Ruim de helft van de menselijke energie in organisaties wordt niet ten volle ingezet of gaat zelfs verloren, blijkt uit nieuw onderzoek.
'Nederland werkt op halve kracht', concludeert auteur en organisatieadviseur Hans van der Loo, die onderzoek deed onder ongeveer 2.000 werknemers, samen met onderzoeksbureau Integron. 'En slechts één op de vijf werknemers zit lekker in z’n vel en is bereid om er een tandje bij te zetten om topprestaties te leveren.'
Energieboost
Het onderzoek van Van der Loo verschijnt onder de naam Energieboostmonitor begin oktober online. Ook verschijnt dan zijn nieuwste boek Energy Boost. ‘Het klinkt misschien soft en esoterisch’, verklaart Van der Loo. ‘Maar energie is een hele belangrijke factor op de werkvloer die, als je naar de cijfers kijkt onverstandig is om te negeren.’
Prettig cruisen
Van der Loo onderscheidt in de Energieboostmonitor vier verschillende 'energiezones'. Uit het onderzoek blijkt dat werkend Nederland zich vooral bevindt in de comfortzone (38 procent), waar men rustig voortcruist in een prettige sfeer zonder al te veel energie te verspillen of ambities te tonen. Direct hierop volgt de hyperzone met 34 procent. In deze zone bruist het wel van de energie, maar niet op een positieve manier. Iedereen is met z’n eigen gewin bezig, er hangt een vileine sfeer en mensen rennen rond zonder focus. De zinzone, waar 19 procent van de mensen zich bevindt, is de plek waar we zouden moeten zitten, zegt Van der Loo. Een lichtpuntje is dat slechts 9 procent zich in de zombiezone bevindt, de plek waar werknemers totaal zijn afgehaakt.
Gebrek aan ambitie
Frappant genoeg is er met de betrokkenheid en bevlogenheid van de Nederlandse werknemers weinig mis, aldus het onderzoek. Het probleem ligt eerder in een gebrek aan ambitie zowel bij de werknemers als bij de totale organisatie. Daarnaast is de blik vooral binnenwaarts gericht. Van der Loo: ‘Men kijkt niet genoeg over de grens naar buitenlandse concurrentie en heeft oogkleppen op voor wat er verder in de wereld gebeurt.’
Opgeladen batterijen
Van der Loo is zeker niet de enige die hamert op het belang van energy management. Het opladen van de batterijen van de werknemers is ook de onderliggende filosofie van een succesvol gezondheidsmanagementsbedrijf als het Utrechtse Lifeguard. Want, zo zeggen zij, alleen met voldoende fysieke, mentale en emotionele energie kun je elke dag een topprestatie neerzetten. ‘Als je kijkt naar het opladen van je energie’, zegt Pepijn van der Meulen van Lifeguard, ‘wordt 80 procent bepaald door slaap, voeding en beweging en 20 procent komt van mentale en emotionele energie. Dat laatste gaat over de kwaliteit van je relaties met collega’s, klanten of je familie. Dat kan veel energie kosten. Gewoon omdat je je niet gewaardeerd voelt, of omdat je geen feedback krijgt of als er onrust en gezeur op het werk is. Dat alles trekt je energieniveau omlaag, waardoor mensen zichzelf gaan isoleren. Het helpt overigens al een hoop als je je realiseert op welke zaken je nu wel, of juist niet, invloed op kunt uitoefenen.’
Niet inspirerend leiderschap
Wat zouden werkgevers moeten doen om het energiepeil in hun organisatie te verhogen? ‘Allereerst beseffen dat er zoiets als energiestromen in hun organisatie bestaan’, zegt Van der Loo. 'En kijk eens naar het management binnen de organisatie. Leidinggevenden krijgen zeer lage cijfers en inspireren niet. Bovendien zijn er in veel bedrijven geen goede doorgroeimogelijkheden.’
Gewoon stuurbaar
Tot slot wijst Van der Loo op de gigantische verschillen tussen en zelfs binnen bedrijven. Zo loopt het energienieveau volgens hem tussen vestigingen van de Rabobank met zo’n 60 procent uiteen. Dat ligt allemaal aan het leiderschap. En een geijkt voorbeeld blijft Google waar het steevast barst van de energie. Van der Loo: ‘Als je dat voorbeeld aanhaalt, zeggen veel mensen: ja maar dat is nou eenmaal Google. Maar bij een bedrijf als Unilever is het energieniveau evengoed hoog. En waarom zou het binnen je eigen organisatie niet net zo kunnen? Het is gewoon stuurbaar.’
Beeld van Flickr