Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Managers in legergroen

Toe aan een nieuwe uitdaging? Even geen puf meer? Ga helpen in voormalige oorlogsgebieden. U zeurt nooit meer als de televisie stuk is en komt herboren terug. Binnenkort worden er managers uitgezonden naar Afghanistan.

Anjo van Engelen, branchespecialist bij Rabobank Nederland, leerde schieten, mijnen herkennen en de rangen en standen binnen het leger. Ook kreeg ze een cursus geschiedenis en politiek van Bosnië. Daarna vertrok ze in dienst van Defensie naar dat land om de ondernemers aldaar te helpen met hun plannen. Van Engelen (38) wilde altijd al graag met een ontwikkelingsproject haar steentje bijdragen aan het verbeteren van de maatschappij. De militaire omgeving nam ze op de koop toe. “Bij dit project was het prettig dat ik niet maanden van huis hoefde te zijn. Vijf weken vind ik nog wel te doen. Het was wel even wennen, in een Hercules naar Split vliegen, daar een wapen in ontvangst nemen en vijf weken lang de hele dag in uniform lopen. Maar het viel allemaal enorm mee. Een uniform zit bovendien lekkerder dan een mantelpak.” Van Engelen organiseerde een seminar waar een Bosnische professor een lezing gaf over de omslag naar het marktdenken. Zeventig ondernemers kwamen op de bijeenkomst af. “Die omslag in het denken gaat nog jaren duren. Maar het belangrijkste doel van het seminar hebben we wel bereikt: dat de Bosniërs met elkaar gaan netwerken.” Van Engelen ging naar Bosnië in het kader van het IDEA-project. Dit samenwerkingsverband van werkgeversorganisatie VNO-NCW en het ministerie van Defensie heeft als doel om direct na een oorlog te beginnen met economische opbouw van een land. Tussen 2001 en 2004 verbleven een paar honderd reserveofficieren uit het bedrijfsleven vijf weken onder bescherming van het Nederlandse leger in Bosnië om er vrijwilligerswerk te verrichten. In totaal adviseerden ze vierhonderd Bosnische ondernemers bij het ontwikkelen van hun bedrijfsplannen. Een land moet zo snel mogelijk na het beëindigen van een oorlog beginnen aan het opbouwen van de economie. Tot die conclusie kwam Dick Scherjon, secretaris van VNO-NCW en initiatiefnemer van het project, eind jaren negentig. De opbouw kan het beste beginnen als er nog militairen in een gebied zitten zodat die kunnen zorgen dat de civiele adviseurs veilig hun werk kunnen uitvoeren. “Wij willen de bevolking in voormalige oorlogsgebieden een toekomstperspectief bieden door werkgelegenheid te stimuleren. De beste manier om dat te doen is via het midden- en kleinbedrijf. Zelfstandig ondernemerschap is belangrijk, dat heeft Nederland ook groot gemaakt” Ook werkgevers in Nederland hebben baat bij dit project, aldus Scherjon. “Iedereen die in Bosnië is geweest, keert als een ander mens terug. Ze leren meer relativeren. Vier weken verblijf in Bosnië kan een managementdevelopment-cursus wel vervangen.”

