Thuis of in het weekend werken wordt steeds normaler. Maar hoe voorkomen we dat zondag hetzelfde voelt als maandag?
Het nieuwe werken breekt met de ritmes die we vroeger vanzelfsprekend vonden. Er zijn nog maar weinig mensen die elke dag strikt om vijf uur van kantoor vertrekken. We komen ’s ochtends later zodat we de kinderen naar school kunnen brengen, we nemen een rapport mee naar huis om het op zondagmiddag door te nemen, en zelfs vergaderingen worden steeds vaker buiten de ‘gewone’ werktijden gepland. Maar niet alleen het ritme van de dag en de week verandert, ook het ritme van het jaar. Wie viert er bijvoorbeeld nog tweede pinksterdag? Een grote groep Nederlanders, zowel allochtoon als autochtoon, heeft niets meer met kerst. En er gaan steeds meer stemmen op om de zomervakanties op scholen in te korten.
Altijd beschikbaar
Het verdwijnen van oude ritmes en gewoonten heeft veel positieve kanten. Het is prettig om zelf te kiezen of je vroeg of laat op kantoor bent, en om zo nu en dan thuis te werken. Het is ook fijn dat kerkbezoek op zondag tegenwoordig geen verplichting meer is, maar een vrije keuze. Het is heerlijk om zelf te kunnen bepalen hoe je je tijd indeelt. Er kleven ook nadelen aan het verdwijnen van die oude ritmes. Als niet iedereen op dezelfde momenten vrij is, wordt afspreken met vrienden en familie een stuk lastiger. Bovendien verwachten we van elkaar dat we altijd beschikbaar zijn. Met een mobiele telefoon, ruime openingstijden van de kinderopvang en supermarkten die pas om tien uur dichtgaan, heeft niemand meer een excuus om een spoedklus af te wijzen.
Filosoof en arts Marli Huijer onderzoekt in haar boek ‘Ritme’ de functies van ritme in ons dagelijks leven. Volgens Huijer hebben we ritme nodig om goed te functioneren. Ritmes zijn markeringen tussen het ene tijdstip en het andere. Zonder ritme raken de momenten van de dag, de week en het jaar hun betekenis kwijt. We verliezen ook onze vaste rustmomenten. ‘Het verdwijnen van sociale ritmes leidt tot een afname van het aantal gemarkeerde rustmomenten. Wanneer we op elk moment kunnen werken, en er geen vanzelfsprekende momenten meer zijn waarop niet wordt gewerkt, valt de afbakening tussen werken en niet-werken weg. Het risico op burn-out neemt toe, zeker als ambitie en competitie belangrijke motoren zijn om hogerop te komen.’
Sociale problemen
Het verdwijnen van een gezamenlijk ritme geeft allerlei sociale problemen. De een wil ’s zondags winkelen en vindt drukte in de stad gezellig, de ander wil die dag juist rust en is blij als de winkels één dag in de week dichtblijven. Het uitgaansleven begint steeds later op de avond, waardoor stappen werkende mensen vaak een soort jetlag bezorgt. Sportverenigingen hebben het steeds moeilijker om leden te vinden, omdat het op vaste tijden trainen voor veel mensen een probleem is. Huijer wil niet terug naar de jaren ’50 maar roept de samenleving op om na te denken over nieuwe ritmes die passen bij de huidige tijd. Ze heeft een aantal concrete voorstellen.
# Pauze halverwege de werkweek
We zouden de werkweek van vijf dagen kunnen verdelen over twee keer 2,5 dag. Bijvoorbeeld maandag tot en met woensdagochtend, en donderdag tot en met zaterdagochtend. Vijf dagen achter elkaar werken vormt volgens Huijer voor veel mensen een zware belasting, zeker als ze het werk combineren met zorgtaken. Twee halve werkweken zou dat kunnen ondervangen.
# Vaste tijdstippen om samen te eten
Net als andere ritmes in ons dagelijks leven zijn ook de tijdstippen waarop we eten veel flexibeler geworden. Mensen slaan het ontbijt over en eten wat in de auto of achter hun bureau. De lunch wordt regelmatig vergeten of uitgesteld. En onderweg naar huis rennen we nog even de supermarkt in voor een snel avondmaal. We weten dat vaste tijdstippen voor ontbijt, lunch en avondeten beter zijn voor onze energiehuishouding, gezondheid, levensplezier en sociale bindingen. Huijer pleit daarom voor het (her)invoeren van een gezamenlijke lunchpauze op het werk. Maar ook bijvoorbeeld voor een betere planning van de avondmaaltijden gedurende de week. We hoeven niet terug naar woensdag gehaktdag of vis op vrijdag, maar een vooruitgepland kookschema kan een hoop tijd en stress schelen.
# Vaste roosters voor ochtend- en avondmensen
Werkgevers zouden werknemers een aantal vaste roosters kunnen aanbieden, zodat ze enerzijds de keuze hebben over begin- en eindtijden van het werk, maar anderzijds aan de eenmaal gemaakte keuze vastzitten. Het voordeel daarvan is dat collega’s weten wie er wanneer is. Ochtendmensen kunnen vroeg beginnen, avondmensen later. Ook scholen en kinderopvang zouden met twee roosters kunnen werken, zegt Huijer. Dat helpt werkende ouders om een eigen rooster op te stellen waarin de verschillende tijden goed op elkaar zijn afgestemd.
# Vaste accudagen
Huijer pleit voor het behoud van gezamenlijke ‘accudagen’, zoals een zaterdag of een zondag waarop we ons kunnen opladen om de dagen erna weer actief te zijn. Als het normaal wordt om op zaterdagen en zondagen te werken en we het van zelfdiscipline moeten hebben om een dag rust te nemen, hebben we een grote kans om afgebrand te raken.
Meer ideeën voor nieuwe ritmes en meer over het ontstaan en het nut van ritmes zijn te vinden in ‘Ritme, op zoek naar een terugkerende tijd’ van Marli Huijer. Op maandag 12 december 2011 treden Marli Huijer en filosoof en schrijver Joke Hermsen in De Rode Hoed in Amsterdam met elkaar in debat over de vraag op welke manier het beste met tijd om te gaan.
Lees ook:
-
10 manieren om een uur per dag te winnen
-
Waarom het nieuwe werken niet werkt
-
Time management is grote onzin
- Een gezond lijf door meer slaap en minder informatie