Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ontduikingsindustrie

De illegale constructies waarmee bedrijven op grote schaal belasting ontduiken, zijn in de VS zo´n hot item dat het tot hoorzittingen in de senaat heeft geleid. In Nederland gebeurt het ook, al zul je het niemand horen zeggen. Het onderwerp is in ons land taboe.

Eind vorig jaar hield de Amerikaanse senaat een aantal hoorzittingen over de ontdekking dat bedrijven en rijke particulieren de schatkist voor miljarden dollars hebben benadeeld met behulp van zogeheten taxshelters. Dit zijn ingewikkelde en waarschijnlijk illegale fiscale constructies, bedacht door advocaten- en accountantskantoren met maar één doel: het omzeilen van belastingen. In de VS staan taxshelters boven aan de politieke agenda sinds begin 2003, toen duidelijk werd dat Enron tussen 1996 en 1999 nauwelijks belasting had afgedragen dankzij taxshelters.
Met name KPMG ligt in de VS zwaar onder vuur. In het rapport dat naar aanleiding van de verhoren werd opgesteld, valt te lezen: “KPMG ontkent bij hoog en bij laag een promotor te zijn van taxshelters, maar het bewijsmateriaal dat we hier presenteren is verpletterend in het aantonen van KPMG’s actieve en bij tijden agressieve rol in het promoten en profiteren van belastingproducten verkocht aan individuen en bedrijven, hierbij inbegrepen mogelijk illegale taxshelters.” De US General Accounting Office noemt over de periode 1993-2002 een bedrag van 85 miljard dollar dat de schatkist is onthouden door de trucages van financiële professionals. Het bedrag aan fees dat KPMG opstreek met het adviseren en verkopen van de omstreden producten wordt in het genoemde rapport gesteld op 124 miljoen dollar over een periode van vijf jaar.
KPMG werkte niet alleen mee aan de ontwikkeling van de producten, maar deed ook inspanningen ze te marketen, onder meer met een speciaal voor dat doel opgezet telemarketingcentrum. Senator Carl Levin: “Ons onderzoek onthulde een cultuur van bedrog binnen de belastingpraktijk van KPMG.” Inmiddels loopt er in de VS een (steeds verder uitdijend) strafrechtelijk onderzoek naar de belastingadviseurs van KPMG die bovendien ook nog worden beschuldigd van het weghouden van cruciale documenten oftewel obstruction of justice, in de VS een buitengewoon ernstig delict.
Eerder gingen Ernst & Young en PricewaterhouseCoopers door het stof, maar omdat zij er ‘minder diep in zaten’ dan KPMG konden ze – strafrechtelijk althans – wegkomen door een deal te sluiten met de Amerikaanse belastingdienst IRS. Alle big four hebben in de laatste maanden van 2003 aangekondigd te stoppen met de shelters – KPMG stuurde als gebaar zelfs de hele belastingtop in de VS naar huis. Maar dat dient met een korreltje zout te worden genomen, als we de onderzoekers van de senaat mogen geloven: “Eind 2003 zijn taxshelters nog net zo wijdverbreid als vroeger, ondanks verzekeringen door vele grote namen in de belastingpraktijk dat de ernstigste misstanden tot het verleden behoren. De taxshelterindustrie als geheel blijft actief en ontwikkelt nieuwe producten.” De ontdekking van de taxshelters bevestigt een trend die al vele jaren zichtbaar was in het commerciële belastingadvies: van tailormade oplossingen voor individuele cliënten werd steeds meer overgestapt naar generieke productontwikkeling waardoor belastingontwijking een industrie is geworden. In dit licht is het logisch dat de Amerikaanse belastingdienst de shelterpraktijk met wortel en tak probeert uit te roeien. Een boeiende, maar ook frustrerende strijd, want de praktijk is diep geworteld en de belangen zijn groot. Bovendien zijn de grote accountantsorganisaties buitengewoon machtig. Zo geven ze bijvoorbeeld financiële steun aan de campagne van George Bush, die weer vele hoge rechters benoemt.

Belastingparadijsje

Dat er in Nederland ook omstreden belastingadviezen worden gegeven, staat vast: het wordt bevestigd door een belangrijk fiscalist in het blad De Accountant dat recent een uitgebreid stuk aan deze materie wijdde. Maar die wil anoniem blijven, en dat tekent direct het verschil met Amerika. Het onderwerp is in ons land taboe. Geen van de grote vier accountantskantoren in Nederland wil ingaan op de vraag of hun belastingadviseurs hier producten aanbieden die vergelijkbaar zijn met de Amerikaanse shelters. De genoemde fiscalist zegt dat hier ‘producten worden aangeboden die afkomstig zijn uit het buitenland en dat daarvoor ook reclame wordt gemaakt met brochures.’ Wil de Belastingdienst er dan misschien iets over kwijt, in wiens directe belang het toch is dergelijke constructies te bestrijden? Dat blijkt niet het geval. En dat terwijl de Belastingdienst vanaf 1988 nota bene beschikt over een Coördinatiegroep Constructiebestrijding die hier speciaal over gaat. Wat doet deze werkgroep heden ten dage? We mogen het niet weten. Het argument is dat alles ‘privacygevoelig’ is en dat geen mededelingen kunnen worden gedaan over ‘individuele belastingplichtigen’. Moet je in de VS mee aankomen! Laten we het zo zeggen: de Nederlandse fiscus kent geen traditie van het op de spits drijven van conflicten met machtige belastingplichtigen. Nederland is maar Nederland, een economisch voortsukkelend belastingparadijsje met een steeds dubieuzere reputatie. In de VS lijkt het voorbij met de belastingpraktijk van de grote vier zoals die heeft kunnen ontstaan sinds de jaren tachtig. En in vele andere landen waarschijnlijk ook. Het is de zoveelste slag voor de accountantskantoren.

