Een overspannen woningmarkt is een van de redenen dat de groei van de Nederlandse economie achterblijft bij het Europese gemiddelde. Dat zegt DNB-directeur Nout Wellink in een interview met de Financial Times.
Wellink bestrijdt het argument dat stijgende huizenprijzen eind jaren negentig een positief effect hadden op de consumenten-bestedingen en daarmee goed zijn voor de economie. Op lange termijn heeft deze ontwikkeling er juist voor gezorgd dat de Nederlandse economie nu dieper in het slop zit dan die van andere Europese landen.
Volgens nieuwe voorspellingen van ABN Amro zullen de huizenprijzen dit jaar tot 4 procent dalen, met een uitloper naar 2005. Dit effect drukt de economische groei met een half procent, aldus Wellink. “Dit is één van de redenen dat we nu onder het Europese gemiddelde zitten.” In de tweede helft van de jaren negentig stegen de huizenprijzen gemiddeld met 10 procent per jaar.
Wellink noemt dit een ‘kunstmatige impuls’. Het niveau van de consumptieve bestedingen, dat anders veel gelijkmatiger over meerdere jaren verspreid zou zijn, schoot in korte tijd omhoog. En aangezien elke verdiende euro maar een keer kan worden uitgegeven, blijven de consumptieve bestedingen nu achter bij het Europese gemiddelde. Wellink zag het al lang van tevoren aankomen. “Ik vertelde mijn collega’s keer op keer: er komt een tijd dat we hiervan de rekening gepresenteerd krijgen.” (Financial Times)