Na een rimpelloze bancaire carrière van 22 jaar opereert Fred Böttcher nu voor het eerst in moeilijk vaarwater. Het effectenhuis Van der Moolen, waarvan hij de hoogste baas is, duikelde in de rode cijfers. Vraag is of hij de situatie nog kan redden.
Zijn blik staat donderdag 4 maart jongstleden op nors. Voor het eerst in zijn langdurige loopbaan in de bank- en effectenwereld moet Fred Böttcher (57) rode cijfers aankondigen. De omzet van het door hem bestierde effectenhuis Van der Moolen daalde in 2003 met maar liefst 47 procent. Dat resulteerde in een nettoverlies van 15,9 miljoen euro. In 2002 was er nog een winst van 58,5 miljoen euro.
En er is iets nog veel ergers aan de hand. Zijn effectenhuis heeft het aan de stok met de Amerikaanse beurswaakhond SEC. Deze legde een boete op van 43,5 miljoen euro. Dit omdat de handelaren van Van der Moolen de handelsregels van de New Yorkse beurs, de NYSE, zouden hebben overtreden. Daardoor zouden beleggers benadeeld zijn. Ze zouden teveel hebben betaald.
De SEC is nu bezig met een onderzoek naar individuele handelaren van Van der Moolen. “Na eigen onderzoek,” zo bromt Fred Böttcher tijdens deze presentatie van de jaarcijfers “hebben we al een aantal mensen van hun leidinggevende taken afgehaald.”
De onkreukbare bankmanager – want zo staat hij bij vriend en vijand bekend – heeft er zichtbaar moeite mee. Het idee alleen al dat zijn naam nu met hevig geërodeerde namen als Cees van der Hoeven of Cor Boonstra zou kunnen worden geassocieerd. Dat idee is voor hem een nachtmerrie.
“Hij vindt het echt vreselijk,” klinkt het aan de Amsterdamse Keizergracht, waar Van der Moolen gevestigd is. “Voor Böttcher was het van meet af duidelijk dat de onderste steen boven water moest komen. Hij heeft de SEC vanaf het begin alle medewerking toegezegd en was uiterst gefrustreerd dat ze hem niet voor een gesprek wilden uitnodigen. Maandenlang was hij daarmee bezig. Volgens mij stond zijn koffer in die periode voortdurend gepakt. Böttcher is een uiterst principiële en gedegen man.”
Dergelijke geluiden klinken ook bij de SNS bank. Daar wordt hij in 1992 lid van de raad van bestuur. In 1996 – hij is dan inmiddels vice-voorzitter van de raad – stapt hij plotseling op.
“Het was een principiële kwestie,” vertelt een hoge SNS-functionaris. “Nee, ik ga natuurlijk niet vertellen waarover het ging. Ondanks dat meningsverschil hebben we zijn vertrek wel betreurd. Böttcher is aimabel, voorkomend en capabel. Hij zit al sinds 1972 in dit wereldje en beschikt over een enorme knowhow. Maar misschien is hij soms iets te principieel.”
En hij is bescheiden. Op zijn cv ontbreekt een van zijn belangrijkste wapenfeiten; hij was tien jaar lang werknemerscommissaris van Fokker. Bij de OR van Fokker was deze soms wat kil overkomende bankier uiterst populair.
Cynisch
In 1996 interviewt schrijver dezes Böttcher voor een boek over Fokker. Hij ventileert bij deze gelegenheid zware kritiek op het bankwezen. “Ik herinner me,” vertelt hij, “dat eind jaren zeventig de aandelen erg laag stonden. En wat deden de banken? Ze becijferden dat hun effectenbedrijf verliesgevend was. Ze zijn toen hun cliënten gaan bellen en probeerden die cliënten op het dieptepunt van de markt spaarrekeningen aan te praten. Wanneer ze visie hadden getoond, dan hadden ze juist in die periode aandelen moeten adviseren. Maar daartoe ontbrak duidelijk de fantasie. Er is niet alleen sprake van risicomijdend gedrag. Nee, er is vooral sprake van een zeer pessimistisch beeld over de toekomstmogelijkheden.”
“Nu Fokker door het faillissement van alle hypotheken is ontdaan, stappen ze er niet in. Het bedrijf is voor een appel en een ei te koop. Er zit voor miljarden aan kennis en ervaring in Fokker. Toch gebeurt er niets. Dat maakt me ontzettend cynisch,” aldus Böttcher in 1996.
