Sinds Indiër Ratan Tata de merken kocht, barsten het oer-Britse Jaguar en Land Rover weer van de ambitie. Met de Range Rover Evoque als eerste grote bewijs. “Wat Audi kan, kunnen wij ook.”
Ratan Tata houdt van wereldbedrijven. Hij bouwde zijn eerste met Tata Steel, zijn tweede met Tata Global Beverages. En daar bleef het bepaald niet bij. De Tata Group waar Ratan Tata zijn naam aan verleent, telt inmiddels zo’n 90 bedrijven, verdeeld over zeven sectoren, actief in 80 landen. Samen vorig jaar goed voor een omzet van 83,5 miljard (!) dollar, waarvan bijna 60 procent van buiten India komt.
En nog is de honger niet gestild. Zo heeft de bijna 74-jarige Ratan nog altijd grootse plannen, bijvoorbeeld met Tata Motors. Met de Nano, het kleinste autootje ter wereld, die met name in thuismarkt India een grote toekomst wordt toegedicht, mag het dan langzamer gaan dan gedacht, met – verrassend genoeg – Jaguar en Land Rover lijkt het succes nog te gaan lukken ook.
Niet eens de helft
De multimagnaat kocht de van oorsprong Britse merken in 2008, aan het begin van de kredietcrisis, kort nadat hij met het Brits/Nederlandse Corus ook al een grote staalleverancier had binnengehaald – belangrijk voor de auto-industrie.
Ford, dat Jaguar al bezat sinds 1989 en Land Rover in 2000 kocht van BMW, deed het totale bedrijf JLR van de hand voor 1,15 miljard Britse pond. Dat was nog niet eens de helft van het bedrag waarvoor het Amerikaanse autoconcern de merken indertijd had verworven. Maar desondanks zal Ford blij zijn geweest de twee te zijn kwijtgeraakt: winst werd er onder hun bewind immers nooit gemaakt – het jaar van verkoop uitgezonderd.
Wie het laatst lacht…
Er zat voor Ratan Tata een persoonlijk tintje aan de aankoop van de twee Britse autobedrijven. Zijn vader Naval was een van de vijf Indiërs geweest die eind jaren ’40 een Jaguar XK120 reed en Ratan zei in een interview met veel nostalgie aan die auto terug te denken.
Maar het was bepaald geen hang naar het verleden die Jaguar en Land Rover in Indische handen dreef. Wat Tata ook zag – als van de weinigen – was een heel goede business opportunity. Een visie die langzaamaan begint uit te komen. Zo rapporteerde het bedrijf in maart dit jaar een nettowinst van 1,04 miljard pond – dus bijna het aankoopbedrag – bij een omzet van zo’n 10 miljard. Een heel verschil met de 24 miljoen winst die een jaar eerder nog werd gemaakt. Zo’n 244.000 auto’s rolden er van de band, 50.000 meer dan het jaar ervoor, vooral dankzij de groeiende verkopen in markten als China en India. En het aandeel van Tata Motors is sinds de aankoop van JLR in 2008 liefst 60 procent gestegen.
Geen windeieren
Het moet een wrang gevoel zijn voor Ford, dat feitelijk het fundament legde voor de huidige groei. Zo zijn de succesnummers Jaguar XK en XF in de Fordtijd ontwikkeld door befaamd designer Ian Callum. En ook Land Rover wist onder Ford-bewind zijn modellengamma en bedrijfsvoering verder te optimaliseren, nadat BMW er al stevig de bezem door had gehaald. “Het heeft ons geen windeieren gelegd dat we de laatste jaren verschillende eigenaren hebben gehad”, zegt Philippe Robbrecht, brand director Land Rover Benelux, dan ook.
Miljarden aan r&d
Het Tata-imperium
De familie Tata heeft in India in 140 jaar een zakenimperium opgebouwd dat zijn gelijke niet kent. Met 425.000 medewerkers over de hele wereld en bedrijven in ict, engineering, materialen, services, energie, consumentenproducten en chemie, is het vrijwel onmogelijk níet met Tata in aanraking te komen.
