Een leven lang leren: is het al die inspanning waard? Wetenschappelijk onderzoek geeft een verrassend eenduidig antwoord: ja. Altijd. Voor werkgever én werknemer.
Leuk hoor, een universitair diploma. Maar voor een klim naar de hoogste sporten van de carrièreladder is het allang niet meer genoeg. Natuurlijk, managen leer je in de praktijk, met vallen en opstaan. Maar zelfs de echte toppers redden het zelden meer met alleen een academische bul op zak. Zo volgde Ahold-topman Dick Boer het executive-mba-programma op het IBO in Zeist, en toog Randstad-cfo Robert-Jan van de Kraats naar Parijs voor een mba-studie aan Insead, net als zijn collega bij Unilever, Jean-Marc Huët.
Ook over de grens wordt het nut van extra opleiden steeds beter onderkend. Zo jaagt Google ruwweg een derde van het complete personeelsbestand door het zware, tweejarige opleidingsprogramma GoogleEDU. Zij krijgen daar training op een op data-analyse gebaseerde manier – hoe kan het ook anders bij een bedrijf dat leeft van data?
171 miljard
En ja hoor, zo’n opleiding mag wat kosten. Het bedrijfsleven in de Verenigde Staten besteedde in 2010 bijvoorbeeld ruim 171 miljard dollar aan training en verdere opleiding van personeel.
Ook in Nederland stromen de opleidingseuro’s overvloedig. Volgens de laatste berekeningen gaat er zo’n 3,2 miljard per jaar om in ‘niet bekostigd onderwijs’, zoals vervolgstudies of opleidingen aan een particuliere instelling worden genoemd. Dat is nog altijd slechts een tiende van wat de overheid uitgeeft aan het reguliere onderwijs, maar toch is het zo’n 2.500 euro per trainingsdeelnemer.
Ongeveer 1 op de 8 Nederlanders van boven de 17 jaar volgt jaarlijks zulk ‘niet bekostigd onderwijs’, waarvan het merendeel, zo’n 80 procent, op een of andere manier werkgerelateerd is. Daarmee scoren we boven het Europees gemiddelde.
Hamvraag
Allemaal leuk en aardig, die cijfers. Maar dan nu de hamvraag: is het al die investering in geld en tijd waard? Levert het in the end genoeg op om de inspanning te rechtvaardigen? Die vraag speelt niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor de werkgevers, die vaak een fors deel van de rekening oppikken, en niet in de laatste plaats ook voor de vele aanbieders in de markt, die graag hun toegevoegde waarde willen duiden.
Opvallend genoeg hebben economisch en sociale wetenschappers er pas de laatste jaren een antwoord op weten te vinden.
Dat hebben ze gedaan op grofweg twee manieren. De eerste is zowel het meest voorkomend als (voor werkgevers) het minst interessant, en focust zich op de salarisverandering die na een training optreedt. De achterliggende gedachte is dat die salariswijziging een reflectie is van de individuele productiviteitsverbetering als gevolg van de training.
Op deze manier berekend blijken de effecten van de meeste cursussen al aanzienlijk. Vooral managementopleidingen lijken hun geld dubbel en dwars waard, met salarisstijgingen tot 18 procent. Maar ook andere trainingen hebben niet te versmaden salarisgroei tot gevolg: training ‘on the job’ levert voor mannen gemiddeld zo’n 3,6 procent extra op en voor vrouwen zelfs 4,8 procent. Off the job nemen die getallen zelfs toe tot 6,6 en 9,6 procent.
Fijn voor de werknemer natuurlijk. Maar is daarmee ook de investering van de werkgever gerechtvaardigd? Of heeft hij alleen maar geld uitgegeven om iemand een tijd te missen en vervolgens meer salaris te mogen uitbetalen?
Hier komen we wetenschappelijk op gladder ijs. Getrainde en opgeleide medewerkers zijn productiever, dat blijkt al snel. Maar hoevéél productiever? Dat kwantificeren blijft een helse klus.
Gelijk verdeeld
Eigenlijk zijn er maar twee goede studies voorhanden die werkelijk ingaan op de return on investment op de opleidingseuro. Ze gebruiken andere data en andere methoden, maar bereiken daarmee toch dezelfde inzichten. Het zijn inzichten die ook al doorschemerden toen we naar de cijfers over salarisontwikkeling en productiviteitstijging keken.
Wat blijkt eruit? De productiviteitsstijging is ongeveer tweemaal zo groot als de stijging in het loon. In andere woorden: opleiden loont. Voor de individuele werknemer, die er na zijn inspanningen in salaris op vooruit gaat. Voor de werkgever, die onder de streep een positief effect vindt van zijn uitgaven. En niet in de laatste plaats voor de 19.000 opleidingsaanbieders in Nederland, die eindelijk iets over hun toegevoegde waarde kunnen zeggen. Weer wat geleerd…
MT’s toplijsten
De best beoordeelde opleiders door de lezers van MT:
Academische mba’s in Nederland
Nyenrode 8,12
TSM 8,05
RSM Rotterdam 8,0
TiasNimbas 7,95
Maastricht University 7,8
Algemene managementopleiders
BSN 8,17
IBO Business School 7,88
Avans 7,83
ICM 7,75
De Baak 7,65
Schouten & Nelissen 7,46
GITP 7,38
ISBW 7,24
NCOI 7,19
LOI 7,12
Tips & trucs
Niet elke opleiding, noch elke werknemer, heeft dezelfde return op de opleidingseuro. Enkele tips om alles uit je opleidingsbudget te halen:
Stuur je medewerksters. Vrouwen hebben volgens de onderzoeken tot drie procentpunt meer baat bij extra opleiding dan mannen.
Er is een sterke relatie tussen effect en eerdere opleidingen en trainingen. Kort en goed: hoe hoger de basisopleiding en hoe meer extra’s zijn geleerd, hoe vruchtbaarder elke extra opleidingseuro is.
Managementopleidingen leveren de meeste winst op. In salaristermen tot zo’n 18%, in productiviteitstermen zelf meer dan 36%.
Langdurig effect bereik je met door de werkgever geregelde opleidingen. De winst in skills, inkomsten en productiviteit houdt 13 jaar aan. Andere opleidingen zijn min of meer uitgewerkt na 8 tot 10 jaar.
Tegenover elk geïnvesteerd opleidingsuur moet volgens onderzoek zo’n 2 uur worden uitgetrokken voor praktijk-implementatie, wil het effect van de opleiding blijvend zijn.
Zorg altijd voor de vertaling naar het individu. Hoe beter een training aansluit bij de praktijk en de strategie van een onderneming, hoe groter het effect.
Opleiden heeft een sterk effect op het innovatief vermogen. Tien jaar werken laat het innovatief vermogen toenemen met 43 procent. Tien jaar opleiding leidt tot een toename van wel 112 procent.
>> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement?