George Möller heeft als chief operating officer van Euronext tropenjaren achter de rug. Automatisering, integratie, nieuw handelssysteem, de hype en daarna de crisis. En steeds weer het verwijt dat hij de Amsterdamse beurs heeft uitgekleed. Voelt hij zich miskend? “Dat zijn uw woorden.”
Wordt u in 2004 nou ceo van Euronext?
“Tijdens de totstandkoming van Euronext is de afspraak gemaakt dat na vier jaar een Nederlander Jean-Francois Théodore op zou volgen als ceo en dat er een Franse voorzitter van de raad van commissarissen gekozen zou worden in opvolging van de huidige Nederlandse voorzitter. De commissarissen beslissen straks, maar ik ga daar absoluut voor. Ik wil hier werken tot mijn 65ste. Ik heb nog veel energie, heel veel ervaring en ik denk dat ik me internationaal goed kan manifesteren.”
Wat is leuk aan die baan?
“Het is een baan met grote impact. Je bent bezig Europa inhoud te geven. Je bent bezig de kapitaalmarkt te hervormen; allemaal dingen die heel erg relevant zijn.
En dat is gewoon heel bijzonder. Als je werkt en je werkt hard, dan moet je dat ook doen voor iets dat werkelijk ergens toe leidt. We zijn nu bezig met de integratie van clearing en settlement en dat is een moeilijk proces. Maar als ik zoiets tot stand kan brengen op Europese schaal, dan is dat heel mooi.”
Volgens de stad Londen kunnen we sinds begin dit jaar in het rijtje Winston Churchill, Margaret Thatcher, Florence Nightinggale ook George Möller bijschrijven.
“Tja. Ik ben benoemd tot Honorary Freeman van the city of London, samen met Théodore. Het is een erestatus. De Freeman titel is afkomstig uit het gildenwezen en je moet het zien als een teken van de stad London dat ze op prijs stellen hoe wij bezig zijn met de door ons overgenomen Londense derivatenbeurs Liffe; een teken van erkenning.” Vreemd, je neemt een gerespecteerd financieel instituut in Londen over en dan word je tot Freeman van de stad gebombardeerd. “Londen hebben we centrum van Euronext gemaakt als het gaat om derivaten. Al zitten het management en de competenties met betrekking tot derivaten – zoals in Amsterdam bijvoorbeeld aandelenopties – verspreid, Liffe Connect, het handelssysteem van Euronext. Liffe, zal de derivatenhandel op alle locaties van Euronext gaan ondersteunen. “Liffe heeft dus aansluiting gevonden bij continentaal Europa, waarbij de positie van London een hele belangrijke is gebleven. Je zou kunnen zeggen dat het het Wimbledon van de derivatenhandel is, waar talent uit heel Europa samenkomt. En ondanks dat er in Engeland oppositie tegen Europa en met name de euro bestaat, is de stad Londen met die aansluiting heel blij.”
Het is wel ten koste gegaan van de positie van Amster-dam. Hier krijgt u dan ook veel minder erkenning.
“Naarmate je groter wordt, verwatert de invloed. Amsterdam is onderdeel van een grote Europese beurs, waar ook Parijs, Brussel, Lissabon en Londen deel van uitmaken. Onder andere de expertise op het gebied van aandelenopties blijft hier, in Amsterdam. Dat is recentelijk weer eens door Théodore bevestigd in zijn nieuwjaarsspeech.”
Mager, voor de oudste aandelenbeurs ter wereld.
“Wat je je moet afvragen, is wat er was gebeurd als we Liffe níet hadden binnengehaald. Kijk, als de London Stock Exchange Liffe had overgenomen, dan waren die twee samen een enorm powerhouse geworden. En dan waren wij aan de derivatenkant veel te klein geweest. Amsterdam is een leuke markt, en hét expertise-centrum als het gaat om aandelenopties. Maar uiteindelijk gaat het, hoe je het ook wendt of keert, om kritische massa. “De situatie nu is dat we zelf onderdeel zijn van een internationaal instituut, met een enorme slagkracht. Het nadeel daarvan is dat je als Amsterdam wel eens moet inschikken. Kijk je naar de strategische afweging die wij moesten maken op het moment dat Liffe te koop stond en ook de LSE ge-ïnteresseerd was, dan hadden we weinig keuze, anders dan ongelooflijk serieus op die zaak inzetten.”
Het is gewoon een kwestie van schaal en dan is het feit dat u een aantal jaren in de directie van Liffe hebt gezeten natuurlijk mooi meegenomen.
“Ja, het moet uiteindelijk niet alleen zakelijk kloppen, maar ook persoonlijk gewoon klikken en dat was in mijn voordeel. Uiteindelijk zullen twee à drie beurzen het in Europa gaan uitmaken en is er maar plaats voor twee derivatenbeurzen, waarvan wij er dus een hebben. De druk is enorm, dat zie je ook in Amerika, waar de gevestigde orde wordt uitgedaagd. Derivatenbeurs CBOT in Chicago was de grootste ter wereld, maar is ernstig verzwakt. En zelfs de Nasdaq moet knokken om te overleven.