Hij heeft op dat moment net zijn entree gemaakt als directielid bij Van der Moolen. Van dat cynisme merken zijn naaste collegae niets. Maar dat hij een visionair is, een man met visie, dus fantasie, wordt al snel duidelijk. Ook Van der Moolen begint, onder zijn co-supervisie, aan Ahold-achtige Amerikaanse avonturen. Böttcher werkt daarbij nauw samen met topman Peter van der Lugt.
Hoewel computerschermen dan al in hoog tempo de rol van de klassieke hoekman overnemen, storten ze zich op het opkopen van traditionele hoekmansbedrijven buiten Nederland. Uiteindelijk zal de Amerikaanse dochter van Van der Moolen daardoor verantwoordelijk worden voor meer dan 10 procent van de omzet op de NYSE. En juist dat feit nekt Van der Moolen nu. Het NYSE-bestuur wil, in navolging van Euronext, dat de orders, die voorheen door de hoekmannen, ofwel specialisten, verwerkt werden, volautomatisch verwerkt gaan worden. Arme Böttcher.
Slager
“He’s a gentleman in trouble,” analyseert een Amerikaanse bron. “A gentleman with a funny name.” Toepasselijk, dat wel. In het Amerikaans klinkt het als butcher, ‘slager’. Zo typeerde ook Quote hem in een van de sporadische interviews die hij ooit gaf. Dat was in 2000.
“U weet aardig het mes in een organisatie te zetten. U wordt ook wel ‘de slager’ genoemd.” “Hmm ja,” reageerde Böttcher, “ik vind natuurlijk dat je sociaal met mensen dient om te gaan. Maar je helpt er niemand mee als je mensen op een plek laat zitten waar ze niet functioneren. Ik denk dat mijn handelend optreden eerder sociaal is. Ik heb voor bedrijven gewerkt die door de technologische ontwikkelingen werden geconfronteerd met de keuze: langzaam afsterven, of aanpassen aan de tijd.”
Met dat laatste is Böttcher ook nu weer druk bezig. Dat betekent: het mes er in. “En daar is hij goed in,” meldt een bron aan de Amsterdamse Keizersgracht. “Hij maakt zich niet gehaat. Dat is knap, want er zijn in een jaar tijd de nodige koppen gerold. Onderling is de sfeer dan ook niet al te best, maar dat keert zich niet tegen Böttcher.”
Misschien is dat laatste uit angst dat de kapitein het zinkend schip zal verlaten. Böttcher switcht namelijk nogal makkelijk van baan (zie cv hierboven). Alleen bij Fokker bleef hij opvallend lang. Ruim tien jaar lang zat hij daar namens de werknemers in de raad van commissarissen. Bestond Fokker nog, dan zat hij daar misschien nog steeds. Maar niet alleen om het bedrijf te redden. Het feit dat hij, vooral in de turbulente nadagen, rechtstreeks contact had met ministers en captains of industry, streelde onmiskenbaar zijn ego.
Bij Van der Moolen lijkt er voor dat ego wat minder plaats. Boetes, hoekmannen die door computerschermen worden vervangen en bovenal uiterst teleurstellende bedrijfsresultaten, het is allemaal weinig glamoereus. Vervelend is ook dat Böttcher het zich niet kan permitteren om op te stappen. Dat zou in strijd zijn met de intentie die de gentleman in trouble bij zijn aanstelling uitsprak: “Ik kan,” zo debiteerde hij, “me niet voorstellen dat ik na dit bedrijf nog naar een andere financiële instelling overstap.”
Met Fokker in het achterhoofd achteraf een rare uitspraak. Duidde hij met dat ‘na’ op zijn zoveelste carrièreswitch? Of prognosticeerde de visionair Böttcher toen al het einde van een hoekmansbedrijf?
CV Fred Böttcher
BURGERLIJKE STAAT getrouwd, geen kinderen
WOONT Amsterdam (zeven minuten loopafstand van kantoor)
HOBBY’S werken en squash
OPMERKELIJK was tijdens de ondergang van Fokker een felle criticaster van de banken
1946 geboren te Rotterdam
1964 eindexamen hbs-b
1978 doctoraal sociologie (avondstudie)
1969 assistent-regiomanager bij Hunter Douglas
1972 analist bij Oyens & Van Eeghen, Amsterdam
1976 Nederlandse Credietbank, diverse functies
1983 directielid Amsterdam branch Barclays Bank
1984 lid van raad van bestuur Friesch-Groningse Hypotheekbank
1987 CVB Bank, vice- en later bestuursvoorzitter
1992 SNS Bank, lid raad van bestuur, later vice-voorzitter
1996 directielid Van der Moolen Holding
2000 directievoorzitter Van der Moolen