Op het oog zijn Microsoft en Google zeer verschillende bedrijven in verschillende markten. Maar onder de oppervlakte hebben de twee softwaregiganten meer gemeen dan menigeen denkt. Wat valt eruit af te leiden over de toekomst van 'bedrijf van de eeuw' Google?
Microsoft
1 Oprichting
Op 4 april 1975 richten William (Bill) Gates (28-10-1955) en Paul Allen (21-1-1953), dan 19 en 22 jaar oud, in Albuquerque, New Mexico het softwarebedrijf Micro-soft op, één jaar later veranderd in Microsoft. Twee jaar eerder waren ze al begonnen met bedrijf Traf-o-data nadat hun schoolhobby, het programmeren van computerbesturing, tot commerciële vraag leidde.
2 Afkomst en jeugd
Gates' en Allens ouders zijn van origine 'wasp': witte anglo-saxische protestanten: vader William Gates is een prominente advocaat en moeder Mary Maxwell Gates lerares en bankier bij United Way uit een oud bankiersgeslacht. Al aan het eind van de basisschool moet Bill jr. een jaar lang naar een psychiater: hij luistert niet en gaat slechts zijn eigen gang. Diens conclusie: Laat hem maar. Zijn ouders willen hem jurist maken.
Paul Allen's vader, Kenneth Allen, is mededirecteur van de bibliotheek van de University of Washington, waar Paul later vaste klant is.
3. Scholing en ontmoeting
Allen en Gates treffen elkaar al in 1968, 12 en 14 jaar oud, op de private Lakeside School in Seattle. Allen, twee jaar ouder, trekt naar de jongere Gates vanwege diens gedeelde fascinatie voor computers. De Mother's Club van de school koopt een teletype computer. Gates, vrijgesteld van de wiskundelessen om te programmeren, maakte er zijn eerste programma op: 'boter-kaas-en-eieren', om tegen de computer te spelen. Een volgende computer mogen Gates en Allen gratis bespelen, nadat ze fouten uit de besturing hebben gehaald.
Hun professioneel debuut beleven Gates en Allen (en twee anderen) als ze worden ingehuurd als programmeurs om een salarisprogramma in Cobol te schrijven.
Paul Allen gaat naar de universiteit van Washington waar zijn vader werkt. Maar na twee jaar al wordt hij een 'drop-out'. Hij treedt in dienst als programmeur bij computerbedrijf Honeywell.
Een testresultaat gelijk aan een super IQ van 170 brengt Gates naar Harvard University in 1973. Hij babbelt daar veel over toegepaste wiskunde en beoefent die met nachtelijke pokersessies. Echter, de ouders moeten accepteren dat het onbegonnen werk is om hem van computers weg te houden. Al begin 1975 is het voorgoed over op Harvard, nadat Allen Gates heeft overgehaald om met hem door te gaan in het programmeren en ondernemen.
4 Bakermat
De komst van de Altair 8800 minicomputer is onweerstaanbaar voor Gates en Allen. Ze bluffen zich bij de producent naar binnen met voorstellen voor vernuftige oplossingen, zoals de besturing Basic. Die moeten ze eerst nog even maken want ze hadden tot nu toe geen machine tot hun beschikking. Producent Mits in Albuquerque neemt Basic in de verkoop, de commerciële start van Micro-soft. Een jaar later wordt de naam Microsoft officieel.
5 Eerste zakelijk succes
Op 12 augustus 1981 begint de victorie voor Microsoft echt, met een contract van IBM voor het ontwerpen van de besturing voor de eerste personal computer op basis van haar Disk Operating System (DOS). Maar als het duo IBM in 1980 de besturing belooft voor de Intel 8086-based IBM PC kunnen ze die aanvankelijk niet zelf leveren. IBM probeert dan eerst – op aanraden van notabene Bill Gates – het CP/M systeem van Digital Research te kopen, maar onderhandelingen met het paar Gary en Dorothy Kildall mislukken.
Dan zijn Gates en Allen weer zelf aan zet, maar ze hebben de benodigde software niet compleet. Allen koopt dan het Quick and Dirty Operating System (QDOS) van Seattle Computer Products. Alle licentierechten worden compleet afkocht, het beste zakelijke besluit ooit en de basis voor het succes van Microsoft. IBM betaalt Microsoft vervolgens 50.000 dollar.
Kildall krijgt onder juridische dreiging wegens kopiëren door Microsoft ook een IBM-licentie. Maar zijn besturing verliest door een prijs van 240 dollar terwijl PC-Dos van Microsoft maar 40 dollar kost. De gefrustreerde Kildall, zelf beschouwd als een sportieve, avontuurlijke uitvinder, zet Gates weg als een handige, ideeën van anderen kopiërende programmeur met gebrekkige fantasie. Dat beeld zal Gates en Microsoft altijd blijven achtervolgen.