Afghanistan

In Bosnië zit de taak erop; lokale ondernemers hebben de adviesorganisatie overgenomen. Nu is het de hoogste tijd om Afghanistan hulp te bieden. Vorig jaar voerde Scherjon er een verkenningsmissie uit en VNO-NCW wil het project nu voortzetten in de noordelijke provincie Baghlan. Daar heeft het Nederlandse leger de leiding over een provincial reconstruction team dat deel uitmaakt van vredesmacht ISAF. De wederopbouw beperkt zich op dit moment tot het aanleggen van wegen, scholen en ziekenhuizen. Maar de bevolking heeft geen geld om hun kinderen naar school te sturen of de dokter te betalen. Daarom wil VNO-NCW zo snel mogelijk een impuls geven aan het midden- en kleinbedrijf in de provincie. Als de Afghanen niet op een normale manier geld kunnen verdienen, lonkt al snel de lucratieve maar duistere wereld van de papaverteelt. Luitenant-kolonel Daan Oskam (50) vertrekt nog liever vandaag dan morgen naar het Midden Oosten. “In Bosnië zijn we eigenlijk vijf jaar te laat begonnen,” zegt Oskam, in het dagelijks leven directeur-eigenaar van Jobs4People, een detacheringbedrijf voor IT-personeel. “Toen wij kwamen, had er al een enorme braindrain plaats gevonden. Veel hoogopgeleide mensen waren inmiddels vertrokken naar landen als Zweden en de Verenigde Staten. In Afghanistan kunnen we dat voorkomen als we er op tijd bij zijn. De vier jaar ervaring uit Bosnië moeten we nu inzetten om Afghanistan te helpen.” De situatie in Afghanistan is gevaarlijker dan in Bosnië, beseft Oskam. Maar het is nog lang geen Irak, waar hij voor VNO-NCW ook de omgeving heeft verkend. In Afghanistan kun je prima de stad in gaan om met de lokale bevolking een gesprek aan te knopen. Zoiets is in Irak onmogelijk zonder tot op de tanden bewapend te zijn. VNO-NCW ziet er voorlopig dan ook van af om het IDEA-project in Irak voort te zetten.

Vrouwen

In de moslimgebieden is dringend behoefte aan vrouwelijke adviseurs. Vrouwelijke ondernemers mogen nu eenmaal niet of nauwelijks contact hebben met mannen. VNO-NCW heeft dan ook zakenvrouwen gestimuleerd om zich aan te melden. Na een spoedopleiding tot officier konden ze in dienst treden van het Nederlandse leger. Zo regelde ook Florentien Braat (40) eind 2002 bij haar toenmalige werkgever Getronics vijf weken onbetaald verlof om te helpen aan de wederopbouw van Bosnië. Na een korte militaire opleiding – hetzelfde klasje als Van Engelen – vertrok ze als 1e luitenant in dienst van Defensie. De consultant bivakkeerde bij het Nederlandse leger. “Op de basis heerste een ontspannen sfeer; het eten werd verzorgd, onze kleding gewassen. We sliepen met twee mensen in een ‘fab’, een container waar een deur, een raam en airco in waren gebouwd. Het leek wel Tour of Duty maar dan minder stoer.” Een van Braats ‘adviesklanten’ is een onderneemster uit de stad Donji-Vakuf die met twee oude naaimachines herstelwerk verrichtte. De vrouw had geld nodig om een machine te kopen, maar Braat stelde voor om dat geld uit te sparen door een machine te lenen en vervolgens te investeren in een reclamecampagne en stof. Uiteindelijk maakten ze met een printer op de militaire basis posters van A4-tjes en regelde Braat via haar contacten in Nederland een paar gratis balen stof.

Relativeren

Voor de meeste officieren was het verblijf in een voormalig oorlogsgebied een intense ervaring die tot de nodige reflectie over het eigen leven en werk leidde. Zo is Oskam sinds de ervaring in Bosnië eerder tevreden en maakt hij zich veel minder druk als er even iets tegen zit. Verder vond de luitenant-kolonel het vooral een ‘creatieve uitdaging’ om met weinig hulpmiddelen iets voor elkaar te krijgen. “Met mijn eigen kennis en netwerk heb ik geprobeerd iets voor die mensen te betekenen. In Bosnië stond een kapotgeschoten metaalfabriek. De eigenaar had geen geld om die weer op te bouwen. Wij hebben er toen voor gezorgd dat een Nederlandse spuitgieterij die fabriek weer heeft hersteld en het personeel heeft overgenomen.” De ervaring in Bosnië liet ook Braat niet onberoerd. “Ik ben sindsdien veel realistischer. Ik klaag nu echt niet meer als de televisie eens een keer kapot is. De mensen daar hebben echt helemaal niets, die zitten binnen bij een kachel met jassen aan om het nog een beetje warm te houden.” Braat heeft nog wel een waarschuwing voor officieren die binnenkort op missie gaan: bewaak goed je eigen grenzen bewaken en probeer niet de hele wereld te helpen. In Bosnië trokken sommige officieren zich het leed van de bevolking zo erg aan dat ze voortijdig naar Nederland moesten terugkeren. Andere officieren hadden moeite om in Nederland de draad van het gewone leven op te pakken. Bij Van Engelen duurde het wel een paar weken. Eenmaal terug in Nederland vond ze het moeilijk om met anderen over de ervaringen in het door oorlog geteisterde land te praten. “Ik heb veel schrijnende gevallen gezien. Ik besef nu pas hoe makkelijk en comfortabel ons leven in Nederland is. En hoe prettig het is om te kunnen leven in een veilige omgeving.”

