Aruba maakt een minder rafelige indruk dan Curaçao. Het begint al op het vliegveld, waar het hoogpolig tapijt ligt uitgerold voor de Amerikaanse toeristen. Ook het eiland zelf maakt een aangeharkte indruk; de hotels langs de kust staan keurig in het gelid.
In een zakenrestaurant op het terrein van een golfclub spreken we met advocaat Annemarie Verblackt (35) die ruim zes jaar geleden haar Nederlandse werkgever verruilde voor een Arubaans advocatenkantoor. Het was de zon die haar naar de Antillen trok. “Ik ben een zomermens. In de zon bloei ik op en barst ik van de energie. Het was een gok om naar een nieuw land te verhuizen, maar vanaf dag één voel ik me hier thuis.”
Vooral het relaxte leven op Aruba spreekt haar aan. “Mensen hebben geen volle agenda’s, genieten meer van het leven. In Nederland was ik zondagmiddag al onrustig, zat ik al na te denken over dossiers waar ik maandag mee aan de slag moest. Hier ga ik zondag lekker naar het strand. Ik leef hier als in mijn studententijd.” Als we die avond naar het happy hour gaan in de tuin van het Hyatt hotel, begrijpen we wat ze bedoelt. Terwijl we goedkope, maar prima cocktails drinken, speelt een bandje opzwepende merengue. We komen razendsnel in contact met tal van lokale zakenmensen die hier het einde van de werkweek vieren. De sfeer is los, je hebt geen LinkedIn nodig om contacten te leggen.
En netwerken, zal iedereen beamen, is cruciaal op de eilanden. “Toen ik hier net was, irriteerde het me dat iedereen alles regelde via zijn relaties”, zegt de advocate. “Nu ik zelf een groot netwerk heb opgebouwd, doe ik het ook. Zo werkt het hier. Het eiland is klein, de lijnen zijn kort.”
Op 1 juli van dit jaar begon Verblackt haar eigen advocatenkantoor, Aruba Legal, en koos ze definitief voor een toekomst op het eiland. “Ik ga twee keer per jaar op familiebezoek in Nederland, dat is genoeg. Alleen toen mijn vader even ernstig ziek was, realiseerde ik me hoe ver weg ik was.”
Tekst: Koen van Santvoord
Beeld: Maarten Noordijk