Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

De zes finalisten

De genomineerden voor de verkiezing van de Manager van het Jaar 2000 nemen het woord ‘managen’ niet graag in de mond. Toch zullen ze zich op 15 februari in Grand Hotel Huis ter Duin van hun beste kant moeten laten zien tijdens een ondervraging over hun managementkwaliteiten. Zaken als ondernemerschap, marktstrategie, personeelsbeleid en de bereidheid gebruik te maken van nieuwe technologieën worden dan aan de kaak gesteld. De zes finalisten geportretteerd, in alfabetische volgorde.

Hai Berden Waarom niet een stukje Rotterdamse haven naar Noord-Limburg gebracht? Bedacht Hai Berden in 1985. Hij voegde de daad bij het woord en zijn bedrijf is nu een groeimagneet voor de lokale economie. Maar een manager zou hij zichzelf niet willen noemen.



Onno Bruinsma Hij nam het grafische bedrijf van zijn vader over in het voor de branche rampzalige jaar 1993. Maar door tijdig de focus te verleggen en zijn mensen om te scholen, heeft hij een kerngezonde onderneming opgebouwd.



Michel Geurts Wat een projectontwikkelaar in de hotelbusiness kan, bewijst de oprichter van Hotel Inntel. Projectmatig werken, innoveren en delegeren zijn de geheimen waarmee hij de veelal bekendere concurrentie het hoofd biedt.



Steven Hond Liefde voor het vak is wat drukker Steven Hond drijft. Als een manager ziet hij zichzelf niet, maar met zijn sociale instelling is hij geliefd bij zijn personeel. De passie van een man die verslaafd is aan drukwerk.



Jacques Parson Van een inkoop- naar een verkoopgerichte organisatie. Dat is de succesvolle metamorfose geweest die zijn taxfree shops op de luchthavens hebben doorgemaakt. Het geheim? “Je mensen zelf aan laten pakken. Zelfs als ze fouten maken.”



Paul Smeets Bouwen is en blijft mensenwerk, vindt de derde directeur in de familielijn van het gelijknamige bouwbedrijf. Hij heeft meerdere revoluties in de bouwwereld op zijn naam staan en weet zijn mensen aan zich te binden. “Twintig jaar in dienst is bij ons heel normaal.”



De jury

Rob van den Bergh, voorzitter raad van bestuur VNU

Hans ten Cate, lid hoofddirectie Rabobank Nederland

Gerlach Cerfontaine, president en ceo Schiphol Group

Cootje Herweijer, directielid Metro Cash & Carry

Hessel Lindenbergh, lid raad van bestuur ING Groep

Floris Maljers, oud-voorzitter raad van bestuur Unilever (juryvoorzitter)

Jacques Schraven, voorzitter VNO/NCW

Martin Schröder, oud-president-directeur Martinair Holland NV

Cor Stutterheim, voorzitter raad van bestuur CMG

Sylvia Tóth, voorzitter stichting Nederland Wereldtentoonstellingen

Ben van der Veer, voorzitter raad van bestuur KPMG

Willem Vermeend, minister van Sociale Zaken

Lodewijk de Waal, voorzitter FNV

Hans Wijers, senior vice-president The Boston Consulting Group



Kandidaat 1: Hai Berden, Seacon Logistics

Hij verplaatste de haven van Rotterdam naar Venlo en fungeert als magneet van de Noord-Limburgse economie. Maar hij heeft een broertje dood aan managen. Hai Berden over logistiek en andere logica.



Omdat zijn vader tuinder was, koos Hai Berden voor een baan in de ‘nieuwe’ wereld: hij werd loopjongen bij een expediteur. De logistiek intrigeerde hem: “Omdat het de rode draad vormt van ieder bedrijfsproces.” Hij bemerkte dat die draad toenemend gewicht kreeg. “Doordat producten vanwege de internationalisering alsmaar sneller en verder overzee moesten.” Probleem: zie al die goederen maar eens tijdig over ons propvolle wegennet van Rotterdam naar het achterland te krijgen.

En toen zag Berden het licht. Waarom niet een deel van die haven naar het binnenland verplaatsen en daarheen containers vervoeren via water en spoor? Zo ontwijk je de congestie op de weg en krijg je als bedrijf ook een groen imago. En het allerbelangrijkste: “Verderop in het achterland zit je veel dichter op de markt.”

