Export en internet. Volgens internetondernemer Geert Nijkamp kan het een niet zonder het ander. En als de exporteurs dat niet snel inzien, raakt Nederland zijn voorsprong als exportland kwijt. "Andere landen internationaliseren met behulp van internet sneller dan wij.”
De afgelopen 20 jaar zag Geert Nijkamp met name Duitsland in rap tempo internationaliseren. Eenzelfde ontwikkeling ziet hij nu in Spanje, waar de 44-jarige Nijkamp sinds 2006 woont. Zijn missie is de Nederlandse exportwereld ervan te doordringen dat exporterende bedrijven sterker moeten inzetten op internet, omdat we anders ingehaald worden.
Daarover gaat ook z’n recente boek ‘De invloed van het internet op de Nederlandse export – Hoe houden wij onze voorsprong vast?’
Voor internationale contacten wordt internet steeds belangrijker. Op dit moment heeft Nederland qua internetgebruik nog steeds een voorsprong. Maar juist omdat wij zover voorop lopen, geldt hier de wet van de remmende voorsprong, voorspel ik. Veel buitenlandse bedrijven kunnen nu goede en bewezen praktijken makkelijk kopiëren en uitbouwen. Internet is voor hen het belangrijkste communicatie- en acquisitiekanaal, en zij besteden daarom meer aandacht aan de ontwikkeling ervan. Dankzij het internet gaan zij ook steeds makkelijker om met andere culturen en ontwikkelt hun meertaligheid zich razendsnel.
De meeste Nederlandse exporteurs doen dat niet. Ze hebben hun website jaren geleden laten maken, maar daarna weinig meer aan kennisontwikkeling gedaan. Voor websiteaanpassingen en internetmarketing zijn ze vaak afhankelijk van een externe partij. Als directies meer zouden weten over internet als marketing- en communicatie-instrument, zou het een veel grotere bijdrage kunnen leveren aan vergroting van de export.
Draag kennis over aan exportpartners
Alle exporterende bedrijven zouden moeten zorgen voor een website in meer talen. Dus niet alleen in het Nederlands, Engels, Duits of Frans, maar ook in de talen van alle landen waarin je actief bent of wilt zijn. Zo creëer je aanloop van buitenlandse klanten. Daarnaast moet je de exportpartners (importeurs, distributeurs en dealers) intensiever betrekken bij het internetbeleid. Kennis van internetmarketing overdragen aan je exportpartners komt de export ten goede. En als je een internetstrategie hebt ingezet voor een bepaald land, kun je die als blauwdruk voor elk ander land opnieuw gebruiken. Eén inspanning kan zo leiden tot een enorm rendement.
Daarvoor moeten directies wel gevoel krijgen bij het internetbeleid. Net als de financiële resultaten zouden directies ook maandelijks de statistieken van hun website moeten analyseren. Die vertellen het verhaal van je bedrijf, daaraan zie je hoe de markt zich beweegt. Twitter, Facebook, LinkedIn: leuk, maar integreer ze in je marketingbeleid en meet het effect, anders leidt het nergens toe. Want ook voor de relatie tussen internet en export geldt: je gaat het pas zien als je het doorhebt.
Lees ook:
> Zie voor meer probleemoplossers: mt.nl/bigimprover