Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Heeft u genoeg tijd voor uw kinderen?

Ruim zes op de tien kinderen wil een moeder die na schooltijd klaarzit met een kopje thee. En bijna vier op de tien wil dat vader vaker thuis is. Dat blijkt uit onderzoek van Management Team onder driehonderd kinderen van managers.

Is uw zoon of dochter er trots op dat u manager bent? Weten zij ook wat u zoal de hele dag op kantoor uitspookt? Heeft u wel genoeg tijd om met uw kinderen door te brengen? Of bent u zo’n vader – of moeder – die op zondag het vlees snijdt? U zult het antwoord wellicht al klaar hebben, maar wat vinden de kinderen er nou eigenlijk zelf van? In opdracht van Management Team ondervroeg onderzoeksbureau Qrius ruim driehonderd kinderen van managers in de leeftijd van 8 tot 16 jaar over hoe zij het werkende leven van hun vader en moeder ervaren.

Altijd druk

Managers zijn harde werkers. In de ogen van de kinderen trekt u er flink aan. Bijna driekwart van de ondervraagden zegt dat hun vader altijd druk is met zijn werk. Vinden de kinderen dat jammer? Ruim een derde zou willen dat hun vader vaker thuis was. Maar moet hij dan ook na schooltijd met een kopje thee klaar zitten? Nou nee, dat hoeft nou ook weer niet (42 procent). Maar ondanks zijn hard werkende bestaan, vindt toch nog 72 procent van de kinderen dat hun vader best wel tijd voor hen heeft en er ook is als ze hem nodig hebben (56 procent).
Moeders doen het heel wat rustiger aan. Slechts een derde van de kinderen vindt dat hun moeder altijd maar druk is met haar werk. Hier moet wel opgemerkt worden dat veel meer moeders dan vaders een parttime baan hebben en dus kennelijk beter hun werk en privé-leven in balans weten te houden. 16 Procent van de kinderen vindt dat hun moeder te weinig thuis is. 6 Procent vindt dat moeder geen tijd voor hen heeft. Gelukkig dan maar, want bijna tweederde van de kinderen wil een moeder die na schooltijd klaar zit met een kopje thee.

Traditioneel

Kinderen van managers hebben opvallend vaak ouders die beiden de kost verdienen. Ruim twee derde van de ondervraagden heeft zowel een vader als een moeder die werkt. Een kwart komt uit het traditionele gezin waar alleen de vader het geld verdient. En in slechts 1 procent van de gezinnen brengt de moeder het gehele inkomen binnen. Het vak van manager is in deze families nog duidelijk een mannenberoep. Van de kinderen heeft 94 procent een vader met een leidinggevende functie en 33 procent een moeder die zich manager noemt.
Hoewel twee van de drie kinderen zowel een werkende vader als werkende moeder heeft, wordt het grote geld – heel traditioneel – verdiend door de vader. In ruim negen van de tien gezinnen verdient de vader het meest, in 5 procent van de gezinnen is dat de moeder en voor 2 procent geldt dat beide ouders evenveel verdienen. Dat antwoorden althans de kinderen. Het is onduidelijk in hoeverre dat slechts de perceptie bij deze jongeren is.
Zeker is wel dat deze kinderen weinig te klagen hebben waar het gaat om leefgenot – is dit compensatiegedrag van de hard werkende ouders? Bijna de helft kan zich de luxe permitteren om twee keer per jaar met vakantie te gaan en ruim een derde gaat zelfs drie keer of meer even ertussenuit. Overall gezien liggen die cijfers heel wat lager: het gemiddelde gezin in Nederland gaat anderhalf keer per jaar met vakantie. De kinderen zelf hebben financieel evenmin te klagen. Een zestienjarig kind van een manager zegt zo’n 15 euro zakgeld per week te krijgen. Dat is ruim twee keer zo veel als een gemiddelde scholier van die leeftijd.

