In de door mannen gedomineerde wereld van private equity hebben drie vrouwen een nieuw fonds opgezet: Karmijn Kapitaal. Hun hoop is dat nu ook topvrouwen de stap naar groeikapitaal durven wagen.
Geen gesomber: vrouwen die miljoenenbedrijven leiden zijn heus niet zeldzaam. In het midden- en kleinbedrijf wordt ongeveer 15 procent van de ondernemingen aangestuurd door vrouwen of een gemengde directie. Bovendien neemt het aandeel toe. Jammer alleen dat minder dan 1 procent van deze groep de weg weet te vinden naar groeikapitaal. “Maar als je de juiste wegen bewandelt, is er zoveel meer mogelijk”, zegt Cilian Jansen Verplanke (45). Samen met Désirée van Boxtel (41) en Hadewych Cels (41) is zij oprichtster van Karmijn Kapitaal, het eerste Nederlandse private equity-fonds dat volledig wordt gerund door vrouwen. Zij gaan voor belangen in mkb-bedrijven met minstens 30 procent vrouwen in het bestuur of een vrouwelijke bestuursvoorzitter. Niet uit idealisme, maar omdat zij juist daar rendement ruiken.
Van Boxtel: “Ons fonds heeft twee harde bestaansredenen. Bedrijven die worden geleid door zowel mannen als vrouwen presteren beter. Dat blijkt uit diverse onderzoeken. En juist deze bedrijven vinden nog nauwelijks de weg naar private equity. Daar ligt onze kans.”
Representatief
Voor een beginnend bedrijfje zitten de drie vrouwen op een opmerkelijk representatieve locatie: het statige pand van Baker & McKenzie op de Zuidas. Kwestie van een goed netwerk, leggen ze uit. Jansen Verplanke belde afgelopen zomer met een hooggeplaatste kennis bij het advocatenkantoor: of er niet nog een kamertje over was. Dat was zo. Tot 1 januari kunnen ze er nu kantoor houden. Baker & McKenzie ziet het als zijn bijdrage aan diversiteit.
Stoere vrouwen
Maar niet alleen qua locatie onderscheidt Karmijn Kapitaal zich van andere startups. Zo hebben de drie een zeer solide financiële achtergrond. Jansen Verplanke en Van Boxtel kennen elkaar van ABN Amro, waar ze jaren samenwerkten op de door Van Boxtel opgezette afdeling Participaties. Bij de Rabobank bouwde Jansen Verplanke vervolgens een soortgelijke afdeling op. Cels was op haar beurt onder meer mede-oprichter van turnaround investeerder Plain Vanilla.
De drie werden gematcht door headhunter Carien van der Laan van Woman Capital. Van Boxtel: “Zij kreeg vaak stoere vrouwen aan haar bureau die een nieuwe baan zochten omdat het bedrijf dat zij hadden geleid verkocht werd. Carien vroeg dan: hebben jullie niet eigenlijk een zak geld nodig om het bedrijf zelf te kopen? Bij die mogelijkheid stonden zij helemaal niet stil. Jammer. Er is ontzettend veel ondernemerspotentieel onder corporate vrouwen. Als ceo of cfo leiden zij mkb-bedrijven met gauw tientallen miljoenen omzet en zijn zij eigenlijk al ondernemer. Maar ze blijven zichzelf als werknemers zien.”
Op hun beurt gaan private equity-financiers (doorgaans mannen) reactief te werk: ze wachten af wie zich bij hen meldt. En dat zijn dan dus weer zelden vrouwen. En áls zij contact zoeken, verloopt dat vaak moeizaam. Jansen Verplanke: “Het private equity-wereldje is heel financieel gericht. Bij de eerste kennismaking liggen de spreadsheets al op tafel, terwijl een vrouw eerst vertrouwen wil krijgen. Dat werkt dus niet.”
Kinderkleertjes
Cels noemt het voorbeeld van een vrouw die zich bij een private equity-fonds had gemeld als kandidaat voor een management buy-in. “Zij werd vervolgens alleen gebeld voor bedrijven in vrouwenproducten, kinderkleertjes enzo. Terwijl zij biochemicus is!”
Vrouwen worden veel te vaak vastgepind op traditionele vrouwensectoren zoals zorg, zegt Jansen Verplanke. “Maar dat is echt een misverstand. In het mkb zijn vrouwen oververtegenwoordigd in handel, dienstverlening en industrie. Als ‘dochter van’ sturen zij vaak grote regionale productiebedrijven aan. Deze vrouwen zijn nauwelijks in beeld bij kapitaalverschaffers.”
Drie keer denken
Cels weet wel hoe dat komt. De meeste vrouwen schrikken ervoor terug om zich halsoverkop in een ondernemersavontuur te storten, zegt ze. “Zij denken er drie keer langer over na dan een man.”
