Wat ik een grote makke vind, is de afhankelijkheid die kennelijk door p&o-functionarissen wordt gevoeld ten aanzien van de directie. De gepercipieerde afhankelijkheid wel te verstaan.
P&o'ers, ook die waarvan ik weet dat ze een gezonde, kritische instelling hebben, worden klapvee op het moment dat ze met de directeur te maken hebben. Wellicht kom ik in de verkeerde organisaties en is wat ik ervaar niet maatgevend. Laten we het hopen.
Waaruit blijkt dan die – mogelijk alleen door mij ervaren – afhankelijkheid? Natuurlijk uit de manier waarop de p&o'er zich uitdrukt in bijzijn van de directie. Zijn taalgebruik is niet echt vernieuwend, soms een beetje paaiend en bevestiging zoekend bij de woorden van de directeur.
Zo zat ik laatst aan tafel om een plan van aanpak te bespreken met de directeur en de p&o-functionaris. Door toedoen van de p&o'er dreigde het gesprek te verworden tot een monoloog van de directeur. De p&o'er wist namelijk precies hoe de directeur op zijn praatstoel te krijgen. ‘Hoe voelt dit plan voor jou, Piet (= directeur). Wil je dit wel?’, was de uitlokking. Totaal beyond the point want die fase was reeds gepasseerd en het was nu aftikken geblazen. Ik had de grootste moeite deze monoloog die steeds aangewakkerd werd door de p&o'er, tot een gesprek te herleiden. Het is me dan ook niet gelukt. De afspraak is hernieuwd. Dit keer zonder p&o.
Verlossend
De afhankelijkheid komt, in mijn belevenis, ook heel duidelijk naar voren in het non-verbale. In casu de stand van het hoofden en de oogopslag. Het hoofd maakt een knik en heeft een hoek van 45 graden ten opzichte van de romp. Er wordt dus omhoog gekeken, alsof het verlossende woord van boven komt. Dit komt niet krachtig over, integendeel zelfs, het geeft blijk van onderdanigheid.
Dan is er het lachen. P&o'ers glimlachen wat af. Zo zetten zij hun voorzichtige tegenwerpingen – mochten ze een andere mening zijn toegedaan – kracht bij. En natuurlijk lachen ze altijd hartelijk om de grappen en grollen van de directeur.
Niet krachtig
Het draagt allemaal niet bij aan een krachtig p&o-profiel. Hoe kan het dat p&o'ers zich ten diepste afhankelijk voelen? Dit heeft te maken met de bijdrage die p&o levert aan de organisatie. Deze is vaak niet duidelijk. Wat p&o doet is dikwijls het grote geheim in een organisatie. Niemand weet het. Uitgezonderd dan de functionarissen zelf. Onafhankelijk kun je pas zijn als je weet wélke bijdrage je levert aan de organisatie en wat dat oplevert. En dan natuurlijk dienovereenkomstig (conform deze strategie/bijdrage) te handelen. Die bijdrage mag gekwantificeerd zijn maar dat hoeft niet per se. Als het maar duidelijk is en bij iedereen bekend. Nog te vaak zijn p&o'ers, naast hun (ondankbare) beheertaken, bezig met het verrichten van hand-en-span diensten van het management. Het bekende duizend-dingen-doekje van de organisatie. Wanneer je zo ‘gebruikt’ wordt, genereert dat weinig aanzien in de organisatie. Alle goede dingen ten spijt. En wat belangrijker is, het levert een laag self esteem op bij p&o'ers.