Leven

Werken hoort bij het leven, de kinderen lijken niet beter te weten. Ongeacht of het gaat om de vader of de moeder. Bijna iedereen vindt het (heel) goed dat vader werkt (93 procent) en dat moeder (90 procent) een baan heeft. Al lopen de redenen waarom zij vinden dat hun ouders moeten werken voor vader en moeder nogal sterk uiteen.
Waarom vinden de kinderen dat hun vader moet werken? Ze hebben er eigenlijk maar één antwoord op, namelijk dat hij de kost moet verdienen, en ‘wij leuke dingen kunnen doen’, ‘we vaak op vakantie kunnen’, ‘we veel spullen kunnen kopen’, en ‘ik veel zakgeld krijg’. De antwoorden getuigen van een behoorlijk materialistische kijk op het leven. Bovendien zijn de antwoorden nogal traditioneel. Naast het feit dat vader vooral het gezin moet onderhouden, weet een enkeling ook nog waarom vader verder werkt: ‘anders wordt hij ongelukkig’, ‘als hij altijd thuis zou zijn wordt het saai voor hem’, ‘anders wordt het een hele luie man’, en ‘dan heeft hij tenminste wat te doen’.
Dat moeder een betaalde baan heeft, daar zijn de kinderen het helemaal mee eens, al vinden zij om hele andere redenen dan voor hun vader dat zij dat moet doen. De antwoorden die worden genoemd refereren opvallend vaker aan persoonlijke ontwikkeling: ‘ze heeft veel plezier in haar werk’, ’mijn moeder vindt werken erg leuk’, ‘ze is altijd vrolijk als ze thuiskomt’. Een enkeling ziet ook de emancipatoire noodzaak: ‘mijn moeder is een onafhankelijke vrouw’ en ‘vrouwen moeten even goede banen kunnen hebben als mannen’. En als geld verdienen dan toch als reden om de hoek komt kijken, is dat meer als extraatje: ‘we kunnen niet alleen van papa’s salaris leven’, ‘er komt meer geld binnen en dan kunnen we vaker op vakantie’, en ‘dan krijg ik meer zakgeld’.

Vergaderen

Hebben de kinderen ook enig idee wat hun vader of moeder zoal de hele dag doet? Jazeker. Ondanks hun jonge leeftijd weten ze feilloos te benoemen waar het werk van hun ouders grotendeels uit bestaat: vergaderen, vergaderen en nog eens vergaderen. Ruim driekwart van de kinderen noemt dat als belangrijkste bezigheid op het werk. De reputatie van Nederland vergaderland is deze kinderen duidelijk niet ontgaan. Gevraagd naar wat hun vader of moeder verder nog doet op kantoor zijn hun antwoorden niet minder ontluisterend. Na vergaderen, noemen ze als grootste bezigheden: e-mailen, bellen, en heel veel praten. Pas daarna weten de kinderen ook nog enkele inhoudelijke taken te noemen zoals ‘besluiten nemen’, ‘regelen’, ‘opdrachten geven’, ‘mensen controleren’ en ’slimme dingen bedenken’.
Deze kinderen weten ook maar al te goed dat er niet alleen gewerkt wordt: een kwart noemt expliciet dat een van de bezigheden op het werk koffiedrinken is. Een enkeling onderschat het werk van zijn vader wel zeer: ‘hij vergadert, zet handtekeningen en drinkt koffie’. Terwijl een ander een wel heel rooskleurig beeld van het managementvak heeft: ‘mijn vader wijst mensen wat ze moeten doen en verder speelt hij met zijn mobieltje’.

Nieuwe managers

En dan natuurlijk de vraag: bevinden zich tussen de ondervraagde kinderen nog managers in de dop? Een kwart van de kinderen roept vol overtuiging dat ze later directeur of manager willen worden. Opvallend daarbij is dat beduidend meer jongens dan meisjes daarvan overtuigd zijn (34 procent tegenover 19 procent). Ook neemt de interesse voor het vak significant toe naarmate de kinderen ouder worden. Van de zestienjarige zegt bijna de helft later manager te willen worden, terwijl van de tienjarigen nog maar een vijfde daaraan denkt. Meisjes hebben veel minder op met het vak van manager. Een vijfde moet er zelfs absoluut niet aan denken!

