De