Bedrijven als Google profiteren al jaren van andermans content, hoog tijd dat contentmakers terugslaan, zegt Robert Levine.
De Amerikaanse schrijver/journalist Robert Levine kiest de kant van media- en entertainmentbedrijven. Het zijn de organisaties die al jaren worstelen met de impact van het internet, die het letterlijk in de portemonnee voelen en niet meer het allerbeste imago op aarde hebben.
In zijn boek ‘Free Ride’ beschrijft Levine zeer gedetailleerd hoe technologiebedrijven (Google, Facebook en Apple, maar ook internetproviders) profiteren van content die door andere bedrijven wordt geproduceerd. Ondertussen lobbyen deze techbedrijven op de achtergrond lekker door, om maar te zorgen dat ze deze informatie gratis mogen blijven gebruiken, of dat ze er advertenties naast kunnen blijven plaatsen. Levine: "In Amerika besteden telecombedrijven vijf keer meer aan lobbyen dan de filmstudio's. Deze bedrijven willen geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor wat er gebeurt."GELEZEN
'Free Ride', door Robert Levine.
Dit is een herpublicatie van het interview, omdat Levine zaterdag 15 september spreekt op een event van Incubate in Tilburg. Inmiddels is trouwens bekend geworden dat Franse én Duitse uitgevers geld eisen van Google en andere zoekmachines voor het deels herpubliceren van hun nieuws, waarbij de technologiebedrijven geld verdienen met advertenties.
De schrijver noemt de techbedrijven digital parasites, en vindt dat de contentbedrijven moeten terugvechten. MT belde met Levine, die met zijn Duitse vrouw in Berlijn woont.
Is er iets veranderd sinds je ‘Free Ride’ schreef, in 2011?
“Er zijn meer legale alternatieven voor de consument gekomen, zoals Spotify. Ook in de filmindustrie zie ik vooruitgang. Het nadeel van veel nieuwe initiatieven is dat ze eerst in grote landen van start gaan. Ik kan gaan vertellen over het succes van Netflix, maar het bedrijf is in veel landen niet eens actief. Helaas is de onderliggende discussie nog steeds hetzelfde. Het gaat over dezelfde zaken als tien jaar geleden. De grote mediabedrijven zijn huiverachtig voor verandering, de consument wil alles gratis hebben en de technologiebedrijven doen er alles aan om daarvan te profiteren.”
Maken mediabedrijven nog steeds dezelfde fouten als tien jaar geleden?
“Dat ligt eraan wat je ziet als fout. Sommige mensen zeggen dat deze bedrijven alles gratis moeten weggeven en hun geld maar moeten verdienen met reclame. Dat kan niet: er zijn niet eens genoeg advertenties om online content volledig te financieren. Als mensen kritiek hebben op de manier waarop deze bedrijven content distribueren, dan hebben ze een punt. Maar daar wordt aan gewerkt.”
De consument zegt: kijk eens, er wordt nog heel veel geld verdiend.
“Ja, ze zien dat de film ‘The Avengers’ een grote hit is en vragen zich af waarom men klaagt. Nou, dat komt omdat Disney ook de film ‘John Carter’ uitbracht, en die deed het heel slecht. Zoiets weet je soms pas achteraf, maar de verliezen moeten wel worden opgevangen. Het is niet zo simpel als het allemaal lijkt. Het is ook helemaal geen zaak van leven of dood als je 'Game of Thrones' niet kan kijken. Mensen moeten begrijpen dat niet alles zomaar kan. Stel dat HBO, de maker van 'Game of Thrones', alleen losse afleveringen zou verkopen. Dan zullen ze op termijn alleen omzet maken met de grote hits. Het gevolg is dat ze geld verliezen, want in de media-industrie worden grote winsten gebruikt om verliezen met andere producties te compenseren.”ROBERT LEVINE
Robert Levine schrijft onder andere voor BusinessWeek en werkte voor Billboard, Wired, Rolling Stone, Vanity Fair en The New York Times. Nee, ik haat technologie helemaal niet, zegt hij op zijn website. Wel vindt hij dat een informatie-economie is ontstaan waarbij informatie bijna onmogelijk te verkopen is.
Dit is gewoon wat de consument wil, zeggen technologiebedrijven.
“Zeker, er is een verschuiving gaande in vraag. In de muziekindustrie ging het van albums naar losse nummers. Toen kwam iTunes en dat zat best goed in elkaar, maar nu zeggen mensen opeens dat 1 euro per nummer te duur is. Dus komt Spotify, ook zo’n mooi initiatief. Voor tien euro kan je onbeperkt muziek luisteren, maar er is vast een groep mensen die zegt dat ze niet alleen willen luisteren, maar voor dezelfde prijs gewoon alles willen downloaden. De mediabedrijven mogen dan fouten gemaakt hebben, maar als er een onredelijke vraag is naar gratis content, kan je je afvragen wanneer mensen wél tevreden zijn.”
Wat kunnen media- en entertainmentbedrijven doen om consumenten tevreden te stellen?
“Ze moeten content consumeren makkelijker maken, en piraterij moeilijker maken. Het belangrijkste is dat het verkrijgen van content makkelijker wordt, dat is nog veel belangrijker dan de prijs die je ervoor vraagt. 10 tot 15 procent van de mensen zal nooit betalen voor content, maar het overige deel zal gewoon kiezen voor eenvoud. Wat betreft piraterij moet ieder bedrijf zijn verantwoordelijkheid nemen, niet alleen de media- en entertainmentbedrijven. Daar mogen ook anderen best op aangesproken worden.”CHRIS ANDERSON OVER GRATIS
Volgens Chris Anderson, de hoofdredacteur van Wired en schrijver van de boeken 'The Long Tail' en 'Free', is gratis juist geen keuze. "Het verbaast me dat mensen nog steeds denken dat het een keuze is", zo vertelde hij in 2009 aan MT.
Met nieuwe wetgeving, of door middel van rechtzaken?
“Ik ben een tegenstander van rechtzaken tegen de consument, maar dat Napster werd aangeklaagd vond ik bijvoorbeeld niet meer dan normaal. Het bedrijf werd gefinancierd door venture capitalists, ze waren rijk zat. Ook bedrijven als Megaupload of RapidShare mogen aangesproken worden. De bestanddeeldienst RapidShare heeft uiteindelijk verantwoordelijkheid genomen en stappen gezet om piraterij tegen te gaan. Sommige partijen willen niet uit zichzelf veranderen, die mogen een handje geholpen worden. Er zijn nieuwe regels nodig en die hoeven echt niet direct inbreuk te maken op de internetvrijheid.”
In je boek ben je positief over Europa, dat meer doet dan de V.S. om de media- en entertainmentbusiness te beschermen.
“Ja, en toch vind ik het vreemd dat Europa zo makkelijk toegeeft aan Amerikaanse bedrijven. Frankrijk was vroeger zeer negatief over de invloed van Hollywood, maar van de invloed van Google lijkt niemand wakker te liggen. Europa is wel een markt die meer open staat voor interventie vanuit de overheid. Als je in de V.S. tegen Barnes & Nobles zegt dat ze boeken niet met korting mogen verkopen, start The Tea Party meteen een protestactie. Of het goed is of niet laat ik in het midden, maar in Europa accepteren mensen dat de overheid zich bemoeit met de culturele sector. Liever dit, dan alleen maar commerciële bedrijven die zich er mee bezig houden.”
Bovenste foto door brunosan