Wif Bronsgeest (10)

‘Ik zou wel willen dat mama minder zou werken’
Wif Bronsgeest (10), basisschool groep 6, Drongelen. Vader huisman, Moeder belastingjurist Ernst & Young, plv. raadsheer Gerechtshof Amsterdam (fulltime)
“Mijn moeder staat altijd heel vroeg op, om half zes gaat ze naar haar werk. Dan liggen wij nog te slapen. ‘s Avonds komt ze pas laat thuis, meestal om zeven of acht uur. Ze is ook wel eens drie nachten weggeweest, naar het buitenland. Dan mis ik mama wel als ik aan haar denk.
“Mama is advocaat. Ze beschermt mensen. Ze is er ook voor ruzies. Als mensen het niet samen kunnen oplossen, dan doet zij dat. Ik denk dat ze veel praat over hoe ze het goed moeten maken.
“Ik zou het niet zo leuk vinden als mijn ouders allebei zouden werken, want dan zou ik steeds naar de opvang moeten. Ik vind het wel fijn dat papa altijd thuis is. Als wij naar school zijn, gaat hij winkelen. Mijn vader is de enige in de klas die thuis is. Dat kan me niks schelen. Ik weet niet anders. Mijn vader heeft wel gewerkt. Hij was tandarts maar dat kan ik me niet meer herinneren.
“Papa is strenger. Van mama mag ik achter de computer spelletjes doen. Als ik ga spelen vraag ik dat altijd aan papa. Als ik iets nieuws wil, vraag ik het ook aan mama. Dan beslissen ze samen.
“Ik zou wel willen dat mama minder zou werken. Dat ze later weggaat en vroeger thuis is. Ik zie haar ‘s ochtends nooit. Dan zouden we ook eerder kunnen eten. Nu eten we pas om acht uur, als ze thuis is. De andere kinderen in het dorp eten soms om vijf uur. Mijn papa kookt altijd. Dan maakt hij pasta. Mama kookt in het weekend. Zij kan lekkere taarten bakken. Soms neemt mijn moeder cadeautjes voor mij mee. Ik heb wel eens voetbalstickers van haar gekregen. En volgend jaar gaan we naar Eurodisney met het werk.”
Wif wil later boswachter worden. Vooral stropen lijkt hem leuk.

Fleur van den Dikkenberg (10)

‘Als mama uitlegt wat ze voor werk doet, snap ik er niks van’
Fleur van den Dikkenberg (10), basisschool groep 7, Nijkerk. Vader application engineer Norit (4 dagen), Moeder directeur-eigenaar Motivation Office Support (4 dagen)
“Mijn vader moet vaak naar het buitenland. Dat vind ik natuurlijk niet zo leuk. Maar wel lekker is dat ik dan alleen met mama en mijn zusje ben. Want dan help ik mama. Dan mag ik klusjes van papa doen, zoals brood smeren. Als hij weggaat, zegt hij ook altijd: willen jullie lief zijn voor mama. Soms ook ben ik met papa alleen. Dat is ook leuk. Want papa zegt: ‘doe het maar zelf’.
“De meeste kinderen hebben een moeder die niet werkt. Ik vind het wel leuk om iets aparts te hebben. Omdat mijn moeder directeur is denken ze op school dat het een man is. Ze zijn ook in de war omdat mijn moeder haar eigen achternaam heeft. Ik ben wel trots op haar. Soms vragen ze op school of ze wil helpen, maar dan zeg ik dat ze het al druk zat heeft.
“Vroeger ging ik naar de naschoolse opvang maar dat vond ik niet leuk, je zit daar maar de hele tijd binnen. Nu gaan mijn zusje en ik alleen naar huis. Thuis bel ik eerst mama en daarna zet ik thee en zet koekjes klaar. Dat vind ik wel leuk. Kan ik een beetje de baas spelen. Ik ben dan helemaal verantwoordelijk voor het hele huis.
“Ik vind het helemaal niet erg dat mama na school niet thuis is. Andere moeders vragen hoe het op school was en zo. Die kinderen moeten dan alles vertellen, ik ben blij dat ik dat niet hoef. Maar ik vind het ook wel gezellig als mama klaar zit met thee.
“Als mama uitlegt wat ze voor werk doet, snap ik er niks van. Ik geloof dat ze iets doet voor andere bedrijven of zo. Ik snap niet dat ze het leuk vindt om de hele dag op kantoor te zitten. Dat ga ik zeker niet doen.”
Fleur wil later topruiter worden en veel prijzen in de wacht slepen. Ze heeft al een speciaal potje voor prijzengeld gemaakt.