Berden nam in 1985 ontslag en kaartte zijn plan aan bij het Rotterdamse containeroverslagbedrijf ECT. In Japan vond hij zijn eerste klanten en in 1986 kon het succes van Seacon, een afkorting van Sea Container, beginnen. “Wij fungeren als de magneet van de lokale economie. De afgelopen tien jaar is in Venlo meer industrieterrein gebouwd dan in heel Limburg bij elkaar.”

Ook in Born staat sinds 1998 een terminal. Op beide Limburgse vestigingen zijn vorig jaar in totaal 140.000 containers afgewerkt. Goed voor een jaaromzet van honderd miljoen. “Het is mijn doel dat iedere drie jaar minimaal te verdubbelen.” 2000 was goed voor 45 procent groei en de toekomst blijft hem toelachen. Berden ziet vooral mogelijkheden bij internetbedrijven. “Het hele back office-verhaal, alles wat te maken heeft met de logistiek en distributie, dat hebben e-sellers laten liggen.

Berden houdt zich liever verre van managementzaken. “Als je louter anderen moet aansturen, zit je zelf eveneens in een keurslijf. Alles wat loopt, kan net zo goed iemand anders doen. “Als je mensen maar ruimte geeft. In kleine groepjes. Meer dan zes à zeven man kun je niet managen.”

Zelf heeft hij intussen wat gas teruggenomen. Drie jaar geleden besloot hij iemand naast zich te dulden. Dat is gebeurd, onder één voorwaarde. De tweede kapitein moest aandelen kopen. “Ik wilde dat hij mede-eigenaar werd.” Ook het eigen personeel mag delen in de obligaties. “Ik wil betrokkenheid. Met al die computersystemen is ons werk soms al emotieloos genoeg.”



Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Venlo

Personeelsleden: 210 verspreid over onze vestigingen in Venlo, Born en Duisburg

Bedrijfsactiviteit: Het managen van de hele logistieke keten

Geboortedatum: 21-1-1950

Geboorteplaats: Venlo

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van Ellen (17)

Opleiding: MULO B en verschillende vakdiploma’s

Eerste baan: “Loopjongen bij een expediteur”

Goed in: “Netwerken. Zowel intern als extern”

Slecht in: “Te lang hetzelfde doen. En ik ben slecht in managen. Laat ik liever aan anderen over”

Favoriete boek: “Kaizen. Hoe Japanners aankijken tegen verbeterprocessen. Schrijver weet ik niet”

Voorbeeld als manager: “Ik heb respect voor managers die de menselijke maat niet vergeten. Bedrijfsresultaten en aandeelhouders worden belangrijker gevonden dan personeel”

Favoriete politicus: “Ik ben te weinig in politiek geïnteresseerd om daarover een zinvolle uitspraak te doen”

Auto: Saab 95

Werkt hoeveel uur per week: “Was 75 tot 80. Nu 55 tot 60”

Carrièredoel: “Steeds nieuwe stappen zetten”

Favoriete website: “Heb ik niet”

Levensmotto: “Achter zekerheden liggen kansen”





Kandidaat 2: Onno Bruinsma, Van Elst Grafische Afwerking

Hij gaf zijn grafische onderneming tijdig een nieuw leven. En doordat hij zijn personeel bij de les houdt, kan hij innovatief blijven. “We krijgen steeds meer een dienstenfunctie.” Het geloof van Onno Bruinsma.



Onno Bruinsma, directeur Van Elst Grafische Afwerking, beschikt over een bijzondere eigenschap. Als er vijf dingen op hem afkomen, selecteert hij moeiteloos alleen die onderwerpen die hij belangrijk vindt. “De overige twee of drie zaken, ik weet vaak niet eens waarover die gingen. Als ze interessant waren, had ik ze wel onthouden.”

Bruinsma bruist. Wil geen tijd verliezen. Hup aanpakken, niet stilstaan. Die instelling eist hij tevens van zijn werknemers. Doorleertrainingen en omscholingscursussen: iedereen moeten bij de les blijven. “We hebben driekwart van ons personeelsbestand zelf opgeleid.” Dat bezorgde Van Elst ooit de eretitel ‘beste technisch leerbedrijf van Nederland’.