Gevaar

De missies van de Nederlanders zijn niet zonder risico, helemaal met Afghanistan als volgende bestemming. Voor Oskam is dat geen reden om dan maar thuis te blijven. Hij heeft vijf kinderen tussen de negen en achttien jaar, maar zijn familie ondersteunt hem volledig bij de riskante reizen. Oskam: “Wij hebben een christelijke achtergrond en we zijn van mening dat je mensen moet helpen als je daartoe in staat bent, zelfs als je risico's moet nemen. Natuurlijk is het ook spannend om weer even in een militaire omgeving te zijn. Ik vind het geweldig om in een helikopter te zitten.” Oskam kan zich prima weren in gevaarlijke situaties. Hij is scherpschutter bij de Koninklijke Marechaussee en geeft nog elke twee weken schiettraining aan officieren. In Bosnië heeft Oskam nog nooit de trekker van zijn geweer hoeven aanspannen. Zolang de officieren zich houden aan de voorschriften van de commandant van het bataljon, duiken er niet zo snel gevaarlijke situaties op. In Bosnië voelden ook de vrouwen zich geen enkel moment bedreigd, al liepen ze er wel met een pistool rond. Het gevaarlijkste waren de mijnen die overal in het land verspreid liggen. Braat: “Toen we een keer op bezoek gingen bij een boer waren we extra gewaarschuwd door de commandant om op de verharde wegen te blijven.” Braat, inmiddels werkzaam als softwareconsultant bij Columbus IT Partner, kan nog altijd enthousiast vertellen over haar avontuur in Bosnië. “Het is fijn om de mensen daar te kunnen helpen,” vindt Braat. Maar de Afghanen hoeven niet op haar hulp te rekenen, de situatie daar is haar voorlopig te onveilig. Van Engelen zou best via IDEA naar Afghanistan willen, mits het land voldoende stabiel is om aan economische opbouw te beginnen. “Ik ga ervan uit dat de situatie voldoende veilig is als het project groen licht krijgt.”

Ontwikkelingstegenwerking

VNO-NCW wil de komende twee jaar minimaal honderd reserveofficieren uitzenden naar Afghanistan. Het project kampt echter met weerstand uit onverwachte hoek. Organisaties voor ontwikkelingssamenwerking zijn niet blij met de hulp van de reserveofficieren. Ngo's als Cordaid, Novib en ICCO vinden dat de militairen zich te ver buiten hun eigen terrein begeven en vrezen de controle over de discussie over ontwikkelingshulp te verliezen. Een nog grotere angst is dat de ontwikkelingshulp die de militairen bieden ten koste gaat van hun eigen budget.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Goedbetaald vrijwilligerswerk

De Rabobank is gul in het verlenen van buitengewoon verlof aan medewerkers die via IDEA worden uitgezonden. Werknemers krijgen voor de helft van de periode buitengewoon (doorbetaald) verlof. Voor de resterende periode kunnen ze onbetaald verlof of vakantiedagen opnemen. Niet alle werkgevers hebben zo'n riante regeling. Meestal moeten medewerkers voor de hele periode onbetaald verlof of vakantiedagen opnemen. Het betekent echter niet dat ze op een houtje hoeven te bijten. De vrijwilligers komen voor vier tot zes weken in dienst van Defensie en ontvangen een militair salaris. De hoogte hangt af van de rang in het leger en bedraagt zo'n honderd à tweehonderd euro per dag. Daarbovenop komt nog een dagvergoeding van circa 45 euro. Wie zich aan wil melden kan terecht bij VNO-NCW in Den Haag.