Hij klimt in Rotterdam regelmatig op de zeepkist om zijn mensen voor te houden waar het allemaal ook al weer om te doen is. Een openbaar ministerie moet duidelijk maken dat er grenzen zijn, vindt Van Brummen.
“Eenmaal per maand hebben we op het parket ‘koffie met Henk’. Dan klim ik op de zeepkist, bij wijze van spreken dan. Ik vertel wat ons bezig heeft gehouden en houdt. Wat was spannend, waar hebben we inzet laten zien, waar hebben we ons laten gelden. Inderdaad, een soort peptalk. De maandcijfers – we kwantificeren onze resultaten tegenwoordig – kan iedereen zien. “We hebben in Rotterdam vorig jaar in een vierjarenprogramma vastgelegd dat de criminaliteit met 20 procent terug moet. Voor het eerst hebben we zo gericht bepaald welke resultaten we willen zien: de haven, drugs en overlast, jeugd en geweld zijn onze prioriteiten. 60 procent van onze zaken zijn nu prioriteitszaken. Je ziet dat er meer geweldszaken binnenkomen; het rendement is ook verbeterd: in 2001 werd een op de zes zaken opgelost, nu is dat een op vier. Het is de Rotterdamse aanpak: niet lullen, maar doen. Lukt het niet de criminaliteit op deze punten terug te dringen, dan heb ik gefaald als leidinggevende. Dan ga ik iets anders doen.“Ik zie mijzelf als een verbinder tussen de buitenwereld – daarmee bedoel ik: politie, rechtbank en samenleving – en de binnenwereld van het parket. Binnen de organisatie probeer ik levend te houden waar we het allemaal voor doen. Namelijk, door het opleggen van sancties duidelijk stellen dat er grenzen zijn. Dat maakt de samenleving niet meteen veiliger, maar die grenzen heb je wel nodig. Een gedetineerde komt ook altijd weer vrij, zeg ik maar. Naar buiten toe vertegenwoordig ik de organisatie in de driehoek (het beraad van burgemeester, korpsbeheerder en hoofdofficier, red.) en in andere overlegstructuren waar ik bij aanzit. Mijn rol in de driehoek is die van de beschouwer. Ik zorg er meestal voor dat de oplossing uit de mond komt van degene die deze zal moeten oppakken. Maar ik kaart ook dingen aan, het dealen in de Pauluskerk bijvoorbeeld, waar het om honderden drugsverstrekkingen per dag ging. Een situatie die iedereen uiteindelijk onwenselijk vond. Gedogen ligt me niet zo. Je kunt gedogen als je er beter van wordt, maar anders krijg je een situatie die verwordt en onbeheersbaar wordt. Ik ben liever duidelijk. Laten we in elk geval duidelijk maken waar we voor kiezen en geen schijnoplossing zoeken. In dat laatste geval moet een ander aan de bak.
“Officieren van justitie zijn de cowboys onder de juristen. Ik heb zojuist zeven officieren geïnstalleerd, die ik vergeleken heb met de Magnificent Seven. Officieren zijn de law heroes, de gun fighters van het recht. Ze hebben een hoge moraal, maar het zijn ook vechters die in hun leiding over een opsporingsonderzoek grenzen verkennen om er een veroordeling uit te slepen. Ze worden geselecteerd op hun onafhankelijkheid en die kom je in de organisatie dus ook altijd tegen. Ze zitten alleen op een zitting, zijn alleen als de politie hen belt, het zijn professionals die door hun eigen waarden en de inhoud worden gedreven. Dat maakt ze niet noodzakelijk gemakkelijk aan te sturen. Je moet ze boeien op inhoud, van autoriteit en hiërarchie zijn ze niet onder de indruk. Loyaal zijn ze gelukkig wel. “Als iets politiek of publicitair moeilijk ligt, komen ze bij mij uit. Hoe zo’n gesprek verloopt? Ik vertrouw altijd op de eigen professionaliteit van de officier. Door de manier waarop deze een probleem presenteert weet ik vaak al of iemand de zaken goed heeft afgewogen. Meestal stel ik wat controlevragen, soms ga ik in discussie, maar doorgaans komt het antwoord in zo’n gesprek vanzelf bovendrijven. “Richting geven aan een organisatie als deze is niet veel anders dan het runnen van een bedrijf, alleen is het product boeiender. Er werken hier 350 mensen die aan producten werken, die producten moeten kunnen rekenen op de tevredenheid van onze klanten, de samenleving in ons geval. Ons product is een vervolging, we bepalen de inzet van de politie en maken een keuze in de zaken die worden aangebracht. Bij Ahold of KPN zou mijn hart niet liggen, daarvoor is dit werk te verslavend. Je komt er alle facetten van de samenleving in tegen. Het gaat over veiligheid, werk, opleiding, de samenleving op lange termijn, de voorbereiding op grote incidenten of ongevallen en bijvoorbeeld terroristische dreiging die we moeten wegnemen. Je zit op het snijvlak van recht en samenleving. Achter al die zaken zit weer een veelvoud van werelden. Dat is wat mij fascineert.”
CV Henk van Brummen
1947 > geboren in Rotterdam
1965 > gymnasium beta, Rotterdam
1971 > doctoraal examen rechten, Rijksuniversiteit Leiden, aansluitend rechterlijk ambtenaar in opleiding
1978 > officier van justitie in Rotterdam
1983 > plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Dordrecht
1988 > plaatsvervangend hoofddirecteur Rechterlijke Organisatie en Rechtshulp, ministerie van Justitie
1992 > directeur Ontwikkeling Rechtspleging, ministerie van Justitie
1993 > directeur-generaal Rechtspleging, ministerie van Justitie
1995 > directeur-generaal, lid bestuursraad Portefeuillehouder Strafrechtelijke Rechtshandhaving, ministerie van Justitie
1996 > directeur-generaal, gedetacheerd bij het College van Procureurs-generaal
1997 > hoofdofficier van Justitie Arrondissementsparket te Haarlem
2001 > hoofdofficier van Justitie Arrondissementsparket te Rotterdam