Toegegeven, bescheidenheid is belangrijk voor leiderschap. Bescheiden leiders worden meer gewaardeerd, zijn doeltreffender en hebben teams die beter presteren. Tegelijkertijd kan te veel bescheidenheid ervoor zorgen dat je onzichtbaar blijft of dat anderen denken dat je selectief bent in relaties en netwerken. Een tikkeltje arrogant zelfs.
Heel wat leiders gebruiken bescheidenheid als excuus om geen contact te hoeven leggen met anderen, om niet in de schijnwerpers te hoeven staan en niet hun kennis te hoeven delen. Kortom: een excuus om niet te hoeven werken aan hun netwerk. Want je kennis en expertise delen, events en recepties aflopen, de pers te woord staan, jezelf zichtbaar maken (offline en online); het voelt allemaal zo onnatuurlijk, opportunistisch zelfs. Hoog tijd om stil te staan bij het belang van netwerken. Want dat belang is er.
Waarom netwerken we?
Adam Grant, hoogleraar aan de Amerikaanse business school Wharton, toonde aan dat succesvolle leiders eerder netwerken vanuit een attitude van ‘geven’ dan van ‘nemen’. Ze stellen zich niet de vraag: wat kan mijn netwerk doen voor mij? Of: wie staat bij mij in het krijt? Maar wel: wat kan ik betekenen voor mijn netwerk? Aanvankelijk hebben nemers succes, soms zelfs meer dan gevers, maar op lange termijn vallen ze vaker door de mand. Tip 1 is dus: geef.
Met wie netwerken we?
Succesvolle netwerkers denken ook na over hoe ze netwerken. Net zoals het voor de ontwikkeling van kinderen cruciaal is dat ze niet telkens met dezelfde vriendjes spelen, is het ook voor leiders belangrijk om een wisselend netwerk te ontwikkelen. Succesvolle netwerkers beperken zich niet tot één bepaalde groep van usual suspects. Onderzoek van de Amerikaanse hoogleraar Larry Miller toont aan dat een gevarieerd en tegelijk diepgaand netwerk bevorderlijk is voor doeltreffend leiderschap. Ook eigen onderzoek met collega’s Susan Ashford (University of Michigan) en Dirk Buyens (Vlerick Business School) laat zien dat wie bij een diverse groep mensen actief feedback en advies zoekt, creatiever is dan wie telkens een beroep doet op dezelfde kliek. Tip 2 is dan ook: wissel geregeld van netwerk.
Waarover netwerken we?
Tot slot mogen we ook het ‘wat’ niet uit het oog verliezen. Onderzoek van Herminia Ibarra, hoogleraar aan London Business School, toont aan dat de meeste mensen vooral functioneel netwerken. Ze bouwen een netwerk op om hun kerntaken goed of beter te kunnen uitvoeren. Denk aan een IT-professional die naar een IT-congres gaat om nieuwe inzichten op te doen. Ibarra stelt dat succesvolle leiders daarnaast nog twee belangrijke andere netwerken opbouwen: een netwerk dat gericht is op hun persoonlijke ontwikkeling en een strategisch netwerk.
Dit is een samenvatting van het artikel dat in MT nummer 4 van dit jaar verscheen. Het hele artikel lezen? Klik hier voor een abonnement.
