In de loop van deze eeuw wordt surrogaat zuigelingenvoedsel een bijna perfecte imitatie van echte moedermelk. Zonder de juiste voedingssupplementen kan Lance Armstrong onmogelijk nog de ronde van Frankrijk winnen. Wat staat er op het vuur bij Numico Research?
“Breast is best,” haast professor Willem van Gelder zich te zeggen. We hebben hem niet horen beweren dat surrogaat moedermelk even goed zou zijn als the real thing. Alleen: “Uit onderzoek van de laatste jaren is gebleken dat zuigelingenvoeding nog sterk verbeterd kan worden ten opzichte van echte moedermelk. Voeding is buitengewoon complex. We hebben meer bacteriën dan cellen in ons lichaam. In ons maagdarmkanaal zitten circa vierhonderd verschillende soorten bacteriën. Als een baby ter wereld komt, is hij in feite steriel. Het maagdarmkanaal van de baby moet zich na de geboorte eigenlijk nog ontwikkelen.”
De hoogleraar doceert een dag per week aan de Technische Universiteit Eindhoven. De rest van de week werkt Van Gelder als algemeen directeur van de laboratoria van voedingsmiddelenproducent Koninklijke Numico NV. Wat hem betreft staan we nog maar aan het prille begin van een opmerkelijke revolutie op het vlak van voeding in het algemeen en zuigelingenvoeding in het bijzonder. Numico, bekend van kindervoeding zoals Olvarit, is wereldwijd de absolute nummer één op het vlak van zuigelingenvoeding. Om dat ook te blijven, verricht Van Gelder, samen met enkele honderden laboranten, in opdracht van Numico, doorlopend wetenschappelijk onderzoek naar voeding en gezondheid.
In de laboratoria van Numico Research in Wageningen is niet veel meer te zien dan het gebruikelijke laboratoriumcliché van reageerbuizen, distilleerkolven, pipetjes en computergestuurde meetapparatuur. Ergens in dit labyrint van kamers hebben de laboranten een menselijk maagdarmkanaal zo nauwkeurig mogelijk gereconstrueerd, om de werking ervan beter te kunnen bestuderen. Hier vinden we ook een menselijke dikke darm in een imitatie van rubber en plastic. Deze reconstructies zijn zo levensecht dat de namaak dikke darm daadwerkelijk gaat stinken naar poep. Dat willen ze ook in Wageningen, want daar leren ze van.
Ballaststoffen
De witte jassen doen hier onderzoek voor de drie belangrijkste doelgroepen van Numico. De zuigelingen staan van oudsher op de eerste plaats, maar in de loop der jaren is daar als vanzelf een tweede, belangrijke doelgroep aan toegevoegd: zieke mensen die niet meer in staat zijn voldoende voedsel of de juiste voedingsstoffen tot zich te nemen. Die mensen gebruiken de klinische voeding van Numico. Volgens Van Gelder is het vervolgens niet zo heel erg moeilijk om er nog een derde en laatste doelgroep bij te denken, die van de mensen die vinden dat hun voedingspatroon aangevuld moet worden met een extraatje. Deze mensen kopen de voedingssupplementen van Numico. “Dan moet je denken aan intensieve topsporters. Of aan mensen die heel veel reizen. Ziek zijn en topsport liggen trouwens heel dicht bij elkaar.”
Onder meer dankzij de opmerkelijke maagdarmkanaalconstructie kunnen ze in Wageningen een voorschot nemen op de toekomst. En “we ain't seen nothing yet,” meent Van Gelder. Als voorbeeld noemt hij het dieet van de Amerikaan Lance Armstrong, die dit jaar zijn vierde tourzege op zak stak. 's Ochtends schrokt de wielerheld gigantische hoeveelheden pasta naar binnen, in de hoop en de veronderstelling dat het lichaam daarmee voldoende gevoed is om een hele dagrit uit te zitten. Om tijdens de wedstrijd alsnog grote hoeveelheden voedsel te verstouwen, is immers praktisch onmogelijk. Echter, in de voeding van Armstrong zitten veel ballaststoffen en die kosten de wielrenner energie. Numico is zeer goed in staat om de overbodige stoffen uit de voeding weg te filteren en toch een volledig gezonde voeding te prepareren.
