Lokale energiecoöperaties lijken de energiebranche te bedreigen, maar zoeken juist groene samenwerking met leveranciers.
De laatste jaren zijn op veel plaatsen in Nederland lokale energie-initiatieven opgezet. Burgers starten samen een energiecoöperatie met als doel in hun eigen omgeving duurzame stroom op te wekken, of te werken aan manieren om energie te besparen.
300 lokale energie-initiatieven
Onderzoeker Anne Marieke Schwencke heeft dit soort initiatieven vorig jaar in kaart gebracht. Zij schat dat hun aantal in Nederland op dit moment rond de 300 ligt. Deze ontwikkeling wordt voor een deel gedreven door de wens om de transitie naar een andere, duurzame energievoorziening te helpen versnellen. Daarnaast is weerstand tegen de ‘grote jongens’ van de energiesector een drijfveer.
‘Bij veel mensen speelt mee dat ze zich ergeren aan de grote, anonieme energiebedrijven. Het beeld dat er veel geld aan de strijkstok blijft hangen en frustratie met de bonuscultuur. Men gaat ervan uit dat het goedkoper kan als het collectief in eigen regio wordt georganiseerd. Als daar de eigen lokale economie, installateurs, bouwbedrijven, etcetera, mee gestimuleerd kan worden dan is men zelfs bereid meer te betalen’, aldus Schwencke.
Overcapaciteit stroomproductie
Als de burger zelf energie gaat opwekken, is dat in theorie een grote bedreiging voor de gevestigde energiepartijen. In Nederland is op dit moment al overcapaciteit wat betreft de productie van stroom. De energieproducenten kunnen extra groene productiecapaciteit missen als kiespijn.
Daarom is het wel opvallend dat de nieuwe toetreders die het businessmodel van de gevestigde orde bedreigen, juist intensief samenwerken met de die gevestigde orde. Naar schatting 30 tot 40 procent van de energiecoöperaties heeft een exclusieve partner uit de sector. Greenchoice is een naam die vaak terugkomt, maar ook Eneco is een grote speler op dit terrein.
Zonnecellen op een afvalberg
Een voorbeeld is de Eerbeek-Brummense Energie Maatschappij (EBEM). Deze coöperatie wil in het Gelderse Brummen lokaal energie gaan opwekken. Er wordt onder meer gekeken naar het plaatsen van zonnecellen op een voormalige vuilstortplaats van enkele papierfabrikanten. Deze stortplaats moet worden afgedicht met een constructie. Hier bovenop zouden dan zonnecellen geplaatst kunnen worden die stroom leveren voor 1800 huishoudens.
EBEM wekt nog geen energie op, maar is wel al een exclusief partnerschap aangegaan met Eneco. Dat betekent op dit moment concreet dat leden van de coöperatie korting krijgen als ze klant worden bij het energiebedrijf. De coöperatie krijgt van Eneco een klein bedrag per aangebracht lid.
Eneco als duurzame partner
‘Als je geen partner hebt die duurzame energie kan leveren, blijf je steken in een situatie waarin je alleen ideëel en communicatief bezig bent. Daarom hebben wij gezocht naar een duurzame partner die zo zuiver mogelijk duurzame enerige kan leveren. Met daarbij als ultieme doel: energie opgewekt uit Brummen’, legt kwartiermaker Jaap Ypma van EBEM uit.
Hij ziet voor Eneco ook een rol bij de financiering van de plannen van EBEM. ‘Het is wel de bedoeling dat wij samen met Eneco en de papierfabrikanten een kleine elektriciteitscentrale gaan bouwen.’
Veredelde wederverkoper
Martijn Messing, voorzitter van de Stichting Energie-Transitie Nederland, wijst op de keerzijde van deze ontwikkeling. ‘Sommigen kiezen meteen een samenwerking met een energiebedrijf. Ze worden een veredelde wederverkoper van Eneco. Daar zijn wij nogal een tegenstander van. Waarom kies je één leverancier als partner? Kijk op projectniveau waar je waar nodig samenwerking kan vinden.’
Onderzoekster Schwencke ziet toch vooral de voordelen in de opkomst van de partnerschappen. ‘De huidige productiebedrijven laten lokaal duurzaam potentieel onbenut. Projecten zijn door de kleine schaal te duur en te bewerkelijk voor grote partijen. Coöperaties vullen dit vacuüm in. Samenwerking kan voor beide partijen aantrekkelijk zijn. Het collectief heeft de netwerken en inzicht in de regio en kan dus een rol spelen in identificeren van geschikte projecten, zorgen voor draagvlak en mede-financiering.’ Voorwaarde is dat de missie van de grote jongens in lijn ligt met de maatschappelijke doelen van de coöperaties en dat er sprake blijft van een gelijkwaardig partnerschap.’