Zes jaar geleden nam Bruinsma Van Elst van zijn vader over. Niet op het gemakkelijkste moment. 1993 was het grootste rampjaar in de grafische industrie, vertelt hij. “35 procent van onze omzet was binnen een maand weggevallen.” Bruinsma besloot tot een flinke reorganisatie. Het bedrijf was groot geworden als afwerker van landelijke magazines. Hij bleef het tijdschriftsegment trouw, maar wilde alleen nog werken met kwaliteitsperiodieken met kleinere oplages van gemiddeld 25.000 stuks.

Daartoe moest Van Elst flink afslanken. Hij verkocht een aantal bedrijfsonderdelen en hield uiteindelijk 22 van de 90 man personeel over. Hen wachtte een totaal andere aanpak. Segmentatie, dat ging het in de tijdschriftenwereld worden, voorzag hij. Iedere doelgroep zijn eigen titel met artikelen, kaders en advertenties. Wil een klant een hogere respons op een actie, bij Van Elst weten ze hoe je dat technisch en organisatorisch moet aanpakken. “Dat vergt een intensieve begeleiding en advisering op maat. Vroeger hield slechts tien procent van ons personeel zich daarmee bezig, nu al een kwart.”

Onlangs nam hij de honderdjarige boekbinder Delcour uit Hilversum over. Ook kreeg Van Elst een ‘een zusje’, dat zich onder de noemer Van Elst Speciale Opdrachten (VESO) richt op verpakkingen en distributiediensten. Hiermee heeft Bruinsma naar eigen zeggen de boel aardig op de rails staan. Zeg nou zelf. “De afgelopen drie jaar hebben we vijf miljoen geïnvesteerd op een gemiddelde jaaromzet van zeven miljoen. Bij elkaar 35 procent groei en dat is veel. Gemiddeld bedraagt die in de grafische branche 4 procent.”



Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Apeldoorn

Personeelsleden: 45

Bedrijfsactiviteit: “Afwerken van drukwerk. Tijdschriften en periodieken, bij elkaar 120 titels”

Geboortedatum: 28-8-1957

Geboorteplaats: Apeldoorn

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van Tjeerd (15) en Sjoerd (15)

Opleiding: Grafische MTS

Eerste baan: Bollen rapen in de Haarlemmermeerpolder

Sterke eigenschappen: “Analyse en organiseren”

Slechte eigenschappen: “Ongedurig, daardoor krijgt niet iedereen de aandacht die hij of zij verdient”

Favoriete boek: Het alfabethuis van Jussi Adler-Olsen

Voorbeeld als manager: “Mijn vader. Die heeft vanuit niks een hele carrière opgebouwd. Wim Dik is iemand die duidelijkheid schept. Een inspirerende man”

Favoriete politicus: “Minister Hermans van Onderwijs. Hij is geïnteresseerd in vakopleidingen. Heb hem ook eens horen spreken en zelf ontmoet”

Auto: Volvo S80

Werkt hoeveel uur per week: “50 uur, maar ja, wat is werken”

Carrièredoel: “Dat loopt synchroon met mijn levensmotto”

Favoriete website: “Geen. Internet voegt te weinig toe”

Levensmotto: “Wees duidelijk, naar iedereen”





Kandidaat 3: Michel Geurts, Hotel Inntel

Hij runt vier hotels. Hoe mogen ze daar zelf bepalen. “Ik geloof heilig in zelfsturing.” De twee visitekaartjes van Michel Geurts: hotelier en projectontwikkelaar met toegevoegde waarde.



Michel Geurts is van oorsprong technisch tekenaar. Via een projectontwikkelaar duikelde hij de hotelwereld in. Een van zijn klanten was Hotel Ibis, waarvoor hij locaties selecteerde en nieuwe vestigingen bouwde. Toen hij hoorde dat de vestiging in Zutphen niet liep, besloot hij die in 1982 te kopen. Samen met een collega. “Noem het een gekke bui.”