De bekendste van de 90 bedrijven die onder de groep vallen zijn Tata Steel, Tata Motors, Tata Consultancy Services, Tata Power, Tata Chemicals, Tata Global Beverages, Indian Hotels en Tata Communications.
Tata Motors hoort na de aankoop van Jaguar Land Rover tot de top-5 automakers in de wereld. Het merk Tata behoort volgens Brand Finance tot de 50 sterkste ter wereld, BusinessWeek zette het bedrijf zelfs op 17 in de lijst met meest innovatieve bedrijven ter wereld. Vooral na de liberalisatie van de Indiase economie is de groei hard gegaan. Zo kwam pas in 1998 de eerste volledig in India gemaakte auto op de markt: de Indica, tien jaar later gevolgd door de Nano, in hetzelfde jaar dat Jaguar en Land Rover aan het bedrijf werden toegevoegd.Maar het zou te veel eer zijn het huidige succes alleen aan Ford toe te schrijven. Ook investeerder Tata heeft sinds de overname al miljarden aan research & development in de auto’s gepompt. En dat gaat de komende vijf jaar gewoon door, zegt JLR-ceo Ralf Speth, die het heeft over “het meest ambitieuze productontwikkelingsprogramma in de historie van de twee merken”.
De 1,5 miljard pond die jaarlijks in r&d wordt gestopt, moet in vijf jaar tot veertig nieuwe modellen of afgeleiden daarvan leiden. Dat is nu al te merken. Zo kwam Jaguar eerder dit jaar met de C-X75 Hybride, de strakke hypermoderne sportauto, die door de BBC treffend werd omschreven als “high on sex appeal, low on emissions”. Een heuse prestige-auto. Jaguar bouwt er slechts 250 van (met een vanafprijs van 700.000 pond).
In juni lanceerde Jaguar vervolgens zijn vernieuwde XF, die vooral dankzij een zuinige viercilinderdieselmotor beter opgewassen moet zijn tegen zijn voornamelijk Duitse rivalen.
En recent was het dan de beurt aan Land Rover, dat zijn fonkelnieuwe Range Rover Evoque aan de wereld toonde. Deze kleinere en aangenamer geprijsde mini-Range Rover moet het verkoopvolume van heel JLR het komende jaar met 25 procent opstuwen. Als dat lukt, wordt de nieuwkomer meteen de grootste in aantallen binnen het concern. En de voortekenen zijn gunstig, want hoewel de auto pas net op de markt is, zijn er al ruim 18.000 boekingen voor binnen.
Middelmatigheid
Het zijn vooral de nieuwe modellen die de van oorsprong Britse automerken weer midden op de kaart moeten zetten. Met name Jaguar kan dat ook goed gebruiken. Het gerenommeerde, 75 jaar oude merk kampt al tijden met een imago van middelmatigheid en maakt volgens insiders verlies. Wie kijkt naar de verkoopaantallen snapt dat meteen. Van de 244.000 auto’s die JLR dit boekjaar verkocht, zijn er 191.000 voorzien van het merk Land Rover.
Slim gezien
De vernieuwde XF (onder meer in een zuinige viercilinder 2.2-diesel uitvoering verkrijgbaar) moet daar verandering in brengen. Global brand director Adrian Hallmark zette het verkooptarget voor Nederland volgend jaar bijvoorbeeld op 1.300, liefst duizend meer dan het aantal Jaguar XF’s dat vorig jaar de showroom uitreed. En dat is volgens hem nog maar het begin. “Wat Audi en BMW kunnen, kunnen wij ook”, zei hij recent tegen MT. “Ook wij gaan kleinere premium auto’s bouwen. Zuinige viercilinderauto’s zijn de markt. Ze vertegenwoordigen 50 procent van de markt en die markt hebben we op dit moment niet.”
Hallmark, gepokt en gemazeld door eerdere hoge posities bij Porsche, Bentley en VW, liet zich in augustus tegenover Bloomberg ontvallen dat Jaguar de aanval opent op de BMW 3-serie. Waar de vernieuwde XF een alternatief moet vormen voor de BMW 5-serie, zal Jaguar nu dus ook kleinere modellen op de markt gaan brengen. Net zoals Land Rover doet door de Evoque tegenover de BMW X3 te positioneren.
