Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Duurzaam winst maken doe je zo

Kost een duurzame strategie alleen maar geld of valt er ook winst mee te maken? Als je het goed doet wel. Maar wie meer wil dan kostenvoordelen, heeft geduld, een pragmatische blik en geluk nodig.

Het leek zo’n mooi idee. Ten Kate, producent van dierlijke vetten en eiwitten, wilde een restproduct gaan inzetten voor de productie van elektri- citeit. daarmee zou niet alleen de eigen bedrijfsvoering gediend zijn, maar ook het milieu. Helaas, het mocht niet zo zijn. Het initiatief leek in eerste instantie haalbaar, maar bleek toch niet rendabel te krijgen. In 2009 werd dan ook besloten de al gedane investeringen af te waarderen: project mislukt.

Kostenbesparing

In de praktijk zijn er gelukkig voldoende voorbeelden te vinden van duurzame initiatieven die wél geslaagd zijn. ook bij Ten Kate trouwens, zo blijkt uit onderzoek van Dick de Waard, hoogleraar auditing aan de Rijksuniversiteit Groningen en partner bij Ernst & Young Accountants.

Tussen 1998 en 2002 nam het energieverbruik van het bedrijf bijvoorbeeld af met 36 procent, onder meer door de locatiekeuze beter af te stemmen met de afnemers, regenwater in de productie in te zetten, en aan te sluiten op de stoom- en stroomproductie van Avebe ter Apelkanaal.

Daarnaast gaat Ten Kate steeds innovatiever om met zijn restafval. Door het te leveren aan producenten van biodiesel en diervoeding, werd het rendement op de grondstoffen hoger en steeg de brutomarge. Last but not least: nu Management Team over het bedrijf schrijft, krijgt ook de reputatie van Ten Kate een opkikker.

Drie pijlers

Daarmee hebben we de drie ingrediënten op een rij gezet die van een duurzame strategie geen kostenpost maar een winstgevende operatie kunnen maken: efficiency, reputatie en innovatie. Efficiënt opereren levert minder verbruik – en dus lagere kosten. dat een duurzame bedrijfsvoering goed is voor de reputatie hoeft geen betoog. En dat duurzaamheid door de bank genomen ook innovatief is, want op de toekomst voorbereid, is al evenzeer gemeengoed.

License to operate

Tegenwoordig wordt overigens nog wel een vierde pijler van een duurzame strategie genoemd: de gestegen kans op gewonnen contracten, door steeds strengere duurzaamheideisen van klanten. License to operate, heet dat dan. Zo zegt een bedrijf als BT hierdoor in het afgelopen boekjaar zeker 2,1 miljard pond aan inkomsten te hebben vergaard.

De efficiencyvoordelen liggen meestal het eerst voor het grijpen, zegt Josée van der Hoek, senior consultant bij Between-Us, een organisatie die bedrijven bijstaat bij duurzame strategieontwikkeling. “Ook aan de reputatie wordt al snel gewerkt.” Maar met die twee stappen alleen ben je er niet, benadrukt ze. “Als een duurzame strategie niet in het hele bedrijf verankerd zit, ben je vooral bezig met greenwashing en behaal je er op de lange termijn geen winst mee. Voor de innovatieslag heb je de hele organisatie nodig.”

Hoge investeringen

De keerzijde van al die mooie voordelen is natuurlijk dat een duurzame strategie vaak hoge investeringen vergt. Stefan Fageräng, managing director van Tetra Pak Benelux, geeft als voorbeeld de sluitingen op basis van suikerriet, die zijn bedrijf onlangs als pilot introduceerde. “Dat kost ons nu meer, maar we kunnen dat niet doorberekenen aan onze klanten en leveranciers. Toch doen we het, om onze positie in de markt te verbeteren en om duurzaamheid te stimuleren.”

Ook Arcadis hanteert zo’n push-strategie, door speciale sustainability-teams in te zetten, die kijken hoe lopende projecten duurzamer kunnen worden uitgevoerd. Zij kijken daarbij bijvoorbeeld naar vervoer- en materiaalkeuze.

Deze teams waren in eerste instantie gratis voor de klant, want die wilde er niet meteen voor betalen, zegt Henk Wilbers, die binnen Arcadis verantwoordelijk is voor de duurzame strategie. “Maar tegenwoordig vragen opdrachtgevers er juist om, en kunnen we er ook geld voor vragen.”

Extra omzet

Dat vooroplopen op termijn voor extra omzet kan zorgen, blijkt ook uit een ander voorbeeld van Arcadis. Klant ProRail heeft eind 2009 een zogenoemde CO2-ladder opgezet, die bedrijven dwingt om duurzamer te leveren. Hoe duurzamer je bent, hoe duurder je ook mag zijn. In eerste instantie hoort dit bij de license to operate, maar het gaat voor Arcadis verder dan dat. Het bedrijf heeft zelf inmiddels de hoogste tree van de ladder bereikt. Niet alleen hebben ze daardoor een betere concurrentiepositie, ook blijkt de kennis die Arcadis gaandeweg opdeed, nu geld waard.

Wilbers: “We worden door andere bedrijven gevraagd om te helpen met de ladder. De ervaring die we hebben opgedaan, verkopen we nu aan hen. Dat levert weer extra omzet op.”

Lange termijn

Zulke innovatie is wel per definitie een langetermijnverhaal, weet Between-uspartner Jan van der Kaaij. Maar innovatie kan uiteindelijk wel leiden tot nieuwe inkomstenstromen, zegt hij. “Of zelfs tot een heel nieuw product- of dienstenportfolio, zoals bijvoorbeeld het geval is bij Van Gansewinkel.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Beschouw het als een bedrijfskundig vraagstuk, benadrukt hij. “Vaak wordt over duurzaamheid gesproken in softe of filantropische termen, maar het is gewoon een zakelijke beslissing. Als je als bedrijf een nieuwe markt betreedt, heb je ook geen zekerheid. Bij geen enkel product kun je vooraf met zekerheid stellen dat het een winnaar wordt. Bij de implementatie van een duurzame strategie lukt dat dus ook niet. Het devies is dan ook: zoek de kans, ontwikkel een businesscase en maak een afweging.”

Meer achtergronden:

>> Dit artikel is afkomstig uit MT Magazine, bestel deze editie online <<

mvo