De elektrische Twizy staat voor een nieuwe vorm van persoonsvervoer, zegt Renault. MT deed de test.
Als je autorijden opnieuw wil uitvinden met de elektrische rage als aanleiding, doe het dan ook van de grond af aan. Ga niet uit van een auto, maar van de behoefte aan individueel vervoer zoals die zich nu en in de toekomst ontwikkelt. Moet werkelijk iedereen in 1500 kilo staal en kunststof rijden? Wordt die top van 250 en de nul-tot-honderdtijd van zes seconden dagelijks gebruikt? Natuurlijk niet, zegt Renault: de feitelijke mobiliteitsbehoefte en de auto die mensen zo graag wíllen hebben weinig met elkaar te maken.
Renault heeft lef
Het aardige van Renault is dat het met zijn Zero Emission-offensief twee wegen bewandelt: het bouwde een Turkse sedan om tot elektrisch, met de Fluence Z.E. als halfbakken en daarom matig ontvangen resultaat. Tegelijkertijd had het de lef om kort geleden met de Twizy te komen, een tweepersoons stadsrakkertje dat nergens op lijkt, maar heel goed zou kunnen passen bij de behoefte van een jonge generatie die zijn status niet ontleent aan een auto en zich nogal pragmatisch – voornamelijk binnen de stad – verplaatst. Terwijl alle autobouwers ons al jaren om de oren slaan met dergelijke concepten van Urban Mobility, zet Renault hem gewoon in de showroom.
Ceci n-est pas une voiture
Is de Twizy nu wel of niet een auto? Het is in elk geval geen overdekte scooter zoals de BMW C1, want hij heeft vier wielen en twee stoelen achter elkaar. Maar het is ondanks zijn kenteken toch ook geen volwaardige auto, want zijn deuren houden weinig meer tegen dan binnenspattend water en ramen ontbreken, net als bijna al het andere. Met zijn top van 80 kilometer per uur waagt hij zich liever niet op de snelweg, en zeker in de 45-kilometeruitvoering is de Twizy 45 eerder een brommobiel – excusez-le-mot. Wat de Twizy wel is: een kennismaking met een nieuwe manier van voortbewegen, en wel één die bedacht is om dat ook met een brede glimlach uit te dragen: ceci n'est pas une voiture.
Vleugeldeuren
Ons blauw-witte Renaultje is een vrolijk karretje dat vele nekken doet draaien als we ermee in en rond Amsterdam zoeven. Daarbij iedere voorbijganger vertellend: 'zo kan het ook!' Je zou 's ochtends de vleugeldeuren van je Twizy omhoog kunnen laten zwiepen, om plaats te nemen in een prima zittende stoel. Die deuren zijn overigens een optie van 590 euro, die Renault er in de Nederlanden wijselijk standaard bij levert. Ramen staan niet op de optielijst, maar zelfs als je dat zoals wij op één van die vele verregende julidagen doet, houd je het nog redelijk droog. Bij elk stoplicht waaien wat druppels binnen, maar een regenjas zou overdreven zijn. Hoofdbedekking is weer geen overbodige luxe, net als handschoenen (in juli!).
Hotsen en botsen
Rijden in de Twizy is een dolle boel. Vanachter een volwaardig autostuur met stengels boven het karige dashboard gaat de schakelknop in 'D' en de voet op het 'gas'. Vervolgens flitst de kleine met zijn 13 kWh-motortje naar de 50, in de regel sneller dan de verbaasde medeweggebruikers. Met zoeven heeft het weinig te maken: de elektromotor jankt alsof hij Lijn 51 in beweging moet houden, de korte wielbasis, kleine wieltjes en korte veerwegen geven elk putdeksel gevoelig door en elke verkeerdrempel wordt een avontuur. Letterlijk schaterend hotsen en botsen we door het verkeer. Zonder stuur- of rembekrachtiging, gelukkig wel met ruitewissers en een parrot-carkit die ervoor zorgt, dat er muziek uit twee speakers achter ons hoofd blèrt.
Comfortabel
De passagier moet achter de bestuurder kruipen en zit daar, wijdbeens, echt tweede rang, met minder zicht en bewegingsruimte. Maar hij zit droog, met de rug tegen het 'bagagecompartiment' waarin plek is voor een niet al te grote tas. Op 70-kilometerwegen is het allemaal prima te doen, maar rond de top van tachtig kilometer per uur krijgt de wind meer vat op de kleine en wordt het rijden met dit pestweer ronduit onaangenaam. Het is nog nét comfortabel – we zitten gewoon ruim, en nog droog ook – maar ook enerverend. De accu houdt het met gemak 80 kilometer vol, maar onze eigen accu is eerder leeg dan de vier uur stadsverkeer waarvoor dat staat.
Elektra
Binnen de stad is de actieradius van 80 kilometer uit het Litium-Ionpakket van 6,1 kWh voldoende voor een dagje hobbelen. De Twizy is niet geschikt voor snelladen, zodat het vullen van de accu's onder de vloer 3,5 uur vergt. Via het gewone stopcontact met randaarde, waardoor hij niet elke laadpaal lust. Onhandig voor wie niet beschikt over een garage met elektra. De Twizy buiten laten slapen lijkt ons in een stad als Amsterdam sowieso geen goed plan. Wel weer slim dat het laadsnoer in de neus verdwijnt zodra het niet meer nodig is. Gehannes met (natte) kabels is één van de dingen die ons tegenstaat bij elektrokarren.
Is het wat/wat is het?
Is het wat, die Twizy? Hangt af van het antwoord op de vraag: wat is het? Als alternatief voor een klein autootje à la Citroën C1/Toyota Aygo/Peugeot 107 is hij beperkt in zijn mogelijkheden en relatief duur. Renault vraagt 7690 euro voor de kaalste Twizy, en daar moet nog minimaal vijftig euro per maand bij voor de accu, afhankelijk van de contractduur en het aantal kilometers per jaar. Daar staan wel lagere onderhoudskosten tegenover, plus energiekosten van een kwartje per 10 kilometer, een afstand waarvoor een benzine-auto toch al gauw een half litertje nodig heeft. Als alternatief voor een scootertje is de Twizy weer wel veelzijdiger want overdekt en comfortabeler. En inderdaad, twee keer zo duur. Als vervanger van brommobielen als de Aixam zou de tweezitter wat ons betreft wettelijk verplicht moeten worden: het is bijna schandalig, de prijzen waarvoor rijbewijslozen met zo'n lawaaiïge diesel worden afgescheept.
Twizy is Twizy
Maar al met al is het moeilijk om de Twizy in een hokje te plaatsen, laat staan dat hij naar maatstaven van praktisch nut en betaalbare mobiliteit tot een verleidelijk aanbod komt. Hij lijkt, zoals gezegd, nergens op. Maar hij is wel een geweldig speelmobieltje voor erbij. Voor particulieren een derde auto, die weinig plaats inneemt en alleen stroom nodig heeft in ruil voor een boel plezier in de stad. Zakelijk een aandachttrekker en een lollige aanvulling op de vloot. De bijtelling is nul, en dankzij Milieuinvesteringsaftrek MIA en de willekeurige afschrijving van de Vamil is er na die fiscale doucerutjes onderaan de streep een 'korting' van meer dan tien procent van de aanschafprijs.
Lees ook: