Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Managers hebben geen gevoel voor tijd

'Topmanagers hebben weinig tot geen besef van tijd'. Een terloopse uitspraak, opgetekend uit de mond van morrende werknemers rondom het koffieapparaat? Welnee. Het betreft hier een wetenschappelijk onderbouwde, dus verantwoorde stellingname, afkomstig uit het proefschrift van onderzoeker Ida Sabelis. Vorige week promoveerde zij tot doctor in de sociale wetenschappen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

Nu is het knap verleidelijk om de stand van het universitair onderzoek in Nederland eens stevig aan de kaak te stellen. De maatschappelijke bijdrage van wetenschappelijke gevolgtrekkingen als die van Sabelis kun je niet bepaald 'groot' noemen. Bovendien kan elke dilettant aan de hand van menig persconferentie of analistenbriefing eenvoudig vaststellen dat de horizon van de gemiddelde bestuursvoorzitter de twaalf maanden niet overschrijdt. De toegevoegde waarde van Sabelis' onderzoek schuilt in de constatering dat sommige topbestuurders het tijdprobleem onderkénnen. Dat is alvast een hele opsteker.

Wat is er precies aan de hand? Volgens Sabelis spartelen Nederlandse topmanagers hopeloos met het fenomeen 'tijd', zowel waar het gaat om de persoonlijke agendavoering als wat de bedrijfsstrategie voor de langere termijn betreft. De oorzaken van dat falende time management zijn: veelvuldige onderbrekingen tijdens de hoofdwerkzaamheden, een (te) versnipperd pakket eisen en taken, maatschappelijke druk en complexe marktomstandigheden. Al die zaken wreken zich in korte-termijnbeslissingen, in opeenstapelingen van op zichzelf staande veranderingsprocessen en reorganisaties. Voor het formuleren en implementeren van 'de brede visie' ontbreekt het ogenschijnlijk aan tijd. De vraag: 'Waar moet deze organisatie over vijf jaar staan?', of – nóg existentiëler: 'Waar houd ik mijzelf in 2007 mee bezig?' gaat daarmee roemloos aan de Nederlandse topmanager voorbij.

Managers van enig kaliber moeten fysiek een flinke deuk in een pakje boter kunnen slaan, psychisch de stabiliteit zelve zijn, toe kunnen met vijf uur slaap per nacht en continu beschikbaar zijn voor de zaak: een eisenpakket dat op voorhand een groot aantal high potentials diskwalificeert. Opmerkelijk is dat strategische gaven zoals langetermijnvisie en het controleren van de toekomst niet nadrukkelijk zijn geformuleerd in het ideaalplaatje van de topbestuurder. Óf men hecht er weinig waarde aan, óf men verwacht dat die eigenschappen van huis uit zijn meegegeven. Beide opties zijn trouwens waandenkbeelden. Strategisch leiderschap is wel degelijk van het allergrootste belang en het bezit van die kwaliteit maakt het verschil tussen een werkelijke big shot en het type middenmoter dat geen benul heeft van tijd.

De redenen die dr. Sabelis aanhaalt voor het haperende tijdsbesef van topmanagers vormen niet de ware oorzaak van het probleem. Het uitvoeren van zwaar, complex en verantwoordelijk werk, zonder daarbij automatisch de lange termijn uit het oog te verliezen, is wel het minste wat je van een directievoorzitter mag verwachten. Wat menig topmanager vandaag de dag zo nerveus en onzeker maakt met betrekking tot zijn perspectief van tijd, is het compleet doorgeslagen dogma van de aandeelhouderswaarde. Daarin schuilt het venijn.

Moet het al een hele race tegen de klok zijn om van kwartaalcijfers naar halfjaarrapport te rennen, sinds kort zweert elk beetje bedrijf ook nog eens bij tussentijdse interim-rapportages over omzet- en winstverwachtingen voor de bijzonder korte termijn. Zogezegd omdat aandeelhouders dat op prijs zouden stellen, maar feitelijk om elk vleugje positief nieuws aan te grijpen ter wille van de beurskoers en – dus – de aandeelhouderswaarde. Geen wonder dat de doorsnee topmanager zich in maart al zorgen maakt over de aanstaande zomerdip en zich bijgevolg steeds vaker afvraagt in welk jaargetijde hij nu eigenlijk leeft.


De veronderstelling dat aandeelhouders boter bij de vis willen, mist elke grond. Beleggers, zowel particuliere als institutionele, kiezen bij voorkeur voor de lange termijn. Door met alle industrietrends mee te waaien, door met grote regelmaat kortlopende saneringen en reorganisaties aan te kondigen, en door om de paar weken een veranderde visie op de marktomstandigheden los te laten, lijken topbestuurders vooral signalen af te willen geven aan day traders en andere beursspeculanten. Een dergelijke interpretatie van het verschijnsel aandeelhouderswaarde komt het besef van tijd inderdaad niet ten goede.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.