6. Strategie
Microsoft profiteert in het begin van het bestaan van vele besturingssystemen van allerhande computermerken die alle zitten te springen om applicaties. Gates en Allen ontwikkelen een helder bedrijfsidee dat altijd stand zal houden: zoveel mogelijk software reproduceren zodat de verkoop van hardware aantrekkelijker wordt en er nog meer software nodig is: de spiraal omhoog wordt na verloop van tijd 'Wintel' genoemd, naar het elke 18 maanden in kracht verdubbelende Intel-platform. Met het uitbrengen van Windows 3.0 in 1990 – met de van Apple afgekeken icoontjes en muisbesturing – en vijf jaar later Windows 95 is Microsoft superieur geworden in besturing.
Het elimineren van de concurrentie wordt voor Microsoft een hoger doel dan zelf te excelleren. De concurrentie valt in de eerste decennia met bosjes of speelt de tweede viool, van Digital tot Netscape, van IBM tot Compuserve, van Apple tot Real.
7. Expansie
Begin 1979 volgt de verhuizing van Microsoft naar de staat Washington, naar Bellevue. Ondertussen heeft de softwarereus al in 1978 de eerste buitenlandse vestiging, Ascii Microsoft in Japan geopend. Microsoft schrijft nu voor verschillende platforms en nog vijf jaar lang zal Bill Gates persoonlijk alle software contoleren en soms herschrijven.
Microsoft bouwt geen kantoortoren maar een universiteitsachtige campus van uiteindelijk 35 lage gebouwen. Wie daar aan het werk kan, betreedt een software-walhalla. Met alle nadelen ook voor de 'Microserfs'. Ze worden gedwongen om voortdurend op de toppen van hun tenen te lopen, op weg naar de volgende uitdaging. Succes is van korte duur of: 'Success is a lousy teacher' volgens Bill Gates (1995, The Road Ahead).
Microsoft Office verschijnt pas vanaf 1989 en daarmee creëert Microsoft eindelijk zijn tweede superieure kracht na de pc-besturing, met kantoorapplicaties ‘voor iedereen'. De gloriejaren breken aan met een krachtige wederzijdse versterking van Windows en Office.
In feite loopt Microsoft tegen een volgende grens aan in 1995, van Windows 95 worden binnen een paar dagen één miljoen pakketjes verkocht. Ook ziet Microsoft Network het licht, een soort eigen internet. Dat loopt echter faliekant mis en de olietanker maakt het jaar daarop de grootste wending ooit in zijn geschiedenis: het alsnog omarmen van het open internet. Met het gratis Internet Explorer gaat Microsoft de browser-concurrentie aan met nieuwkomer Netscape en wint.
Eind 2008 heeft Microsoft 94.300 werknemers. De omzet over het derde kwartaal 2008 bedraagt 15 miljard euro, de winst is opgelopen tot 4,4 miljard dollar. Ofwel 159.000 dollar kwartaalomzet per werknemer en 46.700 dollar winst
8. Bestuur en Binding
De huidige bestuursvoorzitter van Microsoft, Steve Ballmer, die Gates al ontmoet op Harvard, komt er in 1980 bij als zakelijke chef. Hij brengt dan wat ervaring van Procter & Gamble mee, maar de 'beleefdheid' van dit bedrijf is waardeloos in Seattle. Ballmer krijgt ruzie met Allen ('je maakt ons failliet') als hij 17 personeelsleden wil aannemen. Gates, uit een bankiersfamilie, wil altijd geld op de bank voor tenminste één jaar overbrugging zonder verkoop. Maar het personeel komt er.
Bij Microsoft viert de confrontatie hoogtij: alles ten behoeve van betere software waar, vooral, meer behoefte aan is.'That's the stupidest thing I've ever heard', de favoriete uiting van Gates, dragen zijn slachtoffers op buttons als eretekens. De baas mailt zijn oordelen bij voorkeur in de nacht, op harde toon.
Genoemde Ballmer wordt één van Gates' grootste vrienden, want bij de solitaire Gates vallen zakelijke en persoonlijke loyaliteit samen. Eettent Denny's is favoriet bij de jonge leiding, en schaarse vrij tijd betekent samen een filmpje pikken of moeilijke spellen spelen. Maar ook een intellectuele opponent als de cultureel ingestelde levensgenieter Nathan Myhrvol, wordt behalve een strategische sleutelfiguur bij Microsoft ook Gates' vriend.
