Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Leidingleed

Veel Nederlandse managers sluiten 's avonds tandenknarsend aan in de file. Ze maken zich boos over werknemers met een negen-tot-vijfmentaliteit die te weinig initiatief tonen, slordig werken en hun werk niet op tijd afhebben. De resultaten van Management Teams online enquête: leidinggeven is tobben.

Jarenlang heb je geploeterd tijdens een studie bedrijfskunde of economie, om op een dag de titel 'manager' te mogen dragen. Je verheugt je op de verantwoordelijkheid, het salaris, de lease-auto, de verantwoordelijkheid! Je kent je klassiekers – Porter, Mintzberg, Drucker – en je kunt blind een strategische kostenberekening maken. Een integrale supplychain-analyse? U vraagt, wij draaien. Maar dan begint de eerste werkdag, en plotseling blijkt dat je succes niet alleen afhankelijk is van je eigen kennis, ervaring en inzet. Je succes blijkt in hoge mate afhankelijk van de mensen over wie je de scepter zwaait. Dát hadden ze niet verteld op Nyenrode. “Ik wens u veel personeel,” luidt een joods spreekwoord. Hoeveel waarheid schuilt er in deze verwensing? Manage-ment Team heeft haar lezers gevraagd naar hun 'leiding-leed', en de resultaten zijn eenduidig. Managers zijn maar matig tevreden over hun werknemers. Ze maken zich boos over werknemers met een negen-tot-vijfmentaliteit die te weinig initiatief tonen, slordig werken en hun werk niet op tijd af hebben.

Leidingles
Omdat werknemers niet altijd even vaardig zijn, of de kantjes ervan aflopen, is de manager natuurlijk ook uitgevonden. Eén brok communicatietalent, wijsheid en enthousiasme. Dat is althans het type manager dat wordt geworven in personeelsadvertenties. De praktijk is anders. Managers blinken niet altijd uit in het geven van leiding, en dat is niet verwonderlijk. Tijdens studies die opleiden voor een leidinggevende functie spelen de praktische kanten van leidinggeven een ondergeschikte rol. De nadruk ligt op theoretische vakkennis, bijvoorbeeld financiële technische kennis. Er is wel degelijk aandacht voor management, maar ook dan alleen in theoretische zin. Managementprofessoren met klinkende namen vullen de gespitste oren van hun studenten met pittige theorieën over organisatievormen, transformatie-processen en strategieën. Je zou denken dat de studenten zich wekelijks een paar uur zouden moeten melden voor de Leidingles, maar daarvoor is geen tijd in het drukke programma.

Het oefenen van praktische vaardigheden ligt eigenlijk voor de hand. Managers, en met name beginnende managers met een 'operationele functie', zijn een groot deel van de tijd bezig met leidinggeven. Uit de enquête Leidingleed blijkt dat zelfs de gemiddelde manager niet minder dan 40 procent van zijn tijd bezig is met communiceren, organiseren, sturen, delegeren en het controleren van de medewerkers die hij onder zijn hoede heeft. Een deelnemer aan de enquête zegt dat hij het leuk vindt om een goed team op te bouwen, maar het valt hem soms zwaar:
“Goed leidinggeven kost vrij veel tijd. Het schrijven van adviezen en dergelijke moet daarom vaak buiten kantooruren gebeuren.” Na hun opleiding kunnen managers natuurlijk cursussen volgen en andere deeltijdopleidingen. Maar het aantal cursussen waarin de praktische kanten van managen worden belicht is zeer beperkt. Rollenspellen en praktische tips maken geen deel uit van een masterclass 'Inspiratie & Daadkracht voor leidinggevenden in de 21ste eeuw' en andere veelbelovende trainingen waarmee sommige bureaus adverteren.

Coachend leidinggeven, bezielend leidinggeven: het zijn vaardigheden die voor veel managers tot de hoge school dressuur van het vak behoren. Maar niet relevant zijn als je de basisvaardigheden nog niet beheerst. Hoe leid je een vergadering? Hoe voer je een sollicitatiegesprek? Hoe plan je een project? “Managers weten niet meer hoe het moet,” schreef Loek Wijchers, partner bij de Holland Consulting Groep, twee jaar geleden. “Ze zijn specialisten op hun vakgebied, ze weten hun bedrijf door de moeilijkste marktomstandigheden te loodsen, maar hoe ze met hun personeel om moeten gaan, hoe ze moeten leiden, sturen en motiveren, nee, dat moet je niet aan ze vragen.” Eigenlijk zijn het dus helemaal niet zulke goede managers, concludeert Wijchers. Maar hij voegt daaraan toe dat managers handig genoeg zijn om hun handicaps te verhullen. “Ze besteden het managen gewoon uit.

