Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gratis producten en diensten kunnen best, als ze de klant maar niet beduvelen

Wederom is een nieuw-economisch dogma genadeloos onderuitgehaald: het waanidee dat allerlei producten en diensten voor nop uitgevent kunnen worden. Samen met de andere demasqués van de nieuwe economie – de krankzinnige veronderstelling dat ons een lange, onafgebroken periode van hoogconjunctuur te wachten zou staan en de volstrekte naïviteit van internet-startups om hun break-evenpoint ergens rond 2016 te projecteren – is de zeepbel hiermee definitief uiteengespat.

Nog geen twee jaar geleden haalde een Amerikaanse internetaanbieder de wereldpers met het plan gratis computers te verstrekken aan betalende abonnees die plechtig beloofden de komende tijd niet van provider te wisselen. Het is er nooit van gekomen, evenmin als de koelkast die kosteloos aan de deur zou worden afgeleverd als je haar tot in lengte der jaren met het netwerk van de supermarkt zou laten communiceren. Europese aanbieders kozen voor een omgekeerde strategie, namelijk gratis toegang tot het web. Dat zou de massa pas goed op de been brengen, waarna allerlei lucratieve multiplying factors hun werk zouden kunnen doen. De massa kwam inderdaad in beweging, maar het commerciële gewin dat te halen viel uit de macht van het getal bleek nihil te zijn.

Success story's zijn er overigens heus wel; het is maar hoe je het bekijkt. Half Nederland heeft zich de afgelopen jaren voor één gulden of nog minder een mobieltje aangeschaft, en nam het wurgcontract met het telefoonbedrijf daarbij op de koop toe. De operator moest op zijn beurt vet toeleggen op de af-fabriek-prijs van het apparaatje, maar kon met zijn gestunt wel verder werken aan de politiek van landjepik. De consument hield zich van den domme, want intussen betaalde hij onbehoorlijk hoge bedragen voor zijn belminuten.

In sommige Scandinavische landen zijn dit soort vormen van kruissubsidiëring bij wet verboden. Toch lopen daar meer mobiele bellers rond dan in Nederland en al die andere landen waar gsm'etjes om niet van de hand worden gedaan. Bovendien bellen de noorderlingen heel wat vaker en meer. De reden is simpel: de tarieven zijn daar maar een fractie hoger dan de bedragen die voor bellen over het vaste net gelden. Een heel wat gezonder businessmodel, dunkt me, dan de continentale zieltjeswinnerij met toestellen voor dumpprijzen en telefoonverkeer voor woekerprijzen.

Dat het momenteel slecht gaat met de producenten van mobieltjes heeft verschillende oorzaken. Een van de belangrijkste is vooralsnog onopgemerkt gebleven. Hals over kop heeft menig mobiel telefoonbedrijf de afgelopen maanden onder druk van zijn gigantische schuldenlast besloten de kruissubsidiëring van toestellen te staken. Uitstaande bestellingen bij de fabrikanten – het gaat hier om vele miljoenen stuks – zijn geannuleerd. Tja, gratis spul heeft zo zijn grenzen.

De vooralsnog laatste stuiptrekking van het gratis-front komt van het tandem Postbank/Telfort. Die willen 'iets met m-bankieren' gaan doen en hebben de hand weten te leggen op een half miljoen aftandse Siemens-apparaten. Wie straks mobiel zijn girorekening wil inzien of een bedrag wil overboeken, krijgt daarvoor een gratis toestel ter beschikking. De tarieven voor de betaalservice zijn overigens nog niet bekend.

De Postbank houdt er een dubieuze praktijk op na als het om gratis dienstverlening gaat. Groot geworden met gratis betalingsverkeer voor particulieren, introduceerde de ING-dochter enkele jaren geleden massaal het elektronisch thuisbankieren. Dat was een meesterzet. Geen duur postverkeer meer, noch allerlei handarbeiders voor de verwerking van transacties. Bovendien: de Postbank ontvangt zo ruim één miljoen gulden abonnementsgeld per maand van haar honderdduizenden thuisbankiers die zélf elektronisch alle handelingen verrichten. Dat is nog eens 'kostenbesparing'.

Een soortgelijke truc wil KPN Telecom nu uithalen met de betaalde voicemail-service. In het recente verleden heeft KPN anderhalf miljoen abonnees over de streep getrokken door ze een gratis netwerkdienst voor te spiegelen. Voor KPN stonden daar twee inkomstenbronnen tegenover: de telefoontikken van de bellers die verbinding kregen met het antwoordapparaat én de belminuten van de voicemail-houder die naar aanleiding van zijn berichten de telefoon greep om terug te bellen. Een businessmodel dat stond als een huis.


Opgeteld komt het dubbeltje 'gebruikersvergoeding' dat KPN vanaf heden voor elke voicemail-handeling rekent – inkomstenstroom nummer drie – akelig dicht in de buurt van de prijs van 'drie pilsjes per gebruiker per maand', waarmee volgens topman Paul Smits de mega-investeringen in UMTS kunnen worden gedekt. Een geluk voor Smits dat kruissubsidiëring volgens de Nederlandse wet legaal is.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.