De olieprijs is alweer gedaald met 9 dollar. Maar dat zegt niets, want deze daling volgt na de absolute piek van 140 dollar per vat, het dubbele van de prijs een jaar geleden. Analisten, bestuurders en politici duikelen over elkaar heen met verwachtingen voor de toekomst: een nog vele malen hogere brandstofprijs.
Ellende
Hoewel de precieze prijs natuurlijk onmogelijk is te voorspellen, is één ding zeker: onder de 100 dollar zal hij wel niet meer komen. De implicaties hiervan zijn enorm. Vliegmaatschappijen raken in zwaar weer, transportbedrijven zien hun kosten razendsnel stijgen en zelfs ict-ondernemers hebben te lijden onder de hoge energieprijzen. De overheid wordt in heel Europa opgeroepen tot het afschaffen van accijnzen om met name de transportsector lucht te geven, soms via bloedige protestacties (in Portugal vielen al doden tijdens de stakingen).
Wie denkt met gas een slag te kunnen slaan heeft het mis. De gasprijs is immers gekoppeld aan de olieprijs en stijgt daarom rustig mee. Bovendien raakt ook deze brandstof langzaamaan op.
Voor de economie in zijn geheel heeft de hoge olieprijs een desastreus effect: de inflatie loopt op. Volgens nieuwe cijfers van het Centraal Plan Bureau (CPB) komt de inflatie dit jaar een kwart procent hoger uit dan verwacht, maar zal die volgend jaar oplopen tot 3,5 procent.
Alternatieven
De een zijn dood is de ander zijn brood: de torenhoge olieprijzen veroorzaken een run op alternatieve brandstof. Henk Keilman pareert het commentaar op zijn windmolens (te duur, inefficiënt) dan ook als volgt in Sprout: “De olieprijs wordt nu wel heel hoog. Bijna alle alternatieven zijn goedkoper geworden dan een vat olie.”
Dat is te zien aan de investeringen. Met name algen zijn ineens enorm populair als mogelijke energiebron. Niet alleen Keilman, maar ook KLM, Shell en vele anderen duiken bovenop het ‘groene goud’.