Er volgde een flinke sanering en een reorganisatie. Even later heropende het hotel onder de naam Hotel Inntel. “De naam betekent drie keer hetzelfde. Inn, Hotel, herberg: hotel. Heb ik zelf verzonnen.” Zijn collega hield zich met het reilen en zeilen ter plekke bezig. Zelf bleef hij op afstand en bleef gewoon zijn vertrouwde werk als projectontwikkelaar doen. “Pas vier jaar na de koop ben ik me enkel nog op de exploitatie en expansie van Hotel Inntel gaan richten.”

Vandaag is het de projectontwikkelaar die spreekt. Voor hem ligt een tekening. De uitbreiding van Hotel Inntel Rotterdam. Een toren komt erbij. 45 meter hoog met 100 kamers plus een congreszaal. “Ik geloof in Rotterdam.” En de gasten geloven in Inntel. En dat is knap, want Golden Tulip, Holiday Inn en andere concurrenten die opereren op hetzelfde prijsniveau zijn qua naam beduidend bekender. Geurts beaamt het. Intel, dat zit toch inside computers? Maar ach, waarom zou hij zich over die onbekendheid druk maken met een bezettingsgraad van 82 procent? Medio 2001 kunnen gasten rechtstreeks via internet bij hem reserveren. “Je komt dus niet bij een tussenpersoon terecht, maar belandt direct bij ons achter de balie.” Een primeur, waarmee hij de anderen een stapje voor is. Geurts wil maar zeggen: als je alert bent, kun je ook als relatief kleine speler tegen de grote jongens opboksen.

Met het management van de vestigingen bemoeit hij zich nog steeds nauwelijks. “Ik geloof heilig in zelfsturing. Mensen willen verantwoordelijkheid, maar dan moeten ze wel het juiste gereedschap krijgen. En dat vraagt om een uitgekiend managementinformatiesysteem. Als projectontwikkelaar heb ik altijd zo gewerkt, dus wij doen dat al sinds 1982.” Nog zo’n voordeel van de combinatie hotelier-projectontwikkelaar.” Geurts kent geen anderen met die dubbelfunctie. Uniek, maar soms wat verwarrend, moet hij toegeven. “Daarom heb ik twee visitekaartjes. Weet iedereen met wie hij op dat moment te maken heeft.”





Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Hoofdkantoor in Arnhem. Hotels in Amsterdam, Rotterdam, Zaandam en Zutphen.

Personeelsleden: 320 waarvan zes op het hoofdkantoor

Bedrijfsactiviteiten: Het bouwen en runnen van hotels

Geboortedatum: 17-1-1944

Geboorteplaats: Utrecht

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van Karin (29) en Tanja (33)

Opleiding: HTI

Eerste baan: Technisch tekenaar

Goed in: “Ik ben analytisch ingesteld, mensgericht en kan goed met cijfers omgaan”

Slecht in: “Ik ben niet zo’n netwerker. Kan slecht contacten in de relatiesfeer onderhouden”

Favoriete boek: “Het laatst gelezen boek was Stalingrad. Schrijver is me ontschoten”

Voorbeeld als manager: “Cor Boonstra. Omdat hij Philips terug in de markt heeft gezet. Dat bedrijf was een afgebrand dorp”

Favoriete politicus: “Tineke Netelenbos. Ik bewonder haar daadkracht. Er gebeurt eindelijk eens wat op dat departement. Of ik het er nou mee eens ben of niet”

Auto: Mercedes CLK

Werkt hoeveel uur per week: 30 tot 40.

Carrièredoel: “Hotel Inntel de komende vijf jaar laten groeien. Met uitbreiding en nieuwe vestigingen”

Favoriete website: www.hotelinntel.com

Levensmotto: “Vrijheid, blijheid”





Kandidaat 4: Steven Hond, Flevodruk

Een onverbiddelijke liefde voor het vak. Een videoscherm, masseuse en huiskapper als usp’s op de arbeidsmarkt en als uitsmijter de titel ‘beste drukker ter wereld’. Steven Hond: verslaafd aan drukwerk.



Steven Hond heeft hart voor zijn personeel. Hij trakteert ze op vaste tijdstippen op een bezoek van een masseuse en een kapper. Twintig gulden voor een knipbeurt, in de baas zijn tijd. Het verloop is mede hierdoor bijzonder klein. “Zeven medewerkers zijn onlangs teruggekomen. Ze misten de gemoedelijke, informele sfeer en de liefde voor het vak waarmee we hier werken. Bovendien zijn we gek op innovaties.”