Er wordt aan de stoelpoten gezaagd van de gevestigde orde, en dat is mogelijk vanwege het oprukken van de moderne technologie. Met ECN´s, Electronic Commerce Networks, kunnen de officiële markten omzeild worden. En als die geen optimale efficiency bewerkstelligen, gebeurt dat ook.”
Dat is prima te begrijpen, maar vanwege uw heus zeer verstandige visie op de aandelenmarkten staat de positie van Amsterdam onder druk.
“Ik kan niet voorspellen wat hier blijft en wat niet. Maar Amsterdam blijft een hele belangrijke speler binnen de grootste Europese beurs. Dat zullen we realiseren. En dat is heel anders dan in landen als Zweden en Italië, die toch een beetje stil zitten en daardoor steeds verder worden gemarginaliseerd. Wij zijn nu bezig met de integratie van clearing en settlement, met het in elkaar schuiven van de verschillende organisaties en het afdwingen van harmonisatie. Dat heb je over anderhalf jaar wel allemaal voor elkaar. En dan wordt het voor al die andere beurzen gewoon slikken of overgenomen worden, zonder dat zij enige invloed hebben gehad op het harmonisatieproces.”
Is dat dan erg? Overgenomen worden? Bij Liffe waren ze er maar wat blij mee.
“Op een beurs als de onze, maar ook die van bijvoorbeeld Zwitserland, die voor 95 procent bestaan uit multinationals, is het volgens mij inderdaad niet goed om af te wachten. Als wij niet in actie komen en meegaan in dat schaalvergrotingsproces, dan komt er een moment dat voor al die multinationals die bij ons genoteerd staan, de koers/winst verhouding gewoon structureel te laag komt te liggen. Die zijn op dit moment sowieso al lager dan in Amerika. En die koers/winst verhouding bepaalt de slagkracht van een bedrijf op de kapitaalmarkt. Dat bepaalt uiteindelijk voor bedrijven of ze zelf overnemen, of dat ze overgenomen worden. Dat is zo fundamenteel, dat je er als beursdirectie maar voor hebt te zorgen dat die koers/winst verhoudingen optimaal kunnen zijn. En dat doe je door schaalvergroting.”
En als Nederlander gaat u daar nou eenmaal pro-actief mee om.
“Ja, haha, we leven nu eenmaal in een klein maar dapper land. Kijk, er wordt niet van mij verwacht dat ik als directeur van de beurs in mijn stoel ga zitten in deze mooie kamer en wacht op wat komen gaat. Je moet je eigen positie versterken en je eigen toekomst uitstippelen.”
Hoeveel mensen werken er hier in Amsterdam nog bij Euronext?
“Ruim 400.”
Hoeveel waren dat er vijf jaar geleden?
“Het maximum is ruim 600 geweest. Maar goed, in de daling van het personeelsbestand zitten twee efficiencyslagen: één op de handelsvloer en één met de uitbesteding van personeel naar Atos-Euronext en Euroclear Nederland. We hebben qua handelssystematiek een heel belangrijke wijziging doorgevoerd, waarvoor ik gewoon niet van iedereen applaus kan krijgen. Met name de hoekmansbedrijven hebben het me niet in dank afgenomen. Maar de overgang van vloer- naar schermenhandel op de optiebeurs vind ik eigenlijk nog heel geruisloos gegaan.”
Euronext profileert zich ook als belangenbehartiger voor de lokale markt, de zogenaamde small caps en midkaps. U zegt dat de handel in de kleinere fondsen sinds de invoering van het nieuwe handelssysteem van Euronext is verbeterd. Maar er zijn er sinds begin 2001 wel 32 van de beurs afgegaan. Hoe valt dat te rijmen?
“Veel bedrijven zijn van de beurs gegaan vanwege consolidatie in Europa, door te fuseren of via overnames. We hebben op Europese schaal twee speciale segmenten voor kleinere bedrijven gelanceerd: NextPrime en NextEconomy. Daar worden hoge eisen gesteld qua verslaggeving, transparantie, International Accounting Standards, kwartaalcijfers etcetera. Maar wie erin plaats neemt, krijgt bij ons extra aandacht.
Pas nog was er een bijeenkomst in Parijs – dat doen we elk half jaar – waar directies, analisten en handelaren elkaar ontmoeten op een soort marktplaats. We begeleiden, indien gewenst, de bedrijven die daarvoor open staan.”
U heeft het kaf van het koren gescheiden.
“Ja, maar dat gebeurt op vrijwillige basis met de introductie van de twee segmenten. We reiken ze het instrumentarium aan, maar als bedrijven dat instrumentarium niet pakken, dan is dat hun eigen vrije keuze. De international accounting standards bijvoorbeeld. Die zijn straks verplicht, maar sommige bedrijven vinden dat veel te ingewikkeld. “De eisen die de beleggers stellen aan transparantie zijn enorm toegenomen. Niet iedereen kan daaraan voldoen. Ik heb nog niet zo lang geleden gesuggereerd dat je misschien terug zou moeten naar een soort grijze markt, een segment van bedrijven die nog één teen tussen de deur houden. Het is namelijk de vraag of het wenselijk is dat dergelijke bedrijven helemaal van de publieke markt verdwijnen.”
