Zes indicatoren bepalen of je een kenniseconomie bent of niet. Hoe scoort Nederland ten opzichte van andere EU-landen?
De feiten op een rij:
#1. Opleidingsniveau
Laten we met goed nieuws beginnen. Nederland doet het qua opleidingsniveau goed. Eenderde van de beroepsbevolking (33 procent) is hoogopgeleid volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Dat overstijgt het gemiddelde van 27 procent. Spijtig is wel dat de hoogopgeleiden in ons land vaak een sociaal-economische, juridische of medische studie hebben gevolgd, terwijl de meest productinnovaties uit de technische breinen ontspruiten.
#2. R&D uitgaven
Nederland besteedt volgens het Europees statistiekbureau Eurostat 1,83 procent van het bruto binnenlands product aan R&D. Dat is onder het EU-gemiddelde van 2 procent. Nederland blijft vooral achter bij de Scandinavische landen (meer dan 3 procent) en Duitsland (2,8 procent). Het topsectorenbeleid van minister Verhagen moet daar verandering in brengen. Doelstelling is om de R&D uitgaven op te trekken naar 2,5 procent van het BBP in 2020.
#3. Patenten
Tot 2011 deden we het op patentengebied redelijk: met 2,5 procent van het aantal octrooiaanvragen bij het Europees patentenbureau EPO stond Nederland op de negende plaats. Maar sinds dit jaar zakken we weg. Het aantal patentaavragen ligt 13 procent lager, terwijl alle andere EU-landen juist meer aanvragen indienden. Probleemveroorzaker is Philips, dat na Siemens in Europa de grootste aanvrager was, maar sinds 2011 weinig meer presteerde op dat gebied. Naar eigen zeggen let de electronicagigant nu meer op de commerciële waarde van de vinding.
#4. Kennismigranten
Nederland is na de VS en Zwitserland het aantrekkelijkste land voor kennismigranten. De arbeidsmarkt is relatief gunstig, de beloning is goed en de Nederlandse kennisinstellingen staan weredwijd hoog aangeschreven. Vorig jaar verleende de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) aan bijna 5.900 kenniswerkers een werkvergunning. Hoe dat in andere EU-landen zit, hebben we niet kunnen achterhalen.
#5. ICT-infrastructuur
83 procent van de Nederlandse huishoudens beschikt over een breedbandaansluiting op internet. Nederland scoort daarmee een vierde plaats, na IJsland (92 procent), Zweden (86 procent) en Denemarken (84 procent). Volgens het ministerie van Economische Zaken kan 60 procent van de economische groei van Nederland op het conto van ICT worden geschreven.
#6. Durfkapitaal
Volgens Eurostat bedraagt het bedrag aan durfkapitaal in Nederland circa 200 miljoen euro, dat is 0,028 procent van het BBP. Ook hier blijft Nederland ver achter bij de Scandinavische landen (0,06 procent) en ook Frankrijk (0,043 procent). De afschaffing van de heffingskorting maatschappelijke beleggingen van 0,7 procent per 2013 (lees: fiscaal voordeel voor beleggingen in durfkapitaal) in het Lente-akkoord, zal de positie van Nederland verder doen verslechteren.
Lees ook:
- Steun de economie, stem op een vrouw!
- Wie wordt de nieuwe Crucell?
- Waarom Nederland een schildpadeconomie wordt
- Overleven in de kenniseconomie