Die bedachtzaamheid is een karaktereigenschap die een bedrijf goed van pas kan komen. Uit onderzoek blijkt onder meer dat door vrouwen geleide bedrijven beter risicomanagement hebben en (daardoor) minder vaak failliet gaan.
Jansen Verplanke: “Vrouwen stellen meer vragen over de risico’s, signaleren die ook in hoeken waar je niet zo snel aan denkt, wegen alles tegen elkaar af. Over het algemeen zijn zij duidelijk prudenter dan mannen.”
Vuist op tafel
Omdat een bedrijf ook weer niet té voorzichtig geleid moet worden, kiezen de drie investeerders bewust voor bedrijven waar zowel mannen als vrouwen in de directie zitten. “Af en toe moet je ook met de vuist op tafel slaan, en dat doen mannen makkelijker”, aldus Van Boxtel. “Juist de combinatie van mannen en vrouwen leidt tot meer creativiteit, een langeretermijnvisie en beter mensenmanagement.”
Toch moet worden opgepast voor al te makkelijke generalisaties, waarschuwt Jansen Verplanke. “Zoals er ook genoeg reuzegevoelige mannen zijn, zijn er ook vrouwen die alfamannen imiteren. Als er één vrouw in het bestuur van een bedrijf zit, zegt dat ons op zichzelf niets. Diversiteit moet echt worden toegepast in het beleid.”
Female touch
Haar voormalig werkgever Rabobank heeft in elk geval geprofiteerd van de female touch van Jansen Verplanke. De laatste jaren stuurde zij als directeur Grootbedrijf 330 man aan. “Ik besteedde veel tijd aan soft values. Zo heb ik ieder regioteam laten doorlichten op cultuur en type mensen. Zo konden we het beste uit onze mensen halen en veel effectiever klanten benaderen. Dat heeft mede geleid tot een enorme groei.”
Zo’n groei zien de drie ook voor zich bij Karmijn Kapitaal. Zover is het nog niet. Eerst moet het fonds nog gevuld worden. De drie willen 50 miljoen euro ophalen bij investeerders, om daarmee zo’n 10 bedrijven verder te helpen. Doel is om dan na 4 tot 5 jaar te verkopen en minstens 25 procent rendement te scoren. “Waarde creëren is de kern van private equity”, zegt Van Boxtel. “We moeten zorgen voor veel rendement, want de aandeelhouders lopen ook forse risico’s.”
Niet te lief
Die waardecreatie wil Karmijn Kapitaal ook weer bereiken op een vrouwelijke – of liever: ‘diverse’ – manier. Wij willen nauw samenwerken met het management. We droppen geen strategie, maar maken samen een plan hoe we verbeteringen gaan doorvoeren. Wij zullen ons al gauw wat coöperatiever opstellen dan mannen. Maar té lief zijn we ook niet, het gaat uiteindelijk wel om het rendement.”
Animo genoeg, hebben ze gemerkt. Er hebben zich al meer dan 50 bedrijven gemeld die in aanmerking willen komen voor groeikapitaal. “Onze handen jeuken”, zegt Van Boxtel.
Omslagpunt
Door hun uitgebreide ervaring hebben de vrouwen er alle vertrouwen in dat zij bedrijven verder kunnen helpen. Lastiger – want nieuw terrein – is het aantrekken van kapitaal. Cels: “Een half jaar geleden vroegen we ons wel eens af: gaat het ons wel lukken? Funding is een ander vak, en het investeringsklimaat is op het ogenblik moeilijk. Maar we zitten nu op een omslagpunt; waarschijnlijk hebben we een heel grote investeerder aan boord.” Toezeggingen zijn er al uit alle drie hoeken waarin Karmijn vist: institutionele beleggers zoals pensioenfondsen, vermogende families en particulieren die van een beetje risico houden. En die particulieren kunnen niet alleen kapitaal leveren, maar ook expertise, als dat zo uitkomt. Logisch, zegt Van Boxtel: “Zij vinden het immers vaak leuk nauw bij hun investeringen betrokken te zijn.”
Op zoek naar 50 miljoen
Karmijn Kapitaal is het eerste Nederlandse private equity-fonds dat volledig wordt gerund door vrouwen. Het fonds wil beleggen in zo’n 10 mkb-bedrijven waar een vrouw aan het roer staat of waar het bestuur in elk geval voor minstens 30 procent uit vrouwen bestaat. De drie fundmanagers zijn momenteel druk bezig 50 miljoen euro op te halen bij investeerders. Zomer volgend jaar moeten de eerste investeringen plaatsvinden. Om een goede spreiding van de portefeuille veilig te stellen wordt per bedrijf maximaal 7,5 miljoen euro geïnvesteerd. Kandidaten moeten een trackrecord van minstens 5 jaar en een bedrijfsresultaat van minimaal 1 miljoen euro kunnen laten zien. Gemikt wordt op de sectoren handel, dienstverlening en de maakindustrie.
>> Dit artikel is afkomstig uit MT magazine. Bestel de nieuwste editie online <<