Interim-managers moeten professioneler worden en niet werken vanuit hun ‘onderbuikgevoel'. Een opleiding en een keurmerk moeten deze buitenstaanders helpen.
Volgens Arie de Ruijter, hoogleraar sociale wetenschappen aan de Universiteit van Tilburg, werken interimmers nu teveel vanuit hun ‘onderbuikgevoel'. "Ze leunen heel sterk op hun eigen ervaring, gekoppeld aan hun persoon. Die ervaring en waarom het op een bepaalde manier goed werkt, kunnen ze niet goed onder woorden brengen."
Wiel uitvinden
Dat is een probleem, vindt de mede-initiator van het eerste Interim Management Congres dat vrijdag 28 november plaatsvindt. "Zo kunnen ze hun kennis onvoldoende delen en moeten mede-professionals steeds opnieuw het wiel uitvinden."
Verwachtingen
Professionalisering door een opleiding en een kwaliteitskeurmerk, kan het vak naar een hoger niveau tillen. Het zou er verder toe bijdragen dat het voor een organisatie duidelijker is wat zij kan verwachten. "Dan weten ze wat voor vlees ze in de kuip halen en waar ze voor betalen. Nu kan iedereen zich zomaar interim-manager noemen. Organisaties kunnen niet zeggen: dit voldoet niet aan onze verwachtingen, want ze wéten niet wat ze kunnen verwachten."
Korte termijn
De verleiding voor interventiemanagers is groot om een ‘opportunity snatcher' te worden. "Ze bereiken op korte termijn succes; ze richten zich op laag hangend fruit", legt De Ruijter uit. "Het probleem áchter het probleem blijft zitten. De lange termijn oplossing van een onderneming zitten de interventiemanagers vaak juist in de weg."
Schutting
Dit heeft er ook te maken dat organisaties volgens De Ruijter te vaak interim-managers binnenhalen. "Ik zie dat bijvoorbeeld lokale overheden met grote problemen de verantwoordelijkheid over de schutting gooien. Ze huren dan een interim-manager in. Als die het probleem niet kan oplossen, kunnen ze zeggen: die professional lukt het ook niet. Dat is een verkeerde attitude."
Geen belangen
Overigens vindt hij dat het inschakelen van een interventiemanager zeker ook voordelen biedt. "Die persoon heeft geen verleden en geen toekomst met de organisatie. Hij heeft geen belangen binnen het bedrijf en is objectief. Bovendien kan hij maatregelen – op sociaal gebied – doorvoeren die een intern persoon moeilijk kan verkopen."
Executive masteropleiding
Die executive masteropleiding moet per januari 2009 "met vlag en wimpel" de markt op, als het aan De Ruijter ligt. Dat moet een strategische alliantie worden tussen professionals aan de ene kant en kennisinstituten aan de andere kant. Het gaat vooralsnog om het Instituut voor InterventieManagement, de Nyenrode Business University en de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen. Volgens De Ruijter staan die partijen positief tegenover deze "combinatie van boeren- en boekenwijsheid".