Met een kopje koffie in de hand ga je achter je bureau zitten om je document af te ronden. Je logt in op je computer, start Slack op en controleert je e-mail, raakt afgeleid door een melding op je smartphone, bladert door enkele tweets en leest een artikel op MT.nl. Je reageert nog even op een Facebook-bericht terwijl je tekstverwerker wordt geladen, bekijk het weer voor het komende weekend en als je geluk hebt, begin je te werken voordat een klant belt of een e-mail om een reactie vraagt.
Gemiddeld duurt het 23 minuten en 15 seconden voordat je weer onderbroken wordt van je daadwerkelijke werk.
Afleiding is overal. Hoewel sommige afleidingen vermeden kunnen worden met oplossingen die net zo eenvoudig zijn als het sluiten van je deur, kunnen anderen (lees: digitale afleidingen) een stuk lastiger zijn om op afstand te houden. Push-meldingen, pings en tijdlijnen helpen ons om ons verbonden en geïnformeerd te voelen, maar niet altijd op de juiste momenten met de juiste informatie.
Waarom is het zo moeilijk om op de klus te blijven? Volgens strategiemanager Alexandra Dempsey van Freedom, een bedrijf dat storende websites en apps op al je apparaten kan blokkeren, heeft dat met de volgende drie psychologische factoren te maken.
1. We zijn bevooroordeeld naar actie
Een deel van het probleem is dat we bevooroordeeld zijn in de richting van actie. We willen ons druk voelen, zelfs als we daardoor minder bereiken. We beantwoorden teksten terwijl we een e-mail schrijven, en zelfs in onze vrije tijd scrollen we door tijdlijnen terwijl we kijken naar Netflix.
Helaas brengt dit kosten met zich mee. Studies hebben aangetoond dat multitasking de productiviteit met 40 procent kan verlagen en zelfs het iQ met 10 punten (!) kan verlagen. Onze hersenen kunnen niet tegelijkertijd twee dingen doen; in plaats van multitasking schakel je gewoon snel tussen twee taken, maar telkens met een cognitieve kost van aandacht en mentale kracht.
Het is ook een vorm van uitstelgedrag. Hoewel de meesten van ons uitstellen, begrijpen maar weinigen waarom. Te vaak bestempelen we de daad van uitstellen als luiheid of een gebrek aan motivatie. Echter, psychologen begrijpen nu dat het een mechanisme is voor het omgaan met emotioneel onaangename of uitdagende taken.
We doen iets leuks of minder angstaanjagend om onszelf onmiddellijk een stemmingsimpuls te geven, in plaats van een taak onder ogen te zien die meer hersenkracht en concentratie vereist. Helaas laat deze vluchtige gemoedstoestand ons vaak schuldig en gestresst voelen, wat op zijn beurt de vicieuze cirkel van uitstelgedrag in stand houdt.
2. Onze zelfbeheersing is eindig
Dus waarom kunnen we niet gewoon zelfcontrole gebruiken en de push-meldingen, zoemtonen en pings negeren? Dat kunnen we wel, maar slechts voor een beperkte tijd. Zelfbeheersing is, net als elke andere bron, eindig. Het negeren van je telefoon vereist een krachtige zelfbeheersing die resulteert in een tijdelijke uitputting van je wilskracht om andere emoties, gedragingen en gedachten te beheersen. Misschien kun je de eerste paar pings negeren, maar het wordt moeilijker naarmate de dag vordert.
3. We zijn wat onze hersenen hunkeren
Om toe te voegen aan het probleem van zelfbeheersing, snakken onze hersenen naar de beloningen die vaak worden geassocieerd met sociale media en de schijnbaar eindeloze stroom van informatie van internet. Deze afleidingen stimuleren de productie van twee chemische beloningen in de hersenen: dopamine en oxytocine.
Dopamine zorgt ervoor dat we nieuwe dingen zoeken en ernaar verlangen – wat ons natuurlijk nieuwsgierig maakt om de constante informatiestroom van het internet te verkennen. Oxytocine, bekend om zijn vermogen om gevoelens van intimiteit en binding te beïnvloeden, is de stimulans voor goede gevoelens van liefde, empathie, vertrouwen en mededogen. Wanneer we berichten plaatsen, becommentariëren, leuk-vinden of delen en hetzelfde ontvangen, stijgen onze oxytocine-niveau en voelen we ons meer verbonden met degenen om ons heen. De stimulering van sociale media zorgt er niet alleen voor dat we ons goed voelen, maar laat ons ook verlangen naar meer.
Zelfbeheersing ‘aanvullen’
Is er dan geen oplossing? Jazeker, want zelfbeheersing kun je ‘aanvullen’. Het belangrijkste dat je moet weten over jouw zelfbeheersing is dat het een eindige bron is die bij gebruik afneemt. Negeren van push-meldingen, het kiezen van groente boven pizza en dagelijks trainen putten allemaal uit dezelfde reserve van zelfbeheersing, waardoor het moeilijker wordt om een betere keuze te maken naarmate de dag vordert.
Maar er zijn een paar dingen die je kunt doen om je zelfbeheersing aan te vullen, bijvoorbeeld om een goede nachtrust te hebben, te mediteren en waar mogelijk zelfbeheersing te exporteren. Er is aangetoond dat een goede nachtrust bijdraagt aan het aanvullen van deze reserves voor zelfcontrole en het verbeteren van de besluitvorming. Naast goed slapen is meditatie ook in verband gebracht met toegenomen wilskracht, focus en zelfbewustzijn.