Ze zijn de hele dag in de weer met schilderijen, sculpturen en kunstfoto’s. En toch werken ze niet in een museum. De kunstcollectioneurs van Randstad, Aegon en Bouwfonds beheren duizenden werken en vullen zo het gat dat musea laten liggen. “Een bedrijf is geen museum. Dat moet je nooit uit het oog verliezen.”
Fons van Meijgaarden
Collectiebeheerder Bouwfonds
“In het midden van de jaren zeventig werd het hoofdkantoor van Bouwfonds uitgebreid met een nieuwe vleugel met heel veel lege wanden. Benno Premsela was toen een van de binnenhuisarchitecten, mede op zijn voorstel besloot de oprichter van Bouwfonds Jacob Wiersema om kunst te gaan verzamelen. Wiersema vond het belangrijk dat mensen op een positieve manier zouden worden geconfronteerd met kunst. Er zat toen een beetje het idee achter de mensen op te voeden. Pas veel later is een kunstcollectie ook een soort statussymbool geworden. De topstukken van de Bouwfonds collectie zijn bijvoorbeeld nu te zien in het Gemeentemuseum Den Haag. Dat is heel goed voor onze public relations.”
Fons van Meijgaarden is al vijftien jaar eindverantwoordelijke voor de kunstcollectie van het Bouwfonds. De collectie bestaat uit meer dan achttienhonderd werken verspreid over zeventien verschillende locaties. De collectie is heel divers, van schilderijen tot videowerk en van sculpturen tot glaskunst.
Museaal
“In principe kunnen alle soorten kunst hier een plek krijgen. We hebben een brede museale collectie verdeeld over de verschillende bedrijfspanden. Dat levert soms rare problemen op. Als we voor een mooi nieuw werk een goede plek hebben gevonden, dan kan het zo zijn dat het facilitair bedrijf er de volgende dag een kopieermachine voor zet, omdat er nergens anders ruimte is voor het apparaat. Geld verdienen is natuurlijk het belangrijkste voor een bedrijf, daar gaat het om. Als dat niet gebeurt kunnen we ook geen mooie kunst kopen. Dat is een groot verschil met echte musea waar de kunst centraal staat.
Kunstklimaat
“Bedrijfscollecties zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden voor het kunstklimaat in Nederland. Musea en overheden hebben steeds minder geld te besteden, in dat gat is het bedrijfsleven gestapt. Ik denk dat het bedrijfsleven op dit moment een hele grote stimulator van de kunst is in Nederland en dat zie ik in de toekomst alleen nog maar meer worden.”
Ella van Zanten
Collectie beheerder Rabobank
“Het Leids Universitair Medisch Centrum, een van mijn vorige werkgevers, is een collectie begonnen, omdat er een regeling bestond om een percentage van de kosten van een gebouw te besteden aan kunst. Banken, zoals de Rabobank, hebben een andere achtergrond om een collectie te beginnen. Daar heeft het ook te maken met het aankleden van de gebouwen en het creëren van een prettige werkplek. De overeenkomst tussen de twee instellingen is dat ze zich maatschappelijk willen verantwoorden door een collectie aan te schaffen.”
Ella van Zanten is sinds september verantwoordelijk voor de kunstcollectie van de Rabobank. De collectie bestaat uit bijna duizend werken en behoort tot de top van de Nederlandse bedrijfscollecties.
Onderhoud
“Met een team van zeven mensen zijn we elke dag bezig met de collectie. Zowel het onderhoud, het aankopen van nieuwe kunst, maar ook het zoeken naar nieuw talent. We verzamelen werken van vier generaties Nederlandse kunstenaars, beginnend bij de jaren vijftig. Als we een werk van een kunstenaar hebben gekocht, blijven we die persoon gedurende z’n hele carrière nauwlettend volgen. Dat komt perfect overeen met de filosofie van de Rabobank. De bank probeert ook met zijn klanten een duurzame, betrokken relatie op te bouwen.
Eindexamenexposities
“We zijn altijd op zoek naar goede kunst. We gaan naar eindexamenexposities van kunstacademies, naar beurzen en galeries. Per jaar komen er hooguit twee nieuwe talenten bij. Voordat we daartoe besluiten, volgen we iemand al enige tijd. Als we overtuigd zijn van de kwaliteit dan gaan we met die persoon in zee. Dat is voor hem of haar natuurlijk heel fijn. Hoewel het geen vrijbrief is, er moet wel kwaliteit worden geleverd. Het is niet zo dat we dan elk jaar iets van die kunstenaar kopen. We proberen alleen werken aan te schaffen die een belangrijke ontwikkeling laten zien. Dus soms kopen we twee keer per jaar wat van een bepaalde kunstenaar, maar soms ook drie jaar niet. De collectie van de Rabobank geeft een beeld van de belangrijke kunstenaars en ontwikkelingen van de naoorlogse Nederlandse kunst.”
