In Almere is sinds 2010 Innovation Industries actief, een kraamkamer voor startups uit de hoek van interactieve media. De initiatiefnemers zijn niet van de straat.
Interactieve diensten introduceren, dat was waar Joris Kruse als directeur van Media Republic en Lost Boys op focuste. Totdat hij zelf de media-industrie wilde vernieuwen. Samen met pioniers Jan Michiel de Pont, oud-sales director van Endemol en Eyeworks, en venture capitalist Harm de Vries runt hij sinds 2010 incubator Innovation Industries.
Startup
Innovation Industries is in feite zelf een startup op de zevende verdieping van het WTC in Almere. Het bedrijf vormt momenteel de baarmoeder van zes piepjonge ventures, waarvan er nu al vier daadwerkelijk de markt zijn opgegaan.Talentvolle ondernemers mogen de startups bij Innovation Industries tot wasdom laten komen. Als ze succesvol worden, streven oprichters Kruse, De Vries en De Pont naar een aandelenbelang in de bedrijven. De Pont: “Als een ondernemer zich met een startup echt in de markt heeft weten te nestelen, gaan we voor een aandelenverdeling om de tafel zitten.”
Eigen opleiding
Alle ventures hebben in meer of mindere mate een vernieuwend karakter in zich, hetzij door een innovatief businessmodel, een dienst of een technologie. Ze hebben een bovengemiddelde kans om succesvol te worden, omdat de oprichters op een groot zakelijk netwerk kunnen bouwen. In de toekomst verwachten Kruse, De Pont en De Vries veel talent en venture-ideeën te kunnen aantrekken dankzij een geaccrediteerde Master- opleiding ‘Media-Innovatie’, die Innovation Industries samen met de NHTV in Breda sinds september aanbiedt. Kruse, zelf ook associate professor aan de NHTV: “Wij helpen de universitaire wereld bij het toepasbaar maken van nieuwe formats en technologieën. Er worden projecten ontwikkeld, vanwaaruit weer deals en dus ventures kunnen voortkomen.”
Medialab
Drie ventures die nog in de incubatorfase verkeren, en waar dus nog maar een klein team en beperkte werkruimte voor ‘geregeld’ is, zijn ‘Medialab’, ‘Local5’ en BrandQings. Medialab is een voorlopige werknaam voor een techniek waarmee winkelketens het kijkgedrag van consumenten kunnen meten. Vier camera’s voorzien van eyetrackingtechnologie leggen de bewegingen van iemands pupillen vast, waarna een systeem deze analyseert.
Het trio wil de techniek juist niet in een echte, maar een nagebootste winkelomgeving benutten. Innovation Industries zit bovenop deze in de wetenschap ontwikkelde technologie door zijn nauwe banden met het hoger onderwijs, vooral dankzij venture capitalist De Vries. “De grote supermarktketens houden dit soort metadata graag voor zichzelf, terwijl de grote A-merken er heel graag meer van willen weten. Wij kunnen die schappen nabouwen en op basis van een licentieovereenkomst fundamenteel onderzoek voor ze doen.”
Local5
Local5 is gebaseerd op het idee om in samenwerking met een internationale telecomprovider een location-based service op basis van geocasting aan te bieden. Een consument die zich binnen een winkelcentrum begeeft, kan een korting aangeboden krijgen op basis van klantinformatie die de aanbieder al tot zijn beschikking heeft in een database. “Je gaat voorkomen dat een winkelier met hagel schiet naar consumenten”, zegt De Vries over deze venture, waar zijn bedrijf een minderheidsbelang in heeft. “In feite zijn bijvoorbeeld aanbiedingen van Groupon niet meer dan hagelschoten waarvan sommige treffers zijn. Vaak zitten de consumenten eigenlijk niet te wachten op die aanbieding, maar gaat er zo nu en dan toch op in omdat het om een korting gaat. Bij ons werkt het andersom. Je zit er juist op te wachten.”
BrandQings
BrandQings is een platform voor merkenactivatie dat volledig is gebaseerd op de kracht van social media. Met de resultaten zouden mogelijk ‘social media brandlovers’ en –‘haters’ te onderscheiden zijn. “Voorlopig zijn we hier wel even druk mee. Maar als er een venture-idee tussenkomt, wat echt onderscheidend is, dan gaan we daar zeker wat mee doen. Uiteindelijk verwachten we dat al die bedrijfjes voor een inktvlekeffect zorgen en weer nieuwe mensen met andere ideeën aantrekken.”
Cloudyday
Paul van Oostenrijk ging drie maanden geleden namens Cloudyday als eerste ondernemer binnen Innovation Industries de markt op. De afgestudeerd ‘informationengineer’ denkt over een veelbelovende bedrijfsvoering te beschikken. Zijn cloudservicebureau richt zich volledig op de MKB’er. Van Oostenrijk lanceerde vorig jaar VICCER, met behulp van deze tool houd je je adresboek op je touchpad, telefoon en computer gemakkelijk up to date. “Daarvan verloopt de afname alleen niet zoals we ons zouden wensen”, stelt hij nu.