Het bedrijf leverde eerder een proeve van bekwaamheid af met Respifor, voeding voor longpatiënten. Van Gelder: “Respifor is opgenomen in het vergoedingensysteem van de overheid. Het is ontwikkeld voor mensen met ernstige longaandoeningen, zoals astmapatiënten. Die kunnen op den duur vrijwel niets meer. Ze zitten vaak aan bed gekluisterd, of ze zitten in een rolstoel. Die mensen kunnen niet gewoon eten, ze worden van eten letterlijk doodmoe. Daardoor raken ze uiteindelijk ondervoed. Die mensen sterven in feite aan ondervoeding. Met Respifor hebben wij een product ontwikkeld dat hun alle stoffen geeft die zij nodig hebben. Dat is geen normale voeding, er zitten extra stoffen in die nodig zijn voor de gezondheid, in een vorm die door het lichaam heel gemakkelijk opgenomen wordt. Die mensen zie je geleidelijk aan weer beter worden. Dat is uiteindelijk de weg die we in de toekomst opgaan. We vergaren steeds meer kennis over de opname van de belangrijkste voedingsstoffen in het lichaam. Onze voedingpreparaten passen we daar steeds meer op aan.”
Hartkwalen
Voeding en gezondheid zijn twee van de meest complexe gegevens waar het bedrijfsleven zich mee bezig kan houden. Allereerst omdat voedselveiligheid bij de consument een heikel onderwerp is, zeker na de affaires van de laatste tijd. “Er is veel onrust bij de consument. Vandaar het belang om met uiterst zorgvuldige productietechnieken te werken.” Nieuwe producten verlaten niet zomaar het lab. In een proeffabriek, die eruit ziet als een steriele melkerij, wordt de wetenschappelijke expertise van Van Gelder en de zijnen vertaald in 'voorlopige' producten die langdurig getest worden voor ze daadwerkelijk op de markt worden gebracht.
Ook wetenschappelijk vormt voeding een uitdaging. Van Gelder: “Voeding is een samenspel van vele duizenden componenten. Wij richten ons steeds meer op de rol die voeding speelt bij het genezingsproces van patiënten. Welke voedingsstoffen vertonen in welke delen van het lichaam tekorten bij welke specifieke ziektes?” Zo vormen patiënten met een hartkwaal een belangrijke doelgroep. De markt voor hart- en vaatziekten is gigantisch. Van de ruim 140.000 mensen die in 2000 in Nederland overleden, stierven er zo'n 50.000 aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. Jaarlijks krijgen ruim 15.000 mensen in dit land tussen hun 35e en 65e levensjaar een hartinfarct of een beroerte. “Het gaat om een van de belangrijkste aandoeningen in onze westerse wereld. Er zijn op dit moment belangrijke ontwikkelingen gaande en we kunnen zeker met goede producten komen.”
De hoogleraar kan zich druk maken over het feit dat voeding geen enkele rol speelt bij de opleiding van huisartsen. Terwijl de betekenis van voeding en van voedingssupplementen voor de gezondheid toch van cruciaal belang is. “Wetenschappelijk is overduidelijk aangetoond dat mensen met bepaalde hartaandoeningen een tekort hebben aan bepaalde voedingsstoffen. We kunnen ze voedingsstoffen geven zodat die tekorten worden aangevuld. Het is nu bewezen dat dat de overlevingskansen van hartpatiënten verbetert.”
Ook voor nierpatiënten heeft Van Gelder goed nieuws: “Nierpatiënten, die regelmatig aan een dialyseapparaat worden gekoppeld, kunnen we met voedingssupplementen vooruit helpen. We kunnen namelijk producten maken die alleen die elementen bevatten die het lichaam nodig heeft. Dat zijn dezelfde producten als waarmee Lance Amstrong straks door de Alpen rijdt. Daarmee kun je de periode uitstellen waarop mensen aan een dialyseapparaat gekoppeld moeten worden. Daarmee kunnen we de kwaliteit van het leven van die mensen enorm verbeteren.”
Slijtage
Het algemeen aanvaarde idee dat een evenwichtige voeding alle stoffen bevat die het lichaam nodig heeft om gezond en fit te blijven, kan wat Van Gelder betreft op de helling “Wat is een gezond dieet? Voor wie? Er is een aantal vuistregels, dat klopt, maar er zijn heel veel verschillende doelgroepen voor wie juist die vuistregels onvoldoende zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen met slijtage in de gewrichten wier problemen ten dele kunnen worden weggenomen door aanvullingen te geven op de voeding.”
Tal van wetenschappelijke rapporten zouden volgens van Gelder juist aantonen dat voedingssupplementen uit het winkeltje van Numico geen overbodige luxe vormen. “Als je ziek bent, gaat het allang niet meer alleen over de medicijnen die je nodig hebt om je lichaam beter te maken, maar ook over de voeding. Uit voeding geselecteerde stoffen kunnen een heel belangrijke bijdrage leveren bij het genezingsproces. We staan eigenlijk nog maar aan het begin van dit soort van ontwikkelingen. We weten nog lang niet alles. We kunnen dus nog niet zeggen wat nou precies de bijdrage is van alle verschillende stoffen die in de voeding voorkomen voor het functioneren van het menselijk lichaam. Het kan misschien nog wel tien tot twintig jaar duren voor we daar echt alles van weten. Maar die twintig jaar zijn zo voorbij.”