Corrie van der Veen
Collectiebeheerder Aegon
“Kunstenaars zetten je aan het denken, laten je anders kijken, dat is een rijkdom. Door kunst in bedrijven op te hangen bereik je mensen die daarmee anders niet in aanraking komen. Het klinkt misschien raar, maar dat voel ik een beetje als mijn missie. Er zijn altijd mensen bij die heel erg geïnteresseerd raken in kunst en uiteindelijk een werk willen kopen. Die vragen dan aan mij waar ze naar toe moeten. Ik verwijs ze dan naar de juiste galeries of naar kunstbeurzen. Maar er zijn natuurlijk ook mensen die er helemaal niets aan vinden. Je hebt heel veel geduld nodig om uit te leggen dat kunst niet altijd om schoonheid gaat, er zit ook een verhaal achter een kunstwerk.”
Dakloos
Corrie van der Veen is verantwoordelijk voor twee bedrijfscollecties. Sinds 1990 beheert ze de Aegon collectie en de laatste vijf jaar is zij tevens conservator van de NOG Collectie van het SNS Reaal Fonds. De NOG Collectie heeft geen vaste verblijfplaats, deze collectie is ‘dakloos’ en kan worden uitgeleend aan musea of maatschappelijk culturele instellingen. Het doel ervan is de collectie is de kunstwerken onderdak te geven opdat zo veel mogelijk mensen met kunst in aanraking komen.
Niet simpel
“Het beheren van een collectie is niet zo simpel als het lijkt. Je hebt met veel verschillende mensen te maken. Niet alleen met de kunstenaars maar ook de directies, raad van bestuursleden en de werknemers, je moet iedereen proberen tevreden te stellen. Daarnaast worden de bedrijfscollecties steeds professioneler beheerd. We proberen maatstaven te hanteren die eigenlijk bij een echt museum horen, dat botst wel eens. Je kunt alles leuk thematisch ophangen maar binnen de kortste keren is alles van plek veranderd door interne verhuizingen. Het is ook belangrijk voor het behoud van de werken dat de luchtvochtigheid en de temperatuur enigszins in de gaten worden gehouden. Dat is vaak een groot probleem. Maar een bedrijf is geen museum, dat moet je nooit uit het oog verliezen.”
Astrid Wassenberg
Collectiebeheerder Randstad
“In het begin van de jaren zestig, toen Frits Goldschmeding begon met Randstad, had uitzendwerk nog een beetje louche een karakter en werd het vaak met koppelbazen geassocieerd. Goldschmeding wilde laten zien dat Randstad een eerlijk bedrijf was van hoge kwaliteit. Dus vanaf het begin werden alle publiciteitscampagnes door topfotografen gemaakt. Na een aantal jaren ontstond er een zeer bijzondere verzameling foto’s en werd er naar aanleiding daarvan besloten om fotografie te gaan collectioneren.”
Astrid Wassenberg beheert al meer dan zeven jaar de fotocollectie van de uitzendorganisatie. Na haar studie kunstgeschiedenis en archeologie in Utrecht, werkte ze bij verschillende galeries en musea. Na een jaar op de marketing- en communicatieafdeling van Randstad werkzaam te zijn geweest, werd haar gevraagd of ze interesse had om de fotocollectie van het bedrijf te beheren.
Foto's
“De collectie bestaat op dit moment uit ongeveer vijfhonderd foto’s. Van veel foto’s hebben we meerdere afdrukken dus hebben we in het totaal zo’n dertienhonderd werken te beheren. De collectie is inmiddels in waarde verveelvoudigd. Kunstfoto’s worden steeds kostbaarder, dat heeft ook een groot nadeel. Meer dan 6000 euro voor een foto is geen uitzondering meer. Terwijl vier jaar geleden de prijs nog rond de drie 3000 euro lag.
Werk
De fotowerken die we aanschaffen gaan allemaal over het thema ‘werk’. De kunstenaar moet werken of geboren zijn in een van de landen waar Randstad gevestigd is. Gelukkig zitten we nu zelfs in Japan en China dus hebben we keuze genoeg. Eigenlijk zijn er maar drie taboes: het werk mag niet politiek, godsdienstig of erotisch getint zijn. Vroeger was het budget gekoppeld aan de vestigingsmeters. Dus als er veel nieuwe kantoren bij kwamen steeg het budget om foto’s aan te kopen. Op dit moment is het budget bevroren. Er is genoeg geld voor het onderhoud van de collectie en om af en toe een bijzondere aankoop.”