De HvA-alumnus, die is afgestudeerd op de ontwikkeling van een eigen bedrijf, liet zich daardoor echter niet uit het veld slaan en is na de lancering van VICCER in augustus 2010 al snel met een nieuwe service gekomen. “Cloudyday is een spin-off van een idee dat ik al eerder in mijn hoofd had. Het is de IT-partner van de toekomst voor midden- en kleinbedrijf” Cloudyday, dat drie man sterk is, adviseert bedrijven welke diensten ze in de cloud zouden kunnen zetten, rollen deze services voor hen uit en ondersteunen daarna met service, support en onderhoud. “Er is voor bedrijven een onuitputtelijke bron van IT-voorzieningen beschikbaar in de wolk op afstand. Wij helpen bedrijven uit te zoeken wat ze met die wolk kunnen doen en helpen ze vervolgens over te stappen.”
De ondernemer ziet zich in zijn visie gesterkt, omdat hij binnen drie maanden vijf klanten heeft weten aan te trekken. Voor de één ontwikkelt hij een applicatie, voor de ander regelt hij de optie om kalenders en bestanden te delen en voor nog weer een ander rolt hij een iPad-programma uit. Zijn doel is om aan het einde van het jaar het aantal van vijf naar 100 klanten omhoog gebracht te hebben. Gemiddeld rekent hij tussen de 1500 à 2500 euro voor consultancy en de uitrol van een dienst. “In 2015 hoop ik op 50 medewerkers en heb ik mijn eigen producten. We willen zelf ‘cloud’ diensten gaan aanbieden. Ook wil ik graag marktleider op gebied van smarthomes worden, ik denk dat die markt groot gaat worden.”
AppAgents
De oprichters van Innovation Industries realiseerden zich vorig jaar dat het aantal developers van mobiele applicaties uit de pan rijst. Intussen willen ook steeds meer bedrijven een app laten ontwikkelen. Startup AppAgents wil zich als makelaar van deze partijen opwerpen. Kruse, De Vries en De Pont zochten voor hun bedrijfsidee een ondernemer met analytisch vermogen. Ze kwamen uit bij Jona Derks, een student aan de Universiteit van Amsterdam en een cum laude graduate van de Hogeschool Utrecht. “Ik wilde die kans heel graag grijpen”, reageert Derks vanachter zijn bureau op de zevende etage van het WTCAA, waar Innovation Industries gevestigd is. “Dit is een markt die heel erg snel groeit en ik vind het fantastisch om daar deel van uit te maken.”
Derks is, voordat zijn bedrijf AppAgents in maart op de markt kwam, een half jaar bezig geweest met het uitwerken van een businessplan. Daarbij dook hij tegelijkertijd een aantal veelbelovende cijfers op. App downloads zouden volgens onderzoek wereldwijd van 10,9 miljard in 2010 naar 76,9 miljard in 2014 stijgen. De opbrengsten zullen in 2014 zo rond de 35 miljard dollar zijn. Tegelijkertijd groeit het mobiel datagebruik van consumenten met meer dan 80% per jaar. Cijfers die in ieder geval bevestigen dat developers van mobiele apps de aankomende jaren veel geld kunnen verdienen.
“Ontwikkelaars willen zich alleen niet met de commercie bezig houden”, stelt Derks, in lijn met de visie van de oprichters van Innovation Industries. “Joris, Jan-Michiel en Harm merken dat er geen link was tussen ontwikkelaars en merken die behoefte hebben aan een app. Wij willen die agent voor hen zijn.” Volgens Derks en zijn drie ‘partners’ bestaat er nog niet een dergelijk makelaarsmodel in Europa. Derks: “Er zijn alleen twee partijen in de VS die min of meer hetzelfde doen.”
Makelaar
AppAgents richt zich vooral op de massa, ofwel de individuele ontwikkelaars. Derks schat dat er zo’n dertig grote ontwikkelaars van mobiele applicaties zijn. Die hebben niet zo veel hulp nodig. Maar de kleinere en van nature minder commercieel ingestelde partijen zouden zich geen raad weten. Derks: “Zo is er bij de Radboud Universiteit een vertaalapplicatie in ontwikkeling waarin heel veel mogelijkheden zitten. Daardoor kan een dokter bijvoorbeeld direct een gesprek de juiste richting inzetten en een diagnose stellen door commentaren van iemand die Japans praat. Zo’n app kan voor verzekeraars interessant zijn. Intussen kan met dezelfde techniek ook met een garage- of hoteleigenaar gecommuniceerd worden. AppAgents kan zo’n universiteit met de juiste partijen in contact brengen en intussen adviseren bij het differentiëren van de applicatie.”
Uiteindelijk wil AppAgents een netwerk opbouwen van applicaties, die elkaar kunnen ondersteunen en elkaar in waarde doen laten stijgen. Derks: “We hebben inmiddels de eerste deals binnen. Als we tien ontwikkelaars aan het einde van het jaar aan ons binden, dan ben ik heel tevreden.” Tussentijds zijn de oprichters bijna geen kosten kwijt: Derks vervult zijn baan voorlopig volledig vrijwillig. “Ik doe het nu nog voor niets. Maar als er genoeg verdiend wordt, dan krijg ik een aandeel in het bedrijf. En binnen een paar maanden denk ik wel een omzet te gaan draaien.”
Lees over andere incubators op TechBusiness:
-
Incubator: Yes!Delft
-
Biopartner Maastricht: life science kraamkamer
- Venturelab Twente levert eerste lichting startups
-
Incubators zijn hot
-
Dit zijn de Nederlandse incubators
- Elke week het beste van TechBusiness in de mail? Vraag de nieuwsbrief aan.