Hij vraagt zich af waarom hij eigenlijk is genomineerd? “Kijk naar mij,” gebaart hij. “Ongeschoren kop, lang grijs haar, zwarte kleren. Ik ben toch geen manager. Dat is iemand die met strakke hand lijnen uitzet en duidelijk is. En dat ben ik niet altijd. Ik ben bijvoorbeeld zeer ongedurig.” Niemand binnen Flevodruk lijkt zich eraan te storen. Hond lijkt veel krediet te hebben bij zijn werknemers. “Ik ben erg sociaal, luister goed en probeer iedereen gemotiveerd en scherp te houden. Ik wil ze op het werk iets meegeven. Als dat goed gaat, blijk je als directeur plots over visie te beschikken. Flauwekul natuurlijk. Ik laat gewoon mijn passie spreken.”

Toen hij 22 jaar was, kwam hij terecht bij Drukkerij Flevo, die hij veertien jaar later kon overnemen. “De jaaromzet bedroeg zes ton en de drukkerij was technisch failliet.”

Onder de naam Flevodruk besloot hij het bedrijf opnieuw op te bouwen. Als kwaliteitsdrukker. Acht jaar geleden verhuisde het bedrijf naar de huidige locatie. Publiciteit kreeg Flevodruk toen het bedrijf in 1999 als eerste Nederlandse onderneming werd uitgeroepen tot ‘Beste drukker ter wereld’. Als bewijs hangt buiten bij de ingang nog een megagrote gouden medaille. Een lokkertje. “We hebben 20 procent meer omzet gemaakt waar die bij anderen terugloopt.” Opvallend: steeds meer opdrachten zijn niet print-gebonden. “Drukwerk is niet altijd het beste middel om een boodschap uit te dragen. Daarvoor kan je ook auteurs, een event of misschien wel een schildercursus gebruiken. Als drukker moet je vandaag verder durven kijken dan je Heidelbergers.”



Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Harderwijk

Personeelsleden: 40

Bedrijfsactiviteit: Drukwerk maken

Geboortedatum: 18-7-1954

Geboorteplaats: Breda

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van Hugo (15) en Iris (13)

Opleiding: Lagere school

Eerste baan: “Hulpje bij drukkerij toen ik 14 was”

Goed in: “Ik kan goed luisteren, en mensen motiveren en scherp houden”

Slecht in: “Ik ben erg ongedurig”

Favoriete boek: 100 jaar Eenzaamheid van Marquez

Voorbeeld als manager: “Geen, nou, vooruit dan, Richard Branson. Die vind ik wel leuk”

Auto: Jaguar S-type

Werkt hoeveel uur per week: “Vier dagen per week. Op die andere dagen lees ik en luister ik naar opera. Ook ben ik mede-eigenaar van een galerie en een zeefdrukkerij”

Carrièredoel: “Ik hoop dat de drukkerij zichzelf over vijf jaar kan bedruipen en dat anderen de huidige koers zullen continueren”

Favoriete website: “Geen. Internet doet me niks. In maart moet onze eigen site klaar zijn”

Levensmotto: “Blijf bij jezelf”





Kandidaat 5: Jacques Parson, Kappé International

Taxfree parfums, cosmetica en zonnebrillen. Jacques Parson is merkloos manager in de wereld van Peter Stuyvesant. Zijn verkopers vormen zijn ambassadeurs. En dat vergt een grenzeloos vertrouwen.



Zijn keten was vorig jaar goed voor een omzet van 100 miljoen euro. Toch zullen weinig consumenten de naam van zijn winkelparadijs kennen: Kappé International. Maar ach, die anonimiteit, directeur Jacques Parson is eraan gewend. Dat was nou eenmaal besloten toen op Schiphol als derde vliegveld in Europa in 1957 taxfree winkels opengingen. “Lederwaren, parfums, drank en tabak, fotospullen: iedere productgroep kreeg zijn eigen hoekje. En zo is het nog steeds.”

