ze in de richting van de brand. Terwijl hij voorzichtig de deur wat verder openzet, bukt zij om de borgpin uit het blustoestel te trekken. Uit een bak die op de grond staat, slaan vlammen van wel een halve meter hoog. Even deinst ze terug voor de hitte. Dan drukt ze kort de handgreep in voor een proefschot: een witte stofwolk stuift over de vloer uiteen. Meteen richt ze de slang op de basis van vlammen. Van voren naar achteren spuit ze met een vloeiende beweging het vuur uit. Ze wist het zweet van haar voorhoofd en zet de brandblusser op de grond. Achter haar klinkt een applausje. “Goed gedaan,” bromt de instructeur van onder zijn snor. “Zie je hoe snel zelfs zo'n groot ding leeg is? Meer dan tien seconden heb je niet.” Acht medewerkers van Achmea zijn in het kader van hun opleiding tot bedrijfshulpverlener een dag op training bij Ricas. “Wie volgt?”
De Arbowet verplicht iedere werkgever een aantal bedrijfshulpverleners aan te wijzen. Hun taak is eerste hulp te verlenen bij ongevallen, branden te beperken en te bestrijden, collega's te alarmeren en te evacueren, en andere hulporganisaties op te roepen aan wie zij vervolgens het werk kunnen overdragen. De vrijwilligers moeten over de ervaring en de uitrusting beschikken die nodig zijn om hun taak naar behoren te kunnen vervullen. Daar hoort bij dat de groep groot genoeg moet zijn, en liefst ook nog een beetje georganiseerd. Aan het niveau van de bedrijfshulpverlener stelt de wet geen formele eisen, maar een EHBO-diploma en een met goed gevolg doorlopen opleiding tot brandwacht zijn wel het minste. En er moet natuurlijk regelmatig worden geoefend. Komt dat er in de praktijk ook van? “De grote jongens hebben hun bedrijfshulpverlening over het algemeen wel voor elkaar,” meent Cor Aalbregt. Hij is sinds begin dit jaar algemeen directeur van Ricas, een van de grootste instituten in Nederland voor risicoadvisering en veiligheidsopleidingen, met vestigingen in Ede, Son en Breugel, Kollum, Ambt Delden en Zoetermeer. “Bij een onderneming als Philips of op een ministerie hebben ze heus wel in de gaten dat veiligheid essentieel is voor de continuïteit van het bedrijf.” Over de situatie in het midden- en kleinbedrijf heeft Aalbregt echter zo zijn twijfels. Daar vormt de bedrijfshulpverlening nog wel eens de sluitpost op de begroting. Als de Ricas-directeur dat kortzichtig vindt, is dat niet alleen uit welbegrepen eigenbelang. Van alle ondernemingen in het MKB die jaarlijks door brand worden getroffen, gaat meer dan de helft failliet. Om nog maar te zwijgen van de schade die zij direct of indirect aan collega-bedrijven berokkenen door zelf onvoldoende maatregelen te treffen.
Dad's army
Elders in de Edese vestiging van Ricas oefent een ploeg bedrijfsbrandweerlieden van een groot concern. De sfeer in de kleedkamer houdt het midden tussen die van een professioneel corps en de televisieserie Dad's Army. Een dikke man zit rood aangelopen op een bankje uit te puffen. Bij de volgende inzet moet een ander maar de rol van commandant spelen, vindt hij. “Even opschieten,” maant de instructeur. “Jullie kunnen elk moment het volgende alarm krijgen.” Ze zijn er nog maar net uit als de telefoon gaat. Er is brand op het binnenvaartschip dat aan de loswal van hun bedrijf ligt. In een oogwenk slaat de landerige stemming om in vastberaden activiteit. De brandwerende pakken worden aangetrokken en de persluchtapparatuur op de rug gehesen. Achter elkaar stormen de zeven mannen en één vrouw de deur uit. In de grote hal is schematisch een schip nagebouwd: een ruim, een machinekamer, een stuurhut. Genoeg om met enige mate van realisme de procedures te trainen die in het handboek staan. Het probleem zit in een grote zeecontainer. In een mum van tijd is er een slang aangesloten en staan twee brandweerlieden met een ferme straal de buitenkant van het stalen gevaarte te koelen.