Niet voor niets hebben de consultants, vooral zij die zich hebben gespecialiseerd in personeel en organisatie, nog nooit zulke goede zaken gedaan.” Sommige managers zit leidinggeven in het bloed. Wijchers schat dat niet meer dan 10 procent van alle Nederlandse managers het van nature in zich heeft. 30 procent zal het nooit leren, oordeelt Wijchers. Gelukkig leert een eenvoudige rekensom dat 60 procent het zou kúnnen leren als zijn berekening klopt. Zelfs de beste, ervaren managers zijn voor het behalen van hun targets afhankelijk van hun medewerkers. Via verloop of groei kunnen managers de gemiddelde kwaliteit van hun medewerkers sturen door slim aannamebeleid. Maar meestal moeten ze zich zien te redden met het personeel dat ze hebben. En dat valt niet mee, blijkt uit de resultaten van de enquête Leidingleed.

Middelmatig personeel
Leidinggevenden hebben het regelmatig zwaar, aldus de 128 deelnemers aan de enquête. Maar aan hun leeftijd kan het niet liggen: ze zijn gemiddeld 42 jaar en veel van hen zullen dus al jarenlange ervaring hebben met leidinggeven. De respondenten zijn overwegend mannen; slechts 12,5 procent is vrouw. Hun gemiddelde bruto-inkomen is hoog, het bedraagt bijna 69.000 euro. Een derde van alle respondenten geeft leiding aan minder dan 10 medewerkers, een derde aan 10 tot 25 medewerkers en een derde aan meer dan 25 medewerkers. De verhoudingen worden op scherp gezet met de vraag of managers makkelijk aan goed personeel kunnen komen. Dat blijkt nog steeds een groot probleem. Voor 30 procent van alle deelnemende managers is dit een dagelijks bron van zorg. Nog eens ruim 30 procent meldt dat dit niet meevalt. Maar even moeilijk als het aannemen van goede mensen is het afscheid nemen van slechte medewerkers. Eveneens 30 procent van alle managers heeft grote problemen met het laten afvloeien van mensen, en ruim 30 procent meldt dat dit veel beter zou kunnen. De Nederlandse manager zit met veel slechte tot middelmatige personeelsleden in zijn maag.

Niet alleen voor de managers, waarvan de meerderheid actief is in de zakelijke dienstverlening, maar ook voor zijn medewerkers geldt in elk geval dat hun vakkennis een ruime voldoende verdient. Van alle respondenten zegt slechts één manager dat dit een grote bron van zorg is. 18 procent vindt dat het beter zou kunnen, 44 procent is tevreden en ruim 37 procent noemt de vakkennis van zijn mensen 'uitstekend'. Eén respondent waarschuwt dat hij als leidinggevende niet altijd op zoek is naar mensen met veel kennis. Hij schrijft: “Gezocht: mensen met vaardigheden.
Aangeboden: mensen met kennis.” Gevraagd naar de accuratesse waarmee de medewerkers hun vakkennis en vaardigheden uitbaten wordt het beeld al wat minder rooskleurig. Slechts 16 procent van alle manager geeft zijn medewerkers het predikaat 'uitstekend'. Bijna 50 procent is redelijk tevreden – 'het gaat'. Maar ruim 30 procent vindt ronduit dat zijn medewerkers accurater zouden moeten werken. Enkele managers ondervinden dagelijks problemen met medewerkers die niet accuraat werken.

Medewerkers zouden wel wat meer initiatief mogen tonen, vinden veel managers. Niet meer dan 14 procent vindt dat zijn mensen veel eigen initiatief tonen. Bijna 40 procent is milder en kan er wel mee leven. 32 procent kampt echter met medewerkers die alles voorgekauwd moeten krijgen, en voor 13 procent is de relatie wat dit betreft ronduit problematisch. “Het meedenken over oplossingen en activiteiten in nieuwe markten ontbreekt,” klaagt een manager. Ze zouden zich volgens deze 43-jarige manager ook wel eens wat vaker mogen afvragen hoe belangrijk klanten zijn voor hun bedrijf.

Negen-tot-vijfmentaliteit
Veel managers 'gaan ervoor' en werken net zo lang door tot de file alweer opgelost is. Dit bleek vorig jaar onomstotelijk uit de resultaten van Management Teams enquête Managementagenda. Status, salaris en andere arbeidsvoorwaarden vormen gelukkig voldoende prikkels voor de gemiddelde leidinggevende om niet al te vaak op zijn horloge te kijken. Zijn medewerkers zouden wat dit betreft een voorbeeld aan hem kunnen nemen. 30 procent van de managers die deelnamen aan de enquête vindt dat zijn mensen geen negen-tot-vijfmentaliteit kan worden verweten en noemt hun inzet uitstekend. 40 procent vindt dat het wel gaat. Maar een kwart van alle managers oordeelt dat hun mentaliteit te wensen overlaat. Eén op de dertien managers heeft zelfs medewerkers die de kantjes ervan aflopen. Onvoldoende mensen werken accuraat, en sommigen maken hun handen niet viezer dan strikt noodzakelijk is – of zelfs helemaal niet. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor hun prestaties. Een handvol managers heeft medewerkers die er nooit in slagen hun werk op tijd af te hebben. Bij 35 procent van alle managers zou het beter kunnen. Gelukkig kan nog altijd zo'n 60 procent van alle managers bij zijn superieuren melden dat het werk meestal op tijd af is. 20 procent hiervan heeft zelfs helemaal niets te klagen.