En daar heeft u concreet plannen voor?
“Nee, het is iets waar je over na zou moeten denken op het moment dat je te veel bedrijven af ziet haken. We zouden moeten kijken naar oplossingen. Daar zou je over moeten gaan brainstormen.”
Wanneer gaat die brainstorm plaatsvinden?
“Die zit nog niet direct in de planning”
U heeft het over strengere toelatingseisen voor de kleinere bedrijven, maar Peter Paul de Vries van de Verenging voor Effectenbezitters zegt: Möller heeft meegewerkt aan kwaliteitsverlies van het stempel beursgenoteerd zijn. U heeft bedrijven als UPC, WorldOnline, Versatel en KPNQwest uitgenodigd in de AEX, door de toelatingseisen drastisch te verlagen in 1999. En zie hoeveel miljarden er door het putje gespoeld zijn.
“Het is heel makkelijk om mijn naam te noemen en te zeggen: 'Möller heeft het gedaan.' De Vries heeft zelf in die periode meegewerkt aan de hype, door bijvoorbeeld de prijs voor de beste IPO aan een nieuwe economie bedrijf te geven en zo kan ik nog wel een aantal zaken opnoemen. Je las in die periode in de kranten niet dat onze verandering van de toelatingseisen niet verantwoord was. Integendeel: het was niet genoeg; het stelde niks voor. Alle bedrijven gingen toch naar de Neuer Markt en de Nasdaq. En de Nasdaq zou het continent binnenvallen en Europa hervormen. Dat waren de termen waarin gesproken werd. Kijk naar de verhalen rond Baan, dat vóór de verandering niet aan onze eisen voldeed. Dat was een Nederlands groeifonds, aan de Nasdaq genoteerd, en hoe kon het nou zo zijn dat dat niet aan de toelatings-eisen van de AEX voldeed? Hoe kon dat nou zo zijn?”Maar is het niet juist uw rol om de beurs te behoeden voor dergelijke gekte? “Ik wil niet zeggen dat we uiteindelijk niet mee hebben gedaan, maar we hebben hierin altijd achteraan gelopen. We zijn met ons beleid altijd aan de conservatieve kant gebleven. Maar je moest wel mee. Dat kon niet anders. De heer de Vries kijkt met ogen van vandaag naar het verleden. En velt een oordeel over ons. Terwijl, als beleggers toen bereid waren om bedrijven als UPC en KPNQwest te waarderen voor miljarden, was het dan aan ons om hen de toegang tot de publieke kapitaalmarkt te weigeren? Als we dat gedaan hadden, was het ons maatschappelijk afgedwongen ze open te gooien.”
Een ander gehoord bezwaar: Nederlandse beleggers profiteren niet of nauwelijks van de schaalvoordelen die u ze beloofd had. De prijzen zijn niet omlaag, en Europees beleggen is er niet aantrekkelijker op geworden.
“Zes jaar geleden moest je op de optiebeurs driekwart dag wachten voordat je de bevestiging kreeg dat een order was uitgevoerd. Als je nu een transactie doet, is het een kwestie van klikken en klaar en je ziet meteen de nieuwe prijs. Het proces is oneindig veel efficiënter geworden en de koersen waartegen gehandeld kan worden zijn beter. Een ander punt is dat de prijzen voor beurstransacties toch iets zijn verbeterd. Als je naar de kostprijs per transactie kijkt, is het marginaal ietsje goedkoper geworden.. Kijk je naar onze omzet momenteel: die zie je flink stijgen, met zo'n 30 procent. Maar de inkomsten uit transacties zijn in ons laatste jaarverslag maar met zo'n 3 procent gestegen. We verdienen dus op een grotere handelsomzet naar verhouding minder. Maar de beleving is toch dat we duurder zijn geworden, omdat er wat extra posten bij zijn gekomen. Zetten we de feiten op een rij, dan durf ik ze nog allemaal in de ogen te kijken. We hebben een enorme efficiencyslag gemaakt, maar daar hoor je niemand over.”
U voelt zich miskend.
“Dat zijn uw woorden.”
CV George Möller
1947 > geboren in Groningen op 29 december
1974 > afgestudeerd Bedrijfseconomie Groningen
1974-1983 > Amro Bank
1983-1987 > Deli Maatschappij, corporate treasurer
1987-1996 > Pierson Heldring & Pierson, directeur Pierson ICS, clea-ringagent op de Londense optie- en futuresmarkt. Algemeen directeur Pierson Holdings. Algemeen directeur MeesPierson
1992-1996 > lid raad van bestuur
1996-1997 > algemeen directeur EOE-Optiebeurs Amsterdam
1997-2000 > algemeen directeur Amsterdam Exchanges
2000-heden > chief operating officer Euronext