Klein land, wereldproduct. Deze aflevering: de racestoelen van Playseats, voor veel fanatieke gamers een essentieel onderdeel van hun virtuele race-ervaring.
Zelfs moeder was enthousiast
Eigenlijk ontwikkelde Fernando Smit de eerste Playseat vooral voor zichzelf. De Doetinchemmer, raceliefhebber en ooit verdienstelijk racer in de kart, kocht eind jaren ’90 een stuurtje, dat gebruikt kan worden bij racespellen op zijn Nintendo64-spelcomputer. “Tijdens het gamen zat ik alleen niet in de juiste race-houding”, vertelt Smit. De volgende dag besloot hij daarom zelf maar een speciaal frame in elkaar te zetten, met wat ijzer en een oude racestoel. De eerste Playseat was het resultaat. “Maar hij was al wel verstelbaar, zodat ook andere mensen erin konden gamen.”
Smit zette de stoel thuis neer, waar het meubel door zijn moeder werd opgemerkt. Smit: “Ze wilde het wel eens proberen en dat vond ik vreemd, want ze keek eerder nooit om naar computerspelletjes. Op verjaardagen wilden alle gasten het ook proberen. Dus toen dacht ik: misschien moet ik eens een serie maken.”
Smit besloot definitief die stap te wagen toen zijn broer, op zijn 34ste, een hartinfarct kreeg. “De wereld stond toen op zijn kop, je gaat door zo’n gebeurtenis zelf ook door een soort revalidatieproces.” In 2003, zes jaar na de ontwikkeling van die ene, eerste stoel, liet Smit een serie van honderd stoelen maken bij een plaatselijke fabriek. Het Doetinchemse bedrijf Playseats was een feit.
Na twee weken een deal met Sony
Dat het product van Playseats al snel een wereldwijd succes werd, was deels toevallig. Toen Smit de eerste officiële productfoto’s van zijn stoel liet maken, kreeg hij de tip om zijn product bij een plaatselijke gameshop te stallen. Twee weken later liep daar iemand binnen die meteen enthousiast was. Bijkomend voordeel: de persoon in kwestie werkte voor Playstation, de populaire spelcomputer van Sony. Smit: “Ik heb hem de stoel meegegeven, en zo ging het balletje rollen.” Sony zag brood in de stoelen en sloot een deal met Smit. “Dat was groot nieuws, ik was de eerste die een product aan Sony verkocht. Zo werd het bedrijf onze distributeur. Ik had ook de keuze om Playseats helemaal te verkopen, bijvoorbeeld aan een Duitse inkooppartij, maar dat was nou juist wat ik niet wilde. Sony heeft toen wel een tijd lang de exclusieve rechten gekregen.” Op elke stand, tijdens elke beurs, plaatste Sony vervolgens een Playseatsstoel. Voor de beleving, maar ook voor de verkoop natuurlijk.
Na twee jaar verbreedde Playseats de blik. Smit: “De Xbox van Microsoft kwam meer in opkomst, en er zijn natuurlijk ook andere markten, zoals gamen op pc’s.” Tegenwoordig heeft het bedrijf ook een partnerschap met Logitech, dat de Playseat aanprijst in folders die meegaan met de 1 miljoen gamestuurtjes die het bedrijf elk jaar verkoopt.
Voor iedere game een eigen stoel
Jaarlijks verkoopt Playseats 50.000 stoelen, waarbij de meest verkochte modellen rond de 350 euro kosten. Een stoel werkt met alle verkrijgbare stuurtjes en heeft een speciaal gepatenteerd scharniersysteem, waarmee het ingeklapt en klein verpakt kan worden. Smit: “Daar vroeg Sony om, dus dat hebben we zelf ontwikkeld.”
Europa is de belangrijkste afzetmarkt, daarnaast is de Playseat populair in Amerika en Australië, terwijl Brazilië en Azië in opkomst zijn. Sinds drie jaar heeft Playseats de totale distributie weer zelf in handen genomen, al maakt het bedrijf nog wel gebruik van tussenpartijen bij de verkoop. “We verschepen de producten zelf en hebben eigen magazijnen in de Verenigde Staten, Europa en Azië. Zo kunnen we ons beter richten op de aftersales. Goede service is belangrijk in de online markt. Als je dat niet goed doet, wordt dat online snel bekend. Een tussenpartij wil gewoon marge maken, de fabrikant wordt verantwoordelijk gesteld. Controle op service is daarom steeds belangrijker geworden”, zegt Smit.
Playseats benadert de race-liefhebbers via de racespellen. Elke keer als een nieuwe racegame verschijnt, ontwikkelt Playseats een speciale stoel. Daarvoor wordt dan reclame gemaakt via een flyer, die meegaat in het doosje van het spel of via de website van de game. Zo heeft het bedrijf bijvoorbeeld een licentie voor de populaire Gran Turismo-serie.
De consument dichterbij brengen
Bekende F1-coureurs, die de stoelen echt gebruiken om in te trainen, zijn een lopend reclamebord voor Playseats. Als – zeg – een wereldkampioen Formule 1 Sebastian Vettel in een Playseat op de foto gaat, is dat natuurlijk niet slecht voor je imago. Recentelijk sloot Playseats weer een nieuwe deal, ditmaal met Red Bull Racing. Smit: “Ook Richard Branson heeft ons benaderd voor zijn Virgin Racing-team, maar Red Bull zit in elke race-klasse en kan als marketingbedrijf veel meer voor ons betekenen.” Speciaal voor Red Bull ontwikkelde Playseats een Formule 1-stoel, die iets duurder is (949 euro). “Zo’n duur model jaagt de verkopen aan, ook van de klassieke versie, dankzij de aandacht die het genereert.”
Volgens Smit kan Playseats elk jaar de omzet verdubbelen, maar wordt wel steeds twee tot drie jaar vooruit gekeken om de groei te kunnen controleren. Design en ontwikkeling van de stoelen vindt plaats in Nederland, productie zit grotendeels in China, waar twee vaste krachten van Playseats zijn gestationeerd en ruim 100 plaatselijke krachten de stoelen in elkaar zetten. “Uit kostenoverwegingen heb ik geen andere keus. De prijs verdubbelen kan, want dan verkopen we de helft en blijft de omzet toch gelijk, maar ik wil dat de Playseat voor zoveel mogelijk consumenten bereikbaar blijft. Weet je waarom voetbal wereldwijd zoveel fans heeft? Omdat mensen dichter bij het product staan, omdat iedereen wel eens met een bal speelt. Met onze stoelen hoop ik hetzelfde gevoel op te roepen rond racen.”
> Dit artikel is afkomstig uit MT Magazine. Klik hier om het magazine online te bestellen.