De organisatie vreest dat families vermogen uit de onderneming moeten trekken om de fiscale claim te kunnen betalen bij schenking door of overlijden van een familieaandeelhouder.
Het wetsvoorstel voor een nieuwe successiewet wordt vandaag behandeld in de Tweede Kamer. Vanaf 1 januari 2010 moet de nieuwe wet gelden.
Het vorostel van staatssecretaris De Jager (Financiën) bepaalt dat de erfgenaam van een direct of indirect belang van minder dan vijf procent onmiddelijk met de fiscus moet afrekenen tegen een tarief van in totaal veertig procent van de waarde van de aandelen. Dat is nu nog anders: de grens ligt nu op 6,75 procent en de uitbetaling kan worden verspreid over tien jaar.
Fiscalist Herman de Ruijter van Ernst & Young zegt in het Financieele Dagblad: “Het kabinet kiest voor verdere verruiming van de vrijstelling van 75 naar 90 procent bij een aanmerkelijk belang van vijf procent of meer, maar dupeert tegelijkertijd die familiebedrijven waar de individuele belangen onder die grens zijn gezakt.”
Verdediging
De verdediging van het ministerie van Financiën laat wat te wensen over: volgens een woordvoerder gaat het ministerie ervan uit dat familiebedrijven niets te vrezen hebben omdat zij zich in ‘alle reële situaties’ kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsvrijstelling. Ook een zogenoemd fictief aanmerkelijk belang (een belang van minder dan 5 procent dat ooit groter is geweest) komt in aanmerking. “Verdere knelpunten zullen we uiteraard bekijken, en waar nodig zullen we actie ondernemen.”
Volgens De Ruijter is de tegemoetkoming voor fictief-aanmerkelijkbelanghouders in veel gevallen een wassen neus. Deze regeling geldt alleen als honderd procent van de holding in handen is van de familie. Is er ooit een belang gegeven aan het personeel, of heeft één familielid zijn aandeel buiten de familie verkocht, dan geldt de vrijstelling niet.