Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ondernemers op weg naar Zuid-Afrika

Een team van ondernemers is op weg naar Zuid-Afrika. Oranje Trophy- organisator/ondernemer Bento Mol brengt verslag uit (deel 1). "We houden  ons ontbijt net binnen."

 

De Oranje Trophy – drie april vertrokkken – is een initiatief van ondernemer Bento Mol. Hij organiseert een twee maanden durende tocht van Amsterdam naar Zuid-Afrika. Het doel: op 11 juni aankomen voor de aftrap van het WK in Kaapstad. Hier geeft hij verslag van zijn belevenissen.

 

7 april: rare ratelende geluiden

Ik vorm samen met Bauke Betzema Team Elephant . Er wacht een lange reis waaraan 23 Orjanjeteams (met tientallen ondernemers) meedoen. Via de oostzijde van Afrika leggen we een tocht af door verschillende Afrikaanse landen: onder meer via Tunesië, Libië, Egypte, Soedan, Ethiopië, Kenia, Tanzania,  Zambia, Botswana  en Zuid-Afrika.

 

We waren vandaag onderweg met onze Iveco (een oude legertruck) naar Zuid-Italië. Ontspannen toerden we over de Italiaanse snelweg. Even bijkomen van de voorbereidingsstress. Ik heb al vaker aan een rally deelgenomen, maar zoals altijd gaat er wel iets mis.


Vlak voordat we vertrokken, begaf nota bene de versnellingsbak het. We hadden een sponsor gevonden die een aantal van onze voertuigen wilde voorzien van oranje folie. Op weg naar het bedrijf maakte de auto een ratelend geluid. Even later stonden we stil op een rotonde.  De tussenbak bleek finaal afgebroken van de versnellingsbak.  Vlak voor vertrek vonden we gelukkig nog een vervanging in België.


Over twee dagen moeten we aan de westkant van Sicilië zijn om de boot naar Tunis te pakken.  Geen zorgen. De motor van onze Iveco zoemt weer als nooit te voren.
 

12 april: wachtend op het rally-gevoel

De overtocht naar Tunis was een opgave. Ondanks de vrij vlakke zee schommelde de boot behoorlijk en lukte het veel mensen maar net om hun ontbijt binnen te houden.

 

Hier in Tunis hebben we eerst een paar dagen regen gehad en nu zit ik in de zon aan de rand van het zwembad even een verhaaltje te schrijven.

 

Een rally-gevoel is er nog niet.  We zijn na aankomst ingecheckt in een vijfsterren hotel: meerdere zwembaden, riante buffetten en drukke discotheken. De  ‘oranjewagens’ staan wat verveeld op de parkeerplaats.

 

Gisteravond hebben we een groot feest gehad special voor de Oranje Trophy-deelnemers. Er waren ongeveer tachtig vrienden, familieleden, sponsoren en  anderen die een arrangement hadden geboekt.
 

Vandaag heb ik onze nationale eer proberen te verdedigen tegen een elftal van oud-internationals van Tunesië.  Ik had nog nooit eerder meegedaan aan voetbalwedstrijd! Ik  rende wat verloren rond in mijn sandalen, in een groot stadion. Nog goed dat we de nederlaag beperkt hebben tot 5-1.

 

Het is niet alleen decadent de toerist uithangen. De vrije dagen worden door veel teams gebruikt om de wagen in orde te brengen voor de komende weken. De grote Sahara ligt voor ons. De laatste berichten: de temperatuur in Ethiopië is nu rond de 45 graden.
Spannend. Morgen hebben we een officiële bijeenkomst met Tunesische regeringsleden die op televisie komt. Daarna volgt het afscheid van de overige Nederlanders  en kunnen we ‘eindelijk’ op pad.
 

14 april:  een fles Oranjebitter lichter

Vandaag zijn we over de grens met Libië gestoken, een belevenis.

We moesten we Tunesië uit zien te komen. We werden apart genomen op een parkeerterrein waar een douanier onze paspoorten kwam ophalen.  Vervolgens moesten we hem een dinar (vijftig eurocent) betalen. De douanier was niet blij en vroeg of ik niet meer geld had, we hadden echter geen kleingeld opzak.

 

De douanier vroeg me vervolgens of ik drugs of alcohol bij me had. “Nee, natuurlijk niet,” zei ik, terwijl ik me wat dom hield. Hij vroeg me nogmaals: heb je bier of whisky?Ook daarop kon ik zonder te liegen ontkennend antwoorden.  De flessen in de truck drank waren namelijk allemaal andere soorten: Oranjebitter.

 

Maar de douanier gaf niet makkelijk op: “Mij maakt het niet uit, maar mijn collega’s in Libië zijn heel streng en als ze alcohol vinden moet je naar de gevangenis.” Ik vond het toch een beetje verdacht lijken.

 

Enkele minuten later kwamen twee Libische douaniers en sommeerde mij de achterdeur open te doen. En daar stond hij, de koelbox, onder een paar dozen met speelgoed en ander uitdeelspul. Ik begin het nu toch wel een beetje benauwd te krijgen.

 

Nadat de douanier had gekeken in een paar dozen, wees hij op de koelbox. “Open maken!” Na een beetje rommelen haalde de man in uniform een fles oranjebitter eruit en vroeg me wat dat was. Ik verzon een smoes en zei: “Ah, oui, c’est le boisson officielle des Pays Bas (Dat  is de officiële drank van Nederland). “Kijk maar, het staat erop: oranje, en ziet u”, terwijl ik naar onze auto’s wees. Of er dan alcohol in zat? Een grote leugen: “Nee natuurlijk niet.”


Hij rommelde nog wat verder door mijn spullen. Dwingend vroeg hij of hij de fles mocht hebben. Ik stapte iets achteruit. “Natuurlijk,” gebaarde ik.


Met een fles oranjebitter onder zijn arm liep hij weg.  Ik gooide ik snel alles weer terug in de wagen. Op de volgende check point, voor nieuwe nummerborden. Vier uur later en een fles drank lichter waren we dan eindelijk in Libië.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lees ook het boek: Oranje wereldkampioen