“Nu oefenen we dit soort dingen nog hier,” vertelt Peter Schut, “maar over een jaar krijgen we op onze nieuwe vestiging in Heerenveen de beschikking over een echt schip van zestig meter. We hebben het net gekocht.” Schut is manager markering en sales bij Ricas en komt uit een familie waar het lidmaatschap van de vrijwillige brandweer van vader op zoon overgaat. Dat praat wel zo makkelijk. “Onze sterke kant is dat we het algemene verhaal over veiligheid kunnen vertalen naar specifieke branches en dat we onze cursisten met de meest uiteenlopende situaties kunnen confronteren.” Als het over bedrijfsveiligheid gaat, zijn er aparte cursussen voor sectoren als de bouw, de zorg, de politie, het onderwijs, de detailhandel, tuincentra en energiebedrijven. Al naar gelang de behoefte van de klant kan er worden geoefend in een nagebouwde woning, een kantoor, een ziekenhuis, een bouwput, een supermarkt, een benzinestation, een cellencomplex of een zwembad. Dat laatste voor het onderdeel 'auto te water'. Om het nog realistischer te maken, kan er een beroep worden gedaan op speciaal getrainde acteurs die buitengewoon overtuigend de rol van slachtoffer kunnen spelen. En vandaag zien we dan misschien vooral oefeningen in brandbestrijding, er worden ook paramedische opleidingen verzorgd, managementcursussen gegeven, en trainingen in het omgaan met agressie, overvallen en bommeldingen.
Slachtoffer Arie
“Eerst om de hals die lap, en dan pas om de romp. Anders maak je een schoorsteen en duw je de vlammen naar het gezicht!” De bedrijfshulpverleners van Achmea krijgen instructie in het hanteren van de blusdeken. Slachtoffer Arie heeft al zo vaak een scheut benzine over zich heen gekregen die vervolgens in de fik werd gestoken, dat hij helemaal zwartgeblakerd is. “Goed zo. En dan leg je hem plat. Meteen als hij ligt druk je de boel goed aan. En weg zijn de vlammen.” De uit metalen banden opgebouwde pop wordt weer op zijn benen gezet. De instructeur wijst de volgende cursist aan hoe die de deken moet vastpakken. “Denk eerst aan je eigen veiligheid. Als jij je fikken verbrandt, kun je voor dat slachtoffer ook niks meer doen. Dus je vouwt de rand van de deken om en daar houd je handen onder. En dan ga je er op af.” Het meisje dat zojuist Arie het leven heeft gered staat nog een beetje beduusd te kijken. “Ik vind dit dus echt hartstikke eng. Stel je voor dat je zo iets thuis overkomt. Ik wil ook zo'n ding in de keuken.”
“Daar doen we het niet voor, maar het is wel een nuttig neveneffect van zo'n cursus,” becommentarieert Cor Aalbregt de reactie van de Achmea-employee. “Brandveiligheid, wie denkt daar aan in het dagelijks leven? Je kunt als individu heel veel doen om problemen te voorkomen en risico's te beperken. Niet alleen op het werk maar ook in de thuissituatie, of als je een avondje gaat stappen.” Aalbregt, een voormalig beroepsofficier, is sinds een half jaar directeur van Ricas. Hij heeft grote plannen met het inmiddels tien jaar bestaande instituut. Liefst zag hij het uitgroeien tot een compleet expertisecentrum waar alle kennis op het gebied van veiligheid wordt gebundeld en waar risicoadvisering en veiligheidsopleidingen hand in hand gaan. “Daar is grote behoefte aan,” weet hij. “In het verleden was veiligheid nog wel eens het kind van de rekening als een ondernemer zijn sommetjes maakte, maar de tijd dat je daarmee wegkwam, is voorgoed voorbij. Enschede, Volendam, New York – dat draagt er allemaal toe bij dat het veiligheidsbewustzijn op een hoger plan komt.” De Ricas-activiteiten groeien mee. Omdat veiligheidsvraagstukken steeds complexer worden, onstaat er ook behoefte aan hoger opgeleide deskundigen. Het HBO-niveau lonkt: de toekomst is aan de Master of Disaster.
400.000 bedrijfshulpverleners
Volgens ramingen van Berenschot zouden er in Nederland zo'n 400.000 bedrijfshulpverleners moeten rondlopen. Ricas leidt er jaarlijks ruim 30.000 op. Dat zijn dan vooral hoofden BHV en ploegleiders.
De managementcursussen die Ricas verzorgt, gaan over onderwerpen als:
crisismanagement
crisiscommunicatie
Arbo-coördinatie
leiderschap
management van post-traumatische stressverwerking
Andere grote spelers op de markt van de bedrijfshulpverlening zijn Risc Fire & Safety Services bv (Rotterdam), Tuin Brandbeveiliging bv (Almere) en het uit het GAK voortgekomen Stator (Utrecht).