Nederland moet naar Duitsland kijken, zegt Pieter van Oord. 'Philips vertrok uit Eindhoven. Zoiets zou Volkswagen nooit doen.'
Nederland heeft een serieus probleem en loopt ver achter op buurland Duitsland. Dat zei Pieter van Oord, ceo van familiebedrijf Van Oord, afgelopen vrijdag tijdens de Leadership Summit 2013 van RSM. Hij vindt het maar raar dat veel mensen neerbuigend doen over het land. 'Iedereen die ik spreek wil naar Amerika of Singapore, maar hoeveel van jullie willen naar Duitsland? Daar is veel te leren.' Volgens Van Oord is het huidige succes van Duitsland te danken aan wat de Mittelstand wordt genoemd. Het zijn de middelgrote familiebedrijven, waar volgens Van Oord zelfs Amerikanen voor naar Duitsland komen om te checken waarom ze het zo goed doen.
Philips versus Volkswagen
Dus, waarom doen ze het zo goed? Van Oord: 'Ze hebben een focus op de lange termijn, ze hebben een goede relatie met scholen, ze zorgen voor veel nieuwe banen, ze zoeken de balans richting alle stakeholders en bouwen duurzame relaties op. Een regio kan bijvoorbeeld ook een stakeholder zijn. Philips ging naar Amsterdam, maar Volkswagen zou zoiets nooit doen. Hun oorsprong is onderdeel van hun identiteit.' Ook heeft de Mittelstand volgens Van Oord goede relaties met grote Duitse bedrijven als Siemens en BMW. 'Samen vormen ze succesvolle clusters.'
Nederlandse clusters
Dat soort clusters zijn ook wel in Nederland te vinden, zo weet Van Oord. 'Ahold zit in een succesvolle foodcluster, wij in een marine constructioncluster, met bedrijven als Boskalis, IHC Merwede, Huisman en Royal HaskoningDHV.' Volgens Van Oord, zelf dus de baas van een familiebedrijf, zijn familiebedrijven belangrijk in dit soort clusters, omdat ze uitgaan van duurzame relaties. Met meer van dit clusters kan Nederland volgens Van Oord weer naar een toppositie klimmen in de mondiale economie. Door elkaar te helpen kan iedereen uitblinken.
Aanpassen aan nieuwe situaties
Van Oord is trouwens niet onvoorwaardelijk positief over familiebedrijven. Volgens de topman zijn ze vaak te conservatief, weten ze zich niet altijd aan te passen aan nieuwe situaties ('Kijk maar naar Oad'), hebben een gesloten cultuur en vinden ze het vaak moeilijk om generatieveranderingen te omarmen. Toch mag er volgens hem wel wat vaker naar familiebedrijven worden gekeken. Van Oord: 'Voor ons geldt dat we dit bedrijf managen voor de volgende generatie. De crisis bij Ahold (het boekhoudschandaal van tien jaar geleden, RvL) kwam door een focus op de korte termijn. Zoiets zie je niet bij familiebedrijven.'
Waar je zit is niet belangrijk?
Lodewijk Hijmans van den Bergh, executive vice president & chief corporate governance counsel bij Ahold, was het trouwens niet eens met Van Oords opmerking over hoofdkantoren. Hij vertelde later tijdens de dag: 'Als wij ons hoofdkantoor verplaatsen, gaat het om 150 man die ergens anders heen gaan. Het draait niet om waar je zit, maar om hoe je de business runt.' Lees wat Hijmans van den Bergh nog meer te vertellen had: 'Wat banken overkwam kan ook in de retail gebeuren.'
Meer over Duitsland?
- Speciaal voor Pieter van Oord: ons Duitsland-dossier