Kortom: de situatie in het Nederlandse bedrijfsleven is werkbaar, maar bepaald niet ideaal. Managers hebben veel enthousiaste, hardwerkende medewerkers. Maar vaak enkele collega's die achterblijven. En die kunnen het voor de rest verpesten, waarschuwt een manager. Hij zit er niet voor niets, dus probeert de manager zijn manschappen aan te sporen hun werk beter te doen. Luisteren ze dan? Daar kan het eigenlijk niet aan liggen, blijkt uit de enquête. Ruim 85 procent van alle managers vindt dat zijn opdrachten en adviezen redelijk tot goed worden opgevolgd. Niet meer dan 12,5 procent vindt dat het beter zou kunnen, en slechts een paar managers moeten met het schaamrood op hun kaken melden dat er gewoon niet naar hen wordt geluisterd. Dezelfde positieve resultaten komen bovendrijven als de managers wordt gevraagd of zijn medewerkers waardering voor hem hebben. Weer is 85 procent van alle managers van mening dat men wordt gewaardeerd. Relatief veel managers ondervinden zelfs steun van medewerkers bij hun zware taken. Minder dan 20 procent heeft weinig tot niets aan zijn medewerkers. Maar 45 procent vindt dat men goed wordt gesteund door de medewerkers. En 35 procent noemt de steun van zijn medewerkers ronduit uitstekend.

Je verdedigt je mensen niet voor niets zo vurig tijdens de vergaderingen van het managementteam. Een beetje respect is wel op zijn plaats. Ook daarover heeft de gemiddelde Nederlandse manager niets te klagen. 30 procent vindt dat men veel waardering krijgt voor zijn werk. Ruim 56 procent is tevreden met de waardering, en een kleine 13 procent vindt dat het beter kan.
Het milde oordeel dat werknemers en hun bazen voor elkaar hebben, komt waarschijnlijk voort uit het feit dat ze natuurlijk in hetzelfde bootje zitten. De werkdruk is hoog. Voor 20 procent is er niets aan de hand en de helft redt het wel. Maar voor 33 procent van alle managers is de werkdruk te hoog. 13 procent hiervan maakt zich dagelijks zorgen.

Familie
Wat zijn het voor mensen, die door de manager moeten worden gestuurd en gestimuleerd? Het oordeel van de managers is ronduit warm. Eén grote familie, is het beeld dat wordt opgeroepen. Geen dubbele agenda, geen binnenvetters die het ene denken en het andere zeggen. Nederlandse managers zijn gezegend met openhartige werknemers. Uitstekend, roept bijna de helft van alle managers. Bijna 40 procent heeft niets te klagen. En nog geen 12 procent van de leidinggevenden vindt dat zijn mensen wel iets opener zouden kunnen zijn, of ronduit gesloten zijn.
Vindt-ie ze aardig? Het beeld wordt nog rooskleuriger dan het al was. Slechts een paar bazen kunnen enkele van hun mensen niet luchten of zien. Nog enkele managers vindt ze gewoon niet sympathiek. Maar 30 procent vindt ze aardig en niet minder dan 60 procent vindt zijn collega's zéér sympathiek. Hoe pakt hij ze aan, die manager? Hoe slaagt hij erin ze zover te krijgen dat ze hun werk op tijd afkrijgen, dat ze hun beste beentje voorzetten? Hoe houdt hij de touwtjes in handen? Soepel, meldt maar liefst 87 procent. 13 procent houdt de teugel liever strak.


Wat is zijn leiderschapsstijl? 66 Procent van alle managers voelt de tijdgeest goed aan en probeert zijn mensen te motiveren en te stimuleren. 14 procent is rechtlijniger en verkiest een sturende stijl. Bijna 20 procent van de managers laat het initiatief aan zijn mensen, en positioneert zichzelf als een faciliterend manager. Veel managers werken met medewerkers die te weinig initiatief tonen. Het werk is niet altijd af en er wordt regelmatig slordig gewerkt. Ondanks alle malaise kunnen managers het pluche niet meer missen. Niet minder dan 73 procent wil graag hogerop als manager. Slechts enkele managers willen in de toekomst liever geen leidinggevende positie meer. Opvallend genoeg zou 20 procent van de managementpopulatie graag ondernemer willen worden. Leidinggeven betekent hard werken. Het leven van een leidinggevend kent veel dieptepunten. Maar ook hoogtepunten, en die zijn volgens hen ook te danken aan de medewerkers. Meerdere managers strooien met complimenten. Een 33-jarige manager die dagelijks tussen de 10 en 25 mensen aanstuurt: “Na een reorganisatie een club mensen gekregen die gedreven zijn en goed in hun vak. Kortom: boffen met mijn mensen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.