Als een frauderende manager een bedrijf te gronde richt, staan accountants vaak machteloos. Hoogleraar Roger Meuwissen pleit voor meer toezicht.
Een derde van de grote Europese bedrijfsfiasco’s van de afgelopen vijfentwintig jaar is veroorzaakt door frauderende of onverantwoordelijke managers. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Maastricht en de Erasmus Universiteit Rotterdam.
“Er zijn meer faillissementen als gevolg van fraude dan ik verwachtte, terwijl de rol van de accountants juist van minder belang is dan doorgaans wordt gesuggereerd,” zegt de Maastrichtse onderzoeker Roger Meuwissen. De onderzoekers bestudeerden zestig business failures, gevallen waarbij bedrijven over de kop gingen of de waarde van de aandelen kelderde. Het zijn zaken die veel publiciteit trokken, zoals Parmalat, Ceteco, Ahold, en Baan. Vaak werden de fiasco’s veroorzaakt door ‘dominante managers’, bestuurders die in het bedrijf een onaantastbare positie hadden opgebouwd die zij misbruikten om zichzelf te verrijken. In elf van de zestig onderzochte zaken werden de betrokken accountantskantoren voor de rechter gedaagd, maar slechts in drie gevallen kwam het tot een veroordeling.
Niet systematisch
Al is de accountants in juridische zin niks te verwijten, de vraag blijft waarom zij bedrijfsrampen niet zagen aankomen. Volgens Meuwissen is fraude op hoog niveau nu eenmaal moeilijk op te sporen: “Accountants zijn gericht op het ontdekken van systematische fouten, terwijl ingenieuze fraude juist niet systematisch is.” In de Verenigde Staten is na de grote boekhoudschandalen van de afgelopen het toezicht op beursgenoteerde ondernemingen verscherpt (de Sarbanes-Oxley-wetgeving). Volgens Meuwissen hoeven de Amerikaanse maatregelen in Europa niet één-op-één over genomen te worden. “In de VS worden managers vaker dan hier beloond voor de resultaten van het bedrijf. Daardoor zijn er meer gevallen van ‘creatief boekhouden’, waarbij de winstcijfers onder druk van managers worden gemanipuleerd. In Europa worden de problemen veroorzaakt door dominante managers die geen tegenspraak dulden en bijvoorbeeld het pensioenfonds plunderen. Zeker niet minder erg, maar wel een probleem van een andere aard.” Meuwissen pleit voor meer toezichtsmechanismen. De code-Tabaksblat voor behoorlijk bestuur noemt hij ‘een stap in de goede richting’, maar om werkelijk effectief te zijn moet een aantal elementen uit de code een meer verplichtend karakter krijgen. Zo ziet Meuwissen een belangrijke rol weggelegd voor het audit committee, een orgaan dat toezicht uitoefent op de verslaggeving en de controle van de accountants. “Beursgenoteerde ondernemingen moeten verplicht een audit committee krijgen. Zo’n committee is verantwoordelijk voor het aannemen en ontslaan van de interne accountants. Er moeten deskundige mensen in zitten, geen voormalige directeuren van het bedrijf.” Bovenal moeten accountants ‘permanent een sceptische kijk op de zaak hebben’, benadrukt Meuwissen.