Aart Stadelmaier, de Nijmeegse couturier van de paus gooit de handoek in de ring. Het is hem niet gelukt een doorstart te maken van zijn failliete bedrijf.
Met het faillissement komt een einde aan een bijzonder familiebedrijf. Stadelmaier verwierf wereldwijd bekendheid doordat hij kerkelijke gewaden ontwierp voor onder meer de pausen Benedictus XVI, Johannes Paulus II en Paulus VI.
Het Nijmeegse bedrijf raakte in 2004 in grote problemen. Faillissement dreigde toen al. Concurrentie, de instorting van de Amerikaanse markt, de dure euro, leegloop van de katholieke kerk en andere perikelen brachten het bedrijf naar de rand van de afgrond. Met een verplaatsing van het naaiatelier van Nijmegen naar Roemenië werd geprobeerd de nodige kostenbesparing te maken.
Die stap zorgde voor een doorstart, maar echt goed kwamen de zaken desondanks niet op de rit. De gevolgen van de recessie bleven het bedrijf parten spelen. Daarbovenop kwam de crisis in de katholieke kerk als gevolg van de seksschandalen in de Verenigde Staten. De vraag naar lithurgische kleding en artikelen neemt bovendien gestaag af.
Sinds 1930
Mondiaal zijn er zo'n tien grote spelers die handelen in kerkelijke gewaden. Het Nederlandse Stadelmaier dat één van de grootste producenten is, begaf zich in de jaren 30 in de markt. Grootvader Stadelmaier verhuisde in 1930 van het Duitse Zwarte Woud naar Nijmegen. De handelaar in garen en textiel leverde in Nederland al snel aan kloosters en internaten. Zijn vrouw was kunstenares en ontwierp kleding. Al snel legden de twee zich toe op het ontwerpen van kazuifels, gewaden voor erediensten.
Het afzetgebied groeide rap. Vanuit Nijmegen werd de wereld veroverd, na de Tweede Wereldoorlog floreerde de export. Het tweede Vaticaanse concilie, in de jaren zestig, betekende een omslag in de handel. Vanaf die periode vierden priesters de Heilige Mis met hun gezicht naar de kerkgangers. Doordat hun kleding veel beter in zicht kwam, groeide de vraag van priesters naar goed gemaakte gewaden explosief.
Opa Stadelmaier werd in 1977 opgevolgd door zijn zoon Ben Stadelmaier, in 1994 gevolgd door diens zoon: de huidige eigenaar en kleinzoon van de oprichter, Aart Stadelmaier.
De kleren van de paus
Alledrie de Stadelmaiers viel de eer te beurt om 'de afgezant van God op aarde' te mogen kleden. Opa voorzag in 1950 Paulus VI van kleding. Ben Stadelmaier in 1985 Johannes Paulus II, toen die Nederland bezocht. Aart Stadelmaier was in 1995, 1998 en 2008 aan de beurt.
De laatste order was met een omzet van zo’n half miljoen euro de grootste in de geschiedenis van het familiebedrijf. In twee maanden werd een kwart van de jaarlijkse omzet gemaakt, een uitschieter in de verder stagnerende markt. De grote order was echter niet voldoende om het familiebedrijf van de ondergang te redden.
Doorstart mislukt
Het Nijmeegse bedrijf werd op 21 december 2010 failliet verklaard. Sindsdien vecht de couturier van de paus voor een doorstart. Het bedrijf kreeg echter geen stoffen meer van leveranciers waardoor productie en verkoop stilvielen. De poging van Stadelmaier om een doorstart te maken met zijn andere onderneming, Anjelier Nijmegen, bood geen soelaas. Anjelier kon niet aan een betalingsafspraak voldoen. Afgelopen vrijdag verstreek de deadline daarvoor, waardoor een doorstart nu definitief is mislukt.
Het bedrijf telt nog vijf personeelsleden in Nederland en vestigingen in Duitsland, Italië en de Verenigde Staten. In Roemenië werkten tot voor kort 17 man in een weverij en confectieatelier. Stadelmaier had wereldwijd zo'n vijftig verkooppunten.
In de laatste fase van het bestaan probeerde Stadelmaier zijn markt nog te verbreden. Maar de inzet op producten als ceremoniële vaandels voor schutterijen, brandweercorpsen en onderdelen van het Nederlandse leger en het vervaardigen van toga's mocht niet baten.