Echter ook voor de leiding geldt: de voortdurende uitdaging is er in de vorm van het volgende succes. Voor Paul Allen wordt het klimaat te hard. Hij haakt af.
9. Financieel
Pas op 14 april 1986, elf jaar na oprichting, gaat Microsoft naar de beurs, voor 21 dollar per aandeel. Nog dezelfde dag staat 27,75 dollar op het bord of een beurswaarde van 520 miljoen. Zonder de negen aandelensplitsingen zou de koers nu op zo'n 56.600 dollar staan. Met 45 procent van de aandelen is Bill Gates dan goed voor een vermogen van 234 miljoen dollar. Zijn vermogen groeit tot ruim 100 miljard dollar in 1999, momenteel bedraagt dat naar schatting 47 miljard. Dit allles exclusief de familiebezittingen.
Paul Allen, die 25 procent van Microsoft bezit, wordt later weer commissaris. Microsoft-aandelen maken vier miljardairs en naar schatting 12.000 miljonairs onder de werknemers.
Bill Gates is altijd op een afgunstige toon weggezet als 'rijkste man ter wereld', mede vanwege zijn optrekje van 125 miljoen aan Lake Washington. Maar hij is ook de persoon die het meeste geld ooit schonk, en nu full-time geld weggeeft met de Bill & Melinda Gates Foundation; in totaal zo'n 28 miljard. Een kleine 40 miljard bezit het fonds en het verkoopt elk kwartaal 20 miljoen aandelen, om te investeren in medische hulp en (computer)onderwijs.
10. Te grote broek
IBM en Microsoft pogen hun kunstje voor een succesvolle besturing te herhalen met de ontwikkeling van OS/2 vanaf november 1985. Dit mislukt faliekant, ten koste van IBM dat uitgespeeld is. Microsoft gaat ondertussen veel harder met het eigen platform en vooral applicaties, tot zelfs informatieverspreiding via de Encarta-encyclopedie.
Het eerdergenoemde Microsoft Network mislukt. Ook op de pda-markt flopt Microsoft met Windows CE, noch weet het met opvolger Windows Mobile een aanmerkelijke markt te winnen. Hetzelfde laken een pak met de settopboxen voor televisie waarin Microsoft heel zwaar investeert en de ene na de andere tv-partner voor veel geld aan haar kar bindt. Tevergeefs allemaal, Microsoft komt zo de huiskamer niet in met WebTV, UltimateTV en evenmin met Media Center.
Daarentegen wordt in het voetspoor van Internet Explorer Mediaplayer wel de dominante videosoftware op de pc. Bovendien wordt met de spelcomputer Xbox de huiskamer veroverd, al heeft dat miljarden aan investeringen gekost.
Principes
Gates begint, ondanks de afhankelijkheid van software van derden, al in een vroeg stadium met een gevecht voor behoud van het auteursrecht op PC-Dos. In februari 1976 publiceert hij zijn 'Open letter to Hobbyists', een aanklacht tegen het onbetaald overnemen van zijn software. De twintigjarige verweert zich tegen het uitdelen van 70 kopieën van zijn eerste programma Altair Basic onder leden van de computerclub. Volgens Gates zou het niet betalen voor software ten koste gaan van de creativiteit en ontwikkeling van software. Een partner van opdrachtgever Mits verspreidt de brief, die dan felle discussies uitlokt. Gates erkent dat hobbyontwikkeling een belangrijke bijdrage kan leveren aan software, maar dat in principe betaling nodig is.
Met terugwerkende kracht is dit het eerste belangrijke zakelijke principe van Gates. Hij blijft er het hele leven in de strijd tegen 'open software' aan vasthouden. Maar er komen barstjes in: in 1998 zegt Gates nog dat op de in dat jaar in China verkochte drie miljoen pc's allemaal gestolen software staat. Hem deert dat niet want het maakt de Chinezen 'verslaafd' aan Windows en Office wat later genoeg oplevert. Dat is nu één van de grootste markten, zakelijk dan, privé is de 'copycat' nog koning.
Quotes van Gates (van Wikiquote)
* There's nobody getting rich writing software that I know of. (Interview with Dennis Bathory-Kitsz in 80 Microcomputing, 1980)
* The next generation of interesting software will be done on the Macintosh, not the IBM PC. (idem)
* Success is a lousy teacher. It seduces smart people into thinking they can't lose. (The Road Ahead, 1995)
* There are no significant bugs in our released software that any significant number of users want fixed. (Focus Magazine, 23 oktober 1995)
* We've done some good work, but all of these products become obsolete so fast… It will be some finite number of years, and I don't know the number – before our doom comes. (Forbes Greatest Business Stories of All Time, 1997 by Daniel Gross)