Een verschil: passagiers die binnen Europa vliegen, mogen sinds juli 1999 niet langer taxfree boodschappen doen. Dat zorgde binnen Kappé voor een flinke cultuuromslag. “We hebben ons omgevormd van een inkoopgerichte naar een verkoopgerichte organisatie.”

Die bijdetijdse aanpak heeft gewerkt. De omzet bevindt zich alweer op hetzelfde niveau als gedurende de gouden dagen van het ongebreidelde taxfree shoppen. “Passagiers dachten dat we duurder waren geworden. Maar dat gold alleen voor de tabak- en alcoholwinkels.” De andere productgroepen besloten de btw-heffing voortaan zelf op te hoesten. “Hierdoor zitten we nog steeds 15 tot 20 procent onder de gangbare prijs.”

Via internet wil Parson meer commitment naar reizigers kweken. Met informatie over het productaanbod, zodat Schiphol-passagiers gerichter hun aankopen zullen doen. Daarnaast zoekt Parson, sinds 1987 opperhoofd van Kappé International, uitbreiding buiten onze luchthaven. Eind 1999 verwierf hij het management van een tax free shopdorp op het Maleisische toeristeneiland Langkawi.

Parson staat tevens aan het hoofd van 38 verkooppunten van Hellenic Duty Free Shops. En hij blijft zijn ogen openhouden. Waar lopen contracten af, waar zijn bouwplannen voor nieuwe vliegvelden? Zelf aanpakken is zijn parool. Wil een verkoper een cursus Japans omdat veel passanten uit dat land komen? Prima. En fouten maken is niet erg. Dat probeert hij zelfs te stimuleren. “Ik heb als rasoptimist een ongekend vertrouwen in mensen.” Een slechte eigenschap, vindt hij, door schade en schande wijs geworden. “Maar het blijft me frustreren als mensen mijn vertrouwen schaden en ik ze niet kan overtuigen dat dit echt aan hen ligt. Ik begrijp niet waarom mensen me zoiets aandoen. Maar ja, je hebt nu eenmaal lieden die niets liever willen dan de boel traineren.”



Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Hoofddorp

Personeelsleden: 350

Bedrijfsactiviteit: Internationale travelretailer en distributeur

Geboortedatum: 23-12-1953

Geboorteplaats: Amsterdam

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van Bastiaan (20), Michiel (18), Heleen (15) en Manos (11 maanden)

Opleiding: Gymnasium B, Bedrijfseconomie aan de VU

Eerste baan: “Bij Kappé in het magazijn”

Goed in: “Ik kan goed luisteren en mijn mening aanpassen”

Slecht in: “Ik vertrouw mensen te veel”

Favoriete boek: “De twee laatste waren Vissen is ook een sport van Maarten Spanjer en een boek over de Griekse mythologie: In de naam van Zeus van Erik von Däniken.”

Voorbeeld als manager: “Albert Heijn, vanwege de manier waarop hij het bedrijf een gezicht heeft gegeven. En Cor Boonstra, door de manier waarop hij Philips weer op de rails heeft gezet”

Favoriete politicus: “Wim Kok. Hij heeft op fenomenale wijze arbeid en kapitaal, werknemers en werkgevers, in balans weten te brengen en te houden”

Auto: Xedos 9

Werkt hoeveel uur per week: “Te veel. Zou maximaal 40 uur per week moeten zijn. Kan ik ook weer volleyballen en zaalvoetballen”

Carrièredoel: “Mezelf zoveel mogelijk overbodig maken. Rond mijn vijftigste verjaardag zou het bedrijf in belangrijke mate gerund moeten worden door anderen”

Favoriete website: “Ik vind internet nog te traag. Door de nieuwe standaard straks zal het meer en meer worden gebruikt als medium voor informatie-uitwisseling tussen organisaties. Tegen die tijd is onze eigen website mijn favoriet”

Levensmotto: “Samen leven”





Kandidaat 6: Paul Smeets, Smeets Groep

Zijn aannemersbedrijf geldt als trendsettend. Heeft oog voor de menselijke maat. “Technische vernieuwingen kun je kopen. Organisatorische niet.” Bouwen met Paul Smeets.



