In het voorjaar van 2010 wordt de oppervlakte uitgebreid, zodat de planten genoeg stroom produceren om een mobiele telefoon mee op te laden. Uiteindelijk moet met vijftig vierkante meter groen dak een derde van een huishouden van elektra voorzien kunnen worden.
Planten en elektra
Het idee kwam van universitair docent milieutechnologie Bert Hamelers. Strik was net terug uit Oostenrijk – waar hij was gepromoveerd – toen Hamelers hem erover vertelde. “Om te bewijzen dat planten elektra konden opwekken, had Bert voor een jaar subsidie gekregen van SenterNovem. Ik zocht een baan, en hij vroeg of ik eraan wilde werken. Ik vond het een heel aannemelijk verhaal en een leuk idee.” Marjolein Helder kwam twee jaar later in contact met het project, na haar afstuderen. “Ik zocht een baan en wist niet of ik wilde promoveren. Voor dit onderzoek kon ik vier dagen als aio aan de slag en een dag iets anders doen. Bovendien moest er uiteindelijk een bedrijf uitkomen, dat trok me wel.”
Fotosynthese
De techniek achter energieopwekkende planten is tamelijk ingewikkeld, maar Strik en Helder leggen het geduldig uit. “Een plant maakt onder invloed van zonlicht organisch materiaal. Dit noemen we fotosynthese. De plant gebruikt dit materiaal gedeeltelijk om te groeien, de rest scheidt hij uit via zijn wortels. Daar breken bacteriën het af, een proces waar elektronen bij vrij komen. Wij laten dat proces plaatsvinden bij een elektrode waar de bacteriën hun eigen elektronen aan af kunnen afgeven. Hier koppelen we een tweede elektrode aan, die we in een ander compartiment plaatsen. Zo gaan de elektronen stromen van de ene naar de andere kant, en stromende elektronen zijn elektriciteit”, vertelt Helder. Sinds januari 2009 werken er in Europa negen onderzoekers aan dit systeem. Er is vijf miljoen euro onderzoeksgeld beschikbaar. “Door samen te werken en kennis te delen kunnen we dit doen”, zegt Helder.
Spin-off
Plant-e ging september 2009 officieel van start als technologisch spin-offbedrijf van de vakgroep Milieutechnologie. “De vraag was wat ons officiële startpunt zou worden, het onderzoek stond nog in de kinderschoenen”, zegt Helder. Uiteindelijk gaf een combinatie van factoren de doorslag. Helder: “Iedereen die ik over het onderzoek vertelde reageerde heel enthousiast en tegelijkertijd was de universiteit bereid het patent aan ons over te dragen.” Strik en Helder kwamen terecht bij SKE, een subsidieprogramma van het ministerie van EZ . Zij vonden het een mooi idee en Helder en Strik goed team. Strik: “We kregen een lening om het patent over te kunnen nemen van de universiteit en het bedrijf te starten.” De precieze kosten van het patent houden ze op grofweg tienduizend euro per land.
Wetenschapper wordt ondernemer
Strik en Helder werken beiden één dag in de week aan de bedrijfsmatige kant van Plant-e. “In die tijd moeten we ons bezighouden met juridische zaken, investeerders, subsidies en media”, zegt Strik. De overige vier dagen coördineert Strik het Europese onderzoeksproject en werkt Helder aan haar promotieonderzoek. Over vier jaar, als Helder gepromoveerd is, hopen ze geld te gaan verdienen met Plant-e. “De technologie is pas succesvol als het zichzelf kan onderhouden”, zegt Helder. “We krijgen in ieder geval alle ruimte en hulp van de vakgroep om het tot een succes te maken.” Dat het een groot succes wordt, weten ze vrijwel zeker. Strik: “We denken dat dit de energiewereld op zijn kop zal zetten. Planten maken 24 uur per dag elektra en het kan overal worden aangelegd. Ik zeg altijd: de bomen zijn al langs de weg geplant om er lantaarnpalen mee te kunnen verlichten.”
Bedrijf: Plant-e
Wie: David Strik (34) en Marjolein Helder (26)
Opleiding: Milieutechnologie
Wat: elektriciteit uit levende planten
Sinds: september 2009
Waar: Wageningen
Tegenslag: ‘Het vinden van een samenwerkingsvorm met alle partijen kostte veel hoofdbrekers’
Door: Miloe van Beek