Gadgets. Zijn het glimmende hebbedingetjes of noodzakelijke attributen om uw werk goed te kunnen doen? In ieder geval zegt bijna 60 procent van de managers van het MT-lezerspanel zonder gadgets zijn functie niet goed te kunnen uitoefenen.
Hoe belangrijk vindt ons lezerspanel het bezit van gadgets en wat doen ze ermee?. Onder gadgets verstaan wij: laptops, mobiele telefoons, mp3-spelers (bijvoorbeeld een ipod), blackberry’s en andere digitale organizers. We vroegen ons nog even af of je deze attributen wel onder het woordje gadget moet rangschikken – veel elektronica is zo ingeburgerd dat ze niet meer zijn weg te denken uit de standaard (mobiele) kantooruitrusting. Hoe dan ook, onze lezers beschikken er in ieder geval in ruime mate over.
Van de respondenten heeft 80 procent een laptop en een mobiele telefoon van de baas. De helft heeft een mobiele telefoon voor privégebruik, ruim 40 procent heeft een digitale organizer en een mp3-speler of ipod. De blackberry is (nog even) een statussymbool: maar 14 procent van de managers heeft er een.
Als we kijken naar leeftijd, blijkt dat managers tot 39 jaar vaker een laptop (87 procent) en een mp3-speler (50 procent) hebben dan managers ouder dan 40. Van de 40-plusssers heeft 76 procent een notebook en 37 procent een mp3-speler. Als ze zelf de portemonnee moeten trekken, is de liefde voor met name de blackberry aanmerkelijk minder. Zo zou bijna 70 procent er geen hebben als de baas niet zou betalen. Dat geldt overigens niet voor de mobiele telefoon, de laptop en (andere) digitale organizers. (Kunnen we daaruit concluderen dat de blackberry eigenlijk niet zo’n geliefde pda is?). De overgrote meerderheid van de ondervraagde managers (61 procent) zou voornoemde apparatuur wel zelf kopen. Overigens scoren ook hier de ’oudere’ managers hoger. Van de groep 40-plus zou 71 procent zelf een laptop aanschaffen.
Jaloers?
Dat gadgets geen onderscheidende statussymbolen meer zijn blijkt wel uit het feit dat u nooit jaloers bent op nieuwe speeltjes van collega’s. Althans, 74 procent van u. Het overige kwart toont zich, soms, wel afgunstig bij het aanschouwen van kekke, nieuwe apparaatjes van collega’s. Ook hier een opmerkelijk verschil in de antwoorden van de oudere en jongere manager. De groep 40-plussers laat zich niet snel imponeren door nieuwe hebbedingetjes: 82 procent is ’nooit’ jaloers en slechts 17 procent is dat ’soms’. De jonkies zijn trendgevoeliger; 60 procent is ’nooit’ jaloers en 38 procent ’soms’.
De jaloezie is niet sterk genoeg om meteen naar de winkel te rennen om de nieuwste gadgets te kopen. Slechts 10 procent heeft de behoefte om de laatste speeltjes direct aan te schaffen en eenzelfde percentage noemt zichzelf trendsetter.
Zonder?
Hoe belangrijk zijn gadgets voor managers? We hebben het belang getoetst door de respondenten een aantal stellingen voor te leggen. Een meerderheid van 58 procent zegt niet goed te kunnen werken zonder hulpmiddelen. Van de jongere, in het internettijdperk volwassen geworden manager, is 26 procent het ’helemaal eens’ met deze stelling tegen 13 procent van de groep 40-plus. Van de respondenten die zeggen ook zonder gadgets goed te kunnen werken, heeft bijna driekwart geen begrip voor mensen die zeggen zonder gadgets niét te kunnen werken. Desondanks is het opmerkelijk dat de grootste groep respondenten hun gadgets gemiddeld minder dan een uur per dag (31 procent) gebruikt. 23 procent gebruikt ze één tot twee uur per dag, 16 procent twee tot vier uur. Een relatief grote groep van 22 procent maakt meer dan vier uur per dag gebruik van zijn gadgets. Een week zónder gadget is voor de meerderheid van de managers (63 procent) geen probleem.
Ruim tweederde zegt productiever te zijn met behulp van de gadgets. Respondenten onder de 40 zijn het significant vaker ’helemaal eens’ met deze stelling dan 40plussers.
Met de work/life balans is het nog een beetje schipperen. Bijna 30 procent van de ondervraagde managers laat alles thuis wanneer ze op vakantie gaan, maar 47 procent neemt de apparatuur mee.
Philip Todd, Directeur Stichting Nederlands E-werkForum:
"Of mensen productiever zijn als ze gebruikmaken van gadgets? Productiviteit is sowieso een lastig begrip. Het is moeilijk te meten. Kijk, mensen die veel werken met laptops en pda’s zijn meestal consultants of mensen die veel reizen voor hun werk. Als iemand in het vliegtuig of in de trein zijn mail kan beantwoorden, of een
spreadsheet kan bijwerken, heeft-ie het gevoel productief te zijn geweest in anders verloren uren. Wat je eigenlijk meet is perceptie. Want er wordt nauwelijks onderzoek gedaan naar productiviteit. Er wordt gekeken naar de output en of deadlines worden gehaald. En daar blijft het vaak bij." Dat vooral jongere managers zeggen niet goed te kunnen werken zonder digitale hulpmiddelen, herkent Todd wel. "Het is hetzelfde dat jongeren niet meer kunnen hoofdrekenen en bij alles een rekenmachine nodig hebben. Ze zijn veel afhankelijker van technologie omdat ze ermee zijn opgegroeid."
Hans van der Meer, marketing manager office business applicaties Microsoft:
"We horen van klanten dat ze hun tijd effectiever benutten als ze gebruikmaken van pda’s. Het gevoel productiever te zijn, lijkt me dan een logische gevolgtrekking. Maar onderzoek hebben we niet gedaan, productiviteit is érg moeilijk te meten. Ik denk dat we aan het begin staan van een omslag. Enerzijds bespaart het tijd als we pda’s gebruiken. Aan de andere kant kóst het weer tijd om en de laptop, en de pda en online allerlei zaken bij te houden en te moeten synchroniseren. Echte tijdswinst behalen we als dat beter is geïntegreerd."