Het einde van zonnecelbedrijf Helianthos doet wat stof opwaaien. Duur verworven Nederlandse kennis zou voor een appel en een ei worden overgedaan aan Oman. Maar waarom stelt niemand zich de vraag of deze case misschien aantoont dat het geen zin heeft om grote sommen overheidsgeld in te zetten op een enkele technologie?
Helianthos werd in 1997 opgezet door AkzoNobel. Het bedrijf ontwikkelde ultradunne zonnecellen op flexibel materiaal. In 2006 nam energiebedrijf Nuon Helianthos over. Nadat Nuon zelf was overgenomen door het Zweedse Vattenfall ging het op zoek naar investeerders die nieuw geld in het zonnecelbedrijf wilden steken voor het opschalen van de productie. Deze werden niet gevonden en besloten werd de stekker eruit te trekken. Naar verluid is Nuon dichtbij verkoop van de boedel en de patenten aan het uit Qatar stammende Solmateq.
In de loop der jaren is een flinke hoeveelheid gemeenschapsgeld in Helianthos gestopt. Het gaat om 20,6 miljoen euro van de rijksoverheid en 7 miljoen euro van de provincie Gelderland. De provincie krijgt zijn geld terug, van de rijkssubsidie is ruim 17 miljoen euro definitief. Dit komt bovenop de 85 miljoen euro die Nuon, tot 2009 volledig eigendom van lagere Nederlandse overheden, in Helianthos heeft gestoken.
Faillissement Solyndra
17 miljoen euro overheidsgeld uitgeven zonder dat er veel voor terugkomt, lijkt niet zo erg. Maar in de Verenigde Staten kost het faillissement van zonnecelmaker Solyndra de federale overheid maximaal een half miljard dollar. Omgerekend naar de Nederlandse context een bedrag vergelijkbaar met de rijkssubsidies voor Helianthos. Het Solyndra-debacle is in no-time uitgegroeid tot een stevig schandaal voor de regering Obama. Toegegeven, er hangt ook nog een geur van belangenverstrengeling omheen, maar het faillissement heeft wel geleid tot het opnieuw losbarsten van de discussie over duurzaam industriebeleid.
The Economist vs ECN
The Economist, toch niet de spreekbuis van rechts Amerika, zag hierin aanleiding de tientallen miljarden dollars en euro’s die wereldwijd zijn besteed aan subsidies voor zonneceltechnologie opnieuw aan de kaak te stellen. Het Britse tijdschrift constateert dat zeer gerichte steun voor bepaalde technologieën die toevallig populair zijn bij politici, de markt verstoort en een ineffectieve manier is om de ontwikkeling van duurzame technologie aan te jagen. Zonnecelspecialist Wim Sinke van ECN nam het in een reactie op voor dergelijk beleid. Hij constateert dat er eigenlijk geen alternatief is aangezien de voorgestelde aanpak van The Economist, afschaffing van subsidies voor conventionele energie en invoering van CO2-belastingen, niet in het vat zitten.
Dit is een belangrijk debat dat ook in Nederland uitgebreid gevoerd zou moeten worden. Het einde van Helianthos is hiervoor een goede aanleiding. Maar Nederlandse activisten, media en politiek vertroebelen de blik door enkel te wijzen op het vermeende verdwijnen van duur verworven Nederlandse kennis naar het Midden-Oosten, daarbij achterwegen latend dat geen enkele serieuze investeerder interesse heeft in deze kennis. Dat is een gemiste kans.
>> The Economist over subsidies voor de zonnecelindustrie
>> ‘Solarsubsidies nodig om PV-potentieel te ontsluiten’