Managers, nou, daar moet je er binnen een bedrijf niet te veel van hebben. “Al dat georganiseer, daar loopt een organisatie van vast,” vindt Paul Smeets, directeur van Smeets Groep. “Je moet ervoor zorgen dat je de menselijke maat niet uit het oog verliest. Dat werknemers zich in hun bedrijf blijven herkennen. Een klant moet je ook op zondagavond elf uur kunnen bellen als plots het plafond begint te lekken. Bouwen is en blijft mensenwerk.”

Paul Smeets is de derde generatie die aan het hoofd van het gelijknamige aannemersbedrijf staat. Zijn komst in 1988 zorgde voor een revolutie in de bouwwereld. Zo verkocht hij al het materieel dat bij het bedrijf op het terrein opgeslagen lag. Die vaste lasten zijn voor een projectgerichte en conjunctuurgevoelige organisatie als een aannemersbedrijf een loden last, oordeelde Paul Smeets. “Bouwmaterieel, voorzien van de Smeets-huisstijl huren we bij woningbouwer Wilma. We waren de eerste die dat deden. Anderen zijn ons gevolgd.”

De leerjaren voor zijn aanstelling roemt hij nog altijd. Van zijn vader moest hij eerst twee jaar aan de bak als assistent-uitvoerder op de bouwplaats. Ook werkte hij op het kantoor van een collega-aannemer. Die man liet voor 350.000 gulden een feestzaal voor zijn personeel bouwen om even later verschillende mensen te ontslaan. Dat snapte niemand. “Als manager moet je niet proberen sympathie te kweken, maar ervoor zorgen dat mensen respect voor je krijgen. Dat doe je door visie te tonen en continuïteit te waarborgen, opdat iedereen maandelijks zijn loonstrookje krijgt. Als je aan dat primaire komt, gaat het mis.”

De omzet groeide na zijn komst van 20 naar 120 miljoen. Mooi, maar Smeets kijkt enkel vooruit. Met een website waarop huiskopers zijn bedrijf een cijfer mogen geven. Alweer een primeur in de bouwwereld. “Het gemiddeld aantal opleveringsfouten bedraagt 28. Bij ons is dat vijf.” Dan durf je jezelf wel te laten beoordelen. Training en persoonlijke aandacht liggen aan dat geringe aantal opleveringsfouten ten grondslag. En zoiets als verzuimbeleid, dat is toch puur een kwestie van persoonlijke aandacht. “Ons verloop bewijst het. Werkverbanden van twintig jaar zijn bij Smeets heel normaal.”

Smeets wijs: “Technische vernieuwingen kun je kopen. Organisatorische niet. Er heerst nu nog woningschaarste. Maar straks gaat het niet meer om kwantiteit, maar om kwaliteit. ‘Gebouwd door Smeets’ geldt in de regio al als een meerwaarde voor de verkoop van een huis.”



Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Vraag en antwoord

Vestigingsplaats: Maastricht

Personeelsleden: 191

Bedrijfsactiviteit: bouw en bouwservice

Geboortedatum: 31-1-1959

Geboorteplaats: Maastricht

Burgerlijke staat: Getrouwd, vader van drie jongens: Thijs (10), Luc (8) en Bob (6)

Opleiding: Nederlands recht aan de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg en verschillende aannemersopleidingen

Eerste baan: Bouwvakker

Goed in: “Ik kan goed motiveren en heb visie. Noem mij een visionair leider”

Slecht in: “Ik ben ongeduldig en heb een hekel aan optimaliseren als daarbij de menselijke maat verloren gaat”

Favoriete boek: De zeven eigenschappen van effectief leiderschap van Stephen Covey

Voorbeeld als manager: “André Baar. Van timmerman werd hij voorzitter RvB van Amstelland. Een echte ondernemer die tenminste het bed durft op te schudden”

Favoriete politicus: “Paul Rosenmöller. Hij zorgt voor scherp dualisme met inhoud. Daar heb ik als liberaal respect voor. De rest is stem- of klapvee”

Auto: Alfa 166

Werkt hoeveel uur per week: 60 uur

Carrièredoel: “Bedrijf overdragen aan een van mijn zoontjes”

Favoriete website: www.smeetsbouw.nl


Levensmotto: “Doe de dingen in een keer goed”