Julia de Wilde (12)

‘Ik vind het af en toe wel lekker dat mijn ouders er niet zijn’
Julia de Wilde (12), basisschool groep 8, Velsen-Zuid. Vader eigenaar en organisatie-adviseur Geverink, De Wilde, Bosquet & Partners, Moeder idem
“Mijn moeder geeft les op de universiteit, mijn vader ook. Ze geven ook cursussen en laten mensen met elkaar discussiëren. En ze vergaderen heel veel. Mijn vader heeft binnenkort een andere baan. Hij wordt directeur van iets. Nee, ik weet niet wat.
“Ik woon om de week bij mijn moeder en mijn vader. Mijn drie honden neem ik altijd mee. Het maakt me niet uit waar ik ben. Ik vind het bij beiden even fijn. Mijn moeder werkt heel hard, maar als ik haar nodig heb komt ze meteen. Ze is altijd om zes uur of al eerder thuis. Ze gaat dan nog wel vaak ‘s avonds door wanneer ik in bed lig. Dat doet ze voor mij. Maar ze mag het ook best overdag doen, dat maakt me niks uit. Mijn vader werkt veel meer. Bij hem ben ik vaak alleen thuis. Soms eet ik alleen en soms wacht ik op hem. Dan kook ik wel eens. Dat heb ik van hem geleerd. Ik vind zelf dat ik best goed kan koken. Lasagne of omelet met van alles.
“Vroeger was er altijd een au pair, meestal uit Tsjechië en Hongarije. Met hen sprak ik Engels, maar dat ben ik nu een beetje verleerd. Ik vond dat altijd wel leuk, nu ze er niet meer zijn is het stil. Wel fijn is dat ik nu de grote kamer heb gekregen in het huis van mijn vader.
“Ik vind het af en toe wel lekker dat mijn vader en moeder er niet zijn. Dan heb ik tenminste even niet die drukte om me heen. En als ik in een boze bui ben, dan wil ik graag dat mensen uit mijn buurt blijven. Mama mag van mij best meer werken. Ze is er altijd voor me en dat vind ik belangrijk. Als ik verdrietig ben kan ik altijd bij haar terecht.”
Julia wil later manager van een groot hotel worden. Met een casino en restaurant. Daarvoor wil ze een opleiding volgen in Zwitserland.

Rutger Samuels (14)