Offensief

Na Enron, Ahold, Parmalat en al die andere schandalen kampen de accountants met een vertrouwenscrisis. Audit (het controleren van de jaarcijfers) zorgt bij de grote vier gemiddeld voor 50 procent van de omzet; belastingadvies voor 30 tot 40 procent. Het resterende deel bestaat uit meer of minder ‘besmette’ adviesdiensten die stap voor stap (moeten) worden afgebouwd. Het beeld is duidelijk: de grote vier zijn ernstig aangetast over de volle breedte van hun werkzaamheden. De accountants hebben het maatschappelijk vertrouwen dat ze genoten als onafhankelijke controleurs ten dienste van de samenleving te grabbel gegooid en de belastingadviseurs blijken (vaak in dienst van dezelfde ondernemingen waarvan ze ook de boeken controleren) staten voor miljarden te hebben benadeeld waarbij mogelijk ook de wet is overtreden. Hoe nu verder? Wat de accountants betreft: beroepsorganisatie NIVRA is begonnen met een offensief het vertrouwen te herstellen, door middel van pr en een lobby in Den Haag en Brussel voor een goede regeling van de controle op de bedrijfstak. De structuur van de grote vier als multidisciplinaire winstmachines vormt in dit proces echter een grote hinderpaal. Het spanningsveld bestaat hieruit: om het vertrouwen terug te winnen moeten grote offers worden gebracht, zoals de ombouw naar een audit only firma met louter accountants. Maar de grote vier hebben als belang vooral het laten voortbestaan van hun organisaties in de huidige vorm en houden met kracht vast aan de multidisciplinaire dienstverlening. Dit geldt in zekere zin ook voor KPMG. Dat stoot sommige activiteiten af, maar zegt van de meeste diensten: ze zijn noodzakelijk voor een goede controle en dus houden we eraan vast. De grote vier zullen deze strijd waarschijnlijk gaan winnen en dus zal er weinig veranderen. Er gaan steeds vaker stemmen op om de accountantscontrole maar helemaal af te schaffen, als het tot zo veel problemen (en zulke hoge kosten) leidt. Waarom laten we bedrijven niet helemaal zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun cijfers? Als zij de boel belazeren, dan is tenminste duidelijk wie fout zit! Ook de tax-praktijk kampt met problemen. Er is een sterk toenemende druk om geen belastingadvies meer te geven aan klanten van de accountants wegens mogelijke belangenverstrengeling. De risicovolle advisering met zogeheten more likely than not-opinies (‘wij achten de kans dat u met deze constructie weg komt bij de fiscus minimaal 50,1 procent’) wordt daarnaast gezien als passé voor de grote vier en verdwijnt steeds meer naar advocatenkantoren. Dan blijft er nog maar weinig over voor de belastingpraktijken van de grote vier: bread and butter werk waar niemand echt zin in heeft.
De rest van de activiteiten van de grote vier is al evenzeer bedreigd. KPMG stootte recent wervingsbureau KPMG Ebbinge af en nog vele onderdelen zullen volgen. Ook bij deze ‘restactiviteiten’ spelen grote ethische problemen, bijvoorbeeld bij de forensische accountants die keer op keer door de tuchtrechter worden veroordeeld wegens partijdig broddelwerk. Begin maart schakelde KPMG zelfs hun advocaat in om een website waarop alle fouten begaan door hun forensische accountants (sommigen zijn al vijf keer veroordeeld op hetzelfde dossier) zijn opgesomd uit de lucht te halen; de provider werd bewerkt en haalde de site inderdaad uit de lucht. Overigens spreekt KPMG niet meer over forensische accountancy – te besmet. De afdeling heet nu Integrity and Investigation Services.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hoe zien de grote vier hun eigen toekomst?


Ernst & Young

Toby Ellson, manager public relations: “Ernst & Young kent tot volle tevredenheid een model van geïntegreerde dienstverlening. Waar nodig en toegestaan leveren we ook aanvullende (tax)diensten aan auditcliënten. U begrijpt dat we niet publiekelijk gaan communiceren wat het businessmodel van EY over vijf jaar zou kunnen zijn. Die discussie laten we graag over aan diegenen die niet dagelijks hoeven te concurreren voor elke nieuwe opdracht.”


Deloitte
Marcel Baas, hoofd communicatie & pr: “Deloitte is, met in achtneming van wet- en regelgeving, overtuigd van de kracht van haar multidisciplinaire dienstverlening en ziet op dit moment geen aanleiding daarvan af te wijken.”


KPMG
Ben van der Veer, voorzitter: “De weg die wij hebben ingeslagen onderscheidt ons van concurrenten, die hebben aangegeven te willen vasthouden aan een verzameling activiteiten die niet direct voortvloeien uit hun kernactiviteiten. KPMG zal zich de komende jaren concentreren op een beperkt aantal adviesdiensten die een zeer nauwe relatie hebben met de controle. ‘Accountancy-plus’-dienstverlening waarbij betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en transparantie het uitgangspunt vormen en de klant bepaalt in hoeverre hij gebruikmaakt van de dienstverlening van KPMG.”


PricewaterhouseCoopers
onthoudt zich van commentaar