Winning mood
Hoewel de nieuwe modellen hun potentie nog moeten waarmaken, lijkt Tata opnieuw de laatst lachende. JLR verkeert op dit moment in elk geval in een winning mood. Het bedrijf zorgt voor 57 procent van de omzet van Tata Motors en voor het leeuwendeel van diens winst.
En hoewel de investeringen die winst nog altijd ver overstijgen en het afzetvolume voorlopig nog steeds maar een kwart is van die van concurrenten als Audi en BMW, begint de diversificatiestrategie van de beide merken ook ontegenzeglijk vruchten af te werpen.
Ratan Tata is daarom ook voorzichtig met drastische wijzigingen. Zo blijft de ontwikkeling en productie van Jaguar Land Rover voorlopig in Engeland. Dit jaar is weliswaar de eerste autofabriek in India in gebruik genomen, maar die is voorlopig uitsluitend bedoeld voor assemblage van zogeheten Complete Knock Downpakketten, aangeleverd door de Land Roverfabriek in Halewood, Groot-Brittannië.
De fabriek is helemaal gericht op het in elkaar zetten van de Freelander 2 voor de Aziatische markt, een markt die de gehele auto-industrie op dit moment de echte groeicijfers brengt. Als het lukt dáár met Jaguar en Land Rover dezelfde emotie los te maken als Ratan Tata had toen zijn vader zo’n 60 jaar geleden met een XK120 kwam aanzetten, kunnen de Duitsers hun borst nog nat maken.
> Dit artikel is afkomstig uit MT Magazine. Klik hier om het magazine online te bestellen.
XF: hersteloperatie
Het 76-jarige Jaguar was lange tijd het slechtste jongetje uit de klas, met weinig vernieuwing en vooral veel oude glorie.
Maar met het nieuwe design en het nieuwe motorgamma zet het Britse oermerk een hersteloperatie in. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de nieuwe XF, een volwaardige concurrent voor de BMW 5, die begint met een zuinige viercilinder 2,2-dieselmotor die niet meer dan 1 op 20 verbruikt en zo de kleinste Jag eindelijk een B-label bezorgt.
In vergelijking tot zijn voorganger kreeg de nieuwe XF een nieuwe bumper, een agressievere grille en werden de koplampen voorzien van ledverlichting in de vorm van een J.
Binnenin is de auto ook opgeknapt. Het infotainment kreeg een grondige opknapbeurt en het dashboard werd volledig vernieuwd. De nieuwe XF is te koop vanaf 56.600 euro, de drieliter V6-diesel kost 9.000 euro meer.
Evoque: aanval op BMW en Audi
Hoewel pas deze maand op de markt, zijn er in Nederland al een kleine 400 exemplaren verkocht van de Range Rover Evoque. De afzet is daarmee in zijn eentje in één maand al groter dan de gehele jaaromzet van Jaguar in Nederland.
Het doel voor volgend jaar ligt nog eens drie keer zo hoog. Afgaande op de rijkwaliteiten moet dat lukken. Het koetswerk oogt heerlijk gespierd, de cockpit is de elegantie zelve, met een eigentijdsheid die andere Range Rovermodellen zo vaak ontberen. Een full-size, vast glazen panoramadak versterkt het gevoel van ruimte en comfort in het interieur. Daarbij is de Evoque de compactste, lichtste en zuinigste Range Rover ooit, en lijkt zo opgewassen tegen de BMW X3, Audi Q5 en Mercedes GLK.
Als tweewielaangedreven diesel met een CO2-emissie van minder dan 130 gram per kilometer heeft hij volgens de fabrikant zelfs “de beste duurzaamheid in zijn klasse”.
Het tweewielaangedreven instapmodel (eD4) kost 42.900 euro. Een vierwiel-aangedreven exemplaar komt vanaf 45.900 euro, maar voor een beetje uitvoering moet toch al gauw 55.000 euro worden neergeteld.