‘Mijn vaders telefoon gaat achter elkaar door’
Rutger Samuels (14), 2 vwo, Alphen aan den Rijn. Vader director corporate communications Ahold (fulltime), Moeder medewerkster Mobiliteit op Maat (3 dagen)
“Mijn vader komt laat thuis, tegen tien of elf uur, en in het weekend werkt hij ook. Volgens mij heeft hij wel een zware baan. Want als hij thuiskomt, valt hij vaak meteen in slaap. Zijn telefoon gaat ook achter elkaar door. Soms voert hij conference calls die wel een paar uur duren. Dan mogen mijn zusjes en ik niet roepen.
“Gelukkig is hij er niet heel erg gestrest onder. Soms hoor ik ´m wel eens vloeken en als hij een deadline heeft dan weet ik dat ik hem niet moet storen. Hij probeert de dingen zo rustig mogelijk aan te pakken.
“De meeste kinderen in mijn omgeving hebben een moeder die het huishouden doet. Nu ik wat ouder ben, vind ik het niet meer zo erg dat ze werkt. Ze werkt ook maar drie dagen of zo. Het is wel lekker om mijn eigen gang te gaan. Als je ouders thuis zijn mag je natuurlijk niet alles. Het is voor mij heel gewoon om alleen thuis te komen, ik zet thee voor mijn jongere zusjes en geef ze een boterham. Nee, ik neem niet vaak vrienden mee naar huis als mijn ouders er niet zijn. Dat hebben ze liever niet.
“Ik wil later niet zoveel werken als mijn vader, maar goed, ik wil wel veel centjes verdienen. Ik wil ook af en toe thuis kunnen zitten en een filmpje huren. Als mijn vader dat van plan is, gaat altijd zijn telefoon.
“Ik zou mijn vader wel graag wat meer willen zien. Nu zie ik hem eigenlijk alleen in het weekend of ´s avonds laat even na het sporten. Maar hij doet zijn best voor ons inkomen. Dat waardeer ik. Daar heb ik veel respect voor. En als ik hem nodig heb, staat hij altijd binnen een uur voor de deur. Hij steunt me ook enorm in mijn sport; ik ben Nederlands kampioen judo onder de vijftien jaar. Mijn vader en ook mijn moeder gaan altijd mee als support.”
Rutger wil later naar de TU Delft of rechten studeren.

Elsie Vermeer (16)

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Vriendinnen gaan met hun moeder shoppen, bij mij komt dat weinig voor’
Elsie Vermeer (16), 5 havo, Amsterdam. Stiefvader wethouder stadsdeel Noord in Amsterdam (fulltime), Moeder freelance vertaalster Wereldomroep (onregelmatig)
“Mijn stiefvader is bijna altijd aan het werk. ‘s avonds moet hij nog vaak stukken doorlezen of heeft hij een vergadering. En in het weekend is er altijd wel ergens een opening waar hij zijn gezicht moet laten zien. Mijn moeder is freelancer en werkt heel onregelmatig. Ook wel eens ‘s nachts, dan fungeer ik als reservemoeder voor mijn zusje en mijn twee jongere broertjes. Omdat mijn moeder een veel minder drukke baan heeft dan mijn stiefvader, regelt zij het huishouden.
“Ik heb er geen probleem mee dat mijn stiefvader zo hard werkt, wel vind ik het jammer dat het daardoor thuis altijd hectisch is. Ik vind het wel eens moeilijk dat er weinig tijd is om iets met mijn moeder te bespreken. Vriendinnen gaan regelmatig met hun moeder shoppen, bij mij komt dat weinig voor. Maar dat zijn dan ook gezinnen met twee kinderen. Daar is gewoon meer tijd. Een vader van een vriendin van mij hielp haar elke dag met haar examen. Dat zou ik best fijn hebben gevonden. Hoewel, mijn ouders hebben geen verstand van natuur- en scheikunde, de vakken waarin ik eindexamen deed, haha. Ik merk wel dat ik door de omstandigheden behoorlijk zelfstandig ben geworden. Tegelijkertijd vind ik het ook bijzonder knap hoe mijn moeder het gezin draaiende houdt.
“Zelf zou ik het anders doen. Ik zie meer in een baan van negen tot vijf. Natuurlijk ga je er helemaal voor als je je werk leuk vindt. Maar ik kan me moeilijk voorstellen dat je 24 uur per dag alleen maar daar mee bezig bent. Ik wil er ook nog een sociaal leven op na kunnen houden.”
Elsie wil journalist worden.