“We reden als pioniers al met de vrachtwagen heel Europa door; langs Britse en Franse crematoria om orthopedische implantaten en overig metaal te verzamelen. We halen op wat er na crematies achterblijft, zoals kunstheupen, handvatten van kisten, spijkers, schroeven, tandplaatjes en soms edelmetalen zoals trouwringen. Mijn compagnon Jan Gabriëls werkte als orthopeed en had al snel zijn groot rijbewijs op zak. In het begin zat ik nog naast hem om me heen te kijken, tot ik zelf mijn vrachtwagenrijbewijs haalde. Nu zitten de zoons van Jan, zijn vrouw en mijn zoon en dochter op de vrachtwagen.
Het idee voor OrthoMetals ontstond toen mijn destijds 1-jarige dochter heupdysplasie bleek te hebben. We kwamen in aanraking met orthopeed Jan Gabriëls en het klikte. Dat ik in de metaalrecycling zat, sprak hem aan. Hij kwam gelijk met een heup op de proppen die hij uit een crematorium had opgehaald. Die was van iemand geweest die hij had geopereerd. Hij vroeg zich af wat er met die implantaten gebeurde nadat iemand was gecremeerd.
Morbide
Ruud Verberne (62). Bedrijf: OrthoMetals. Wat: recycling van metaal uit crematoria. Sinds: 1997. Omzet: 8 miljoen. Medewerkers: 6. Ambitie: zoveel mogelijk metaal recyclen en de opbrengst aan goede doelen schenken.
Ik vond het in eerste instantie nogal morbide, maar Jan bleek een halsstarrige man te zijn. Elke keer dat we elkaar zagen, vroeg hij: Ruud, heb je er al iets mee gedaan? Ik ben toen bij een van mijn leveranciers in Duitsland op onderzoek uitgegaan. Buiten lag een hoopje implantaten waar hij destijds 28 mark per kilo voor ontving. Daarin zagen we mogelijkheid om te recyclen.
De voorzitter van de Landelijke Vereniging van Crematoria hoorde ons bedrijfsplan aan en zag er wel iets in. Op onze vrije dagen werkten we het concept verder uit. We begonnen met het neerzetten van blauwe kratjes bij alle Nederlandse crematoria. Elke drie weken belden ze dat die vol zaten. Op een gegeven moment hebben we er groene kliko’s neergezet, die er nog steeds staan. Daar hebben we er inmiddels enkele duizenden van. Al werken we nu met ruim vijfhonderd crematoria samen.
Tweefamiliebedrijf
Iedereen doet alles in ons tweefamiliebedrijfje. Dat is er bij Jan en mij ingeslopen. Het voelde natuurlijk om niks uit te besteden. Toen de vier kinderen erbij kwamen vanaf 2008 werd het een bewuste keuze. We wilden het zware werk, het sorteren en laden, niet op één iemand afschuiven. Maar we wilden er ook niemand voor inhuren, want dan weet je maar nooit wat je in huis haalt. Omdat we het met de twee families wilden doen, gaven we zelf het goede voorbeeld. We lieten aan de kinderen zien dat wij ook sorteerden en met een vrachtautootje door Europa reden.
Het is niet moeilijk om met een stropdas aan achter je bureau te zitten en mensen te ontbieden. Je kunt als directeur wel alleen naar seminars of beurzen gaan, maar als je ook op de werkvloer komt, zie je veel meer. Ik wil bovendien ad hoc dingen kunnen regelen. Die vrijheid heb ik voor mijzelf gecreëerd.
Gemechaniseerd
Sorteren doen we nog steeds met beide families. In 1997 sorteerden we het metaal nog elke zaterdag. Dan stonden we met alle kinderen en Anna, de vrouw van Jan, aan de lopende band. Met de handmagneet haalden we het magnetische metaal eruit. Jan wist als orthopedisch chirurg al snel de verschillende metalen van elkaar te onderscheiden. Van roestvrij staal bijvoorbeeld worden pinnen gemaakt die gebruikt worden bij botbreuken. Implantaten zijn van titaan. Kobalt-chroom is ons meest hoogwaardige materiaal. Dat vinden we vooral terug in knie-implantaten. Het ging destijds nog om kleine hoeveelheden. Die zijn inmiddels zo gegroeid dat we een deel van het proces hebben gemechaniseerd. Sorteren is voor mij sinds kort fysiek te zwaar geworden. Nu doen de kinderen en Anna het tenminste twee dagen per week. Af en toe huren we daarbij nog een zzp’er in.
Dit artikel komt uit Sprout magazine editie 7 2013.
Abonnement?
De overige drie dagen houden de kinderen zich net als ik bezig met de verkoop, het onderhouden van contacten, het bezoeken van beurzen, strategische plannen uitwerken en de logistiek rondom het nieuwe bedrijfsgebouw. En we zitten allemaal op de vrachtwagen natuurlijk. Zo zijn Anna en haar jongste zoon net twee weken in Groot-Brittannië geweest en ik met mijn zoon in Frankrijk en Duitsland. We gaan altijd in tweetallen, dan ben je wel zo flexibel. Als internationaal chauffeur mag je maar 4,5 uur achter elkaar rijden. Bovendien bezoeken we uithoeken van steden. Die vind je sneller met z’n tweeën.
Respectvol
Per trip halen we bij zo’n twintig crematoria metaal op. Het is ontzettend ontspannend om zo on the road te zijn. En nuttig. Het persoonlijke contact met klanten heeft bij ons altijd centraal gestaan. Ze stellen het erg op prijs dat ze de directeur aantreffen in de vrachtwagen. En als we het zelf doen, weten we zeker dat het respectvol gebeurt. Bij een crematiedienst wachten wij voordat we met de vrachtwagen het terrein opgaan.
Elk jaar een nieuw land erbij, is vanaf het begin een van onze doelen geweest. We bestaan zestien jaar en zijn in vijftien landen actief dus dat is aardig gelukt. Na Nederland begon de expansie in België. We werden lid van een organisatie daar die de belangen behartigt van crematoria en bezochten hun congres. Ook in andere landen hebben we het zo aangepakt. In Groot-Brittannië en Frankrijk vielen de monden open van verbazing. Daar werd het metaal begraven, in Duitsland werd het verkocht aan de schrootboer om de hoek.
Marktleider
We waren de eersten en zijn nog steeds marktleider, maar inmiddels wel omarmd door concurrenten. In de Verenigde Staten hebben we kansen laten liggen. Onze concurrenten daar zijn veel actiever. In het begin gingen we zelf nog naar de VS om te sorteren en te verkopen. Maar dat was op een gegeven moment niet meer te doen. Zowel in Canada, waar we nog wel groeien, als in de Verenigde Staten hebben we nu kliko’s neergezet. Die gaan naar een agent in Canada die de warehousing doet. De container met zestien ton metaal wordt één keer per jaar verscheept naar Nederland. Ook de Australische markt hebben we veroverd. Sinds oktober krijgen we het metaal van 95 procent van de crematoria daar. Maar de focus ligt nog steeds op Europa. Hier kunnen we tenminste alles zelf doen.
Onderling hebben we ondanks de zware materie veel lol. We maken van alles mee bij crematoria. In Groot-Brittannië hebben we laatst nog een half uur staan wachten op een club doedelzakspelers die op hun gemakje voor een stoet rouwende mensen uitliep. Een week later zit mijn dag dan weer vol vergaderingen over ons nieuwe bedrijfspand. De volgende ochtend haal ik op Schiphol een Britse afnemer op voor een rondleiding. De week daarop moet ik strak in het pak op een beurs in Spanje verschijnen.
Sentimentele waarde
Hoewel iedereen meerdere functies heeft, hebben we allemaal onze eigen taken. Daar kunnen we elkaar ook kritisch op aanspreken net als bij elk ander bedrijf. Zo is één iemand belast met de logistieke afhandeling rondom ons nieuwe pand. Bij deze manier van werken voelen we ons prettig, maar het eist ook zijn tol. Het heeft mijn privéleven aangetast. Ik beslis vaak op het laatste moment wie er gaat rijden. Moet er morgen iemand met de vrachtauto en niemand heeft tijd? Dan ga ik wel. Dat heeft zo zijn consequenties voor het thuisfront. Het heeft mijn huwelijk geen goed gedaan.
Of dit de meest lucratieve manier van werken is, weet ik niet, maar het is de meest persoonlijke en dat past bij deze branche. Door een kunstheup heeft iemand een tijd goed kunnen lopen. Dat heeft sentimentele waarde. Daarom gingen Jan en ik destijds ook op zoek naar smelterijen, want ik wilde niet worden zoals die leverancier in Duitsland die zijn knietjes en heupjes aan een schrootafnemer verkocht.
Kwetsbare industrie
Het is een kwetsbare industrie waar niet altijd respectvol mee omgegaan wordt. Zo wordt wel eens gesuggereerd dat een heup weer wordt gebruikt in een ander lichaam, maar dat is onmogelijk. Heupen worden gemaakt van primair materiaal. Bij een crematie worden de metalen verhit tot 900 graden waardoor de eigenschappen veranderen. Die worden omgesmolten tot halffabricaten die bijvoorbeeld worden gebruikt voor de productie van turbinemotoren, maar ook in de huishoudindustrie. Van zink worden bijvoorbeeld knoflookpersen gemaakt, van roestvrijstaal messen. Kobalt-chroom gaat voornamelijk naar de auto- en vliegtuigindustrie.
Het unieke van OrthoMetals is dat 75 procent van de omzet naar een goed doel gaat dat de crematoria zelf mogen kiezen. Wij vinden het niet juist als de heup van je oma extreem commercieel wordt uitgebuit. Dat klinkt misschien verbazingwekkend, maar dat is de eenvoud van beide families. Als we niks weggaven had ik wellicht eerder met pensioen kunnen gaan. We hebben het goed hoor, we hebben allemaal een huis, een auto, een computer, een telefoon. Als we meer binnenkrijgen, gaat er meer naar goede doelen. We zijn eenvoudig en daar zijn we trots op.
Jan is in september overleden, een droevige periode. Zijn ideeën moeten levend blijven als de kinderen het in 2015 overnemen. OrthoMetals wordt in dezelfde geest voortgezet. Af en toe wil ik nog wel eens mee op de vrachtwagen of naar een beurs. Maar de kinderen komen er met z’n vieren wel uit. Ze hebben lang genoeg kunnen ruiken aan het bedrijf om het te redden.”
Foto Gerritjan Huinink