Binnen Europa komen Nederlandse hoogopgeleide werknemers, samen met hun Noorse collega’s, qua kennis en vaardigheden het minste tekort bij het uitvoeren van hun werk.
Circa een op de twintig Nederlanders met een hbo- of universitair diploma stelt dat de voorbereiding op de arbeidsmarkt onvoldoende was, terwijl het gemiddelde in Europa een op de tien is.
Dat blijkt uit de resultaten van een groot Europees arbeidsmarktonderzoek, waarvan de Universiteit Maastricht (UM) het Nederlandse deel heeft verricht. In ons land zijn 3500 mensen ondervraagd, die in het schooljaar 1999/2000 zijn afgestudeerd aan een hbo of universiteit.
Onderzoeker Rolf van der Velden, van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de UM, concludeert dat Nederlandse hogere opleidingen 'het relatief goed doen’ in Europa. De eisen die gesteld worden aan werknemers voor kennisintensieve functies zijn volgens hem redelijk universeel. Dat de Nederlandse hoger opgeleide zich beter uitgerust voelt, moet dan ook aan het aanbod van opleidingen liggen.
De uitkomsten van het onderzoek zijn volgens Van der Velden opvallend, omdat werkgevers in ons land al tijden klagen over het kennisniveau van werknemers en dat opleidingen onvoldoende aansluiten op de arbeidsmarkt. “In vergelijking met andere Europese landen is dit niet helemaal terecht.’’
Volgens Van der Velden blijken opleidingen waar werkgevers meer bij betrokken zijn in heel Europa meer garanties op een baan te geven. “Enerzijds is dat gunstig. Anderzijds blijken deze opleidingen zich zo sterk te concentreren op wat van werknemers verwacht wordt, dat studenten niet veel extra’s wordt geboden. Dit gaat ten koste van de flexibiliteit en innovatie, omdat werknemers minder mogelijkheden hebben om iets anders te doen.’’
(ANP)