Geen producten in de winkelwagen.
Managementgoeroe Peter Drucker is vrijdag 11 november op 95-jarige leeftijd overleden. Drucker stond bekend als ‘de vader van het moderne management’.
Drucker schreef tientallen boeken en artikelen over management en organisatie. Zijn laatste boek voltooide hij vorig jaar, op zijn 94ste. Met zijn oeuvre legde Drucker de grondslag voor de moderne managementfilosofie. Drucker had een scherpe neus voor economische trends. Zo voorspelde hij in de jaren vijftig het belang van de computer en in de jaren zestig de opkomst van Japan als industriële grootmacht. In 1997 waarschuwde Drucker tegen de graaicultuur onder topmanagers.
Vanaf 1971 tot aan zijn dood was Drucker als hoogleraar verbonden aan de Claremont Graduate University. De laatste jaren spande hij zich in organisaties als het Rode Kruis en het Leger des Heils. In 2002 ontving hij uit handen van president Bush de Medal of Freedom, een van de hoogste Amerikaanse onderscheidingen.
Drucker werd in 1909 geboren in Oostenrijk. Zijn vader was een vooraanstaand ambtenaar. In Duitsland studeerde hij internationaal recht, waar hij ook in promoveerde. In 1933 viel Drucker in ongenade bij de nazi’s en vluchtte hij naar Londen, waar hij ging werken voor een handelsbank. In 1937 verhuisde Drucker naar de Verenigde Staten om daar te werken als journalist, maar hij ontwikkelde zich al snel tot managementdeskundige.
In 1943 startte hij een groot onderzoek naar de organisatiestructuur van General Motors. Dit onderzoek vormde de basis voor Concept of the Corporation, Druckers standaardwerk over management. Drucker beschreef de onderneming als een samenwerkingsverband van mensen met verschillende competenties. Dat was revolutionair in een tijd waarin de meeste grote ondernemingen geleid werden als ouderwetse legers, met de directeur in de rol van generaal.
Volgens Drucker moet het moderne management ‘mensen stimuleren tot gezamenlijke prestaties, hun talenten benutten en hun zwakheden irrelevant maken’. Bij zijn negentigste verjaardag zei Drucker over zijn werkwijze: “Ik heb altijd naar mensen gekeken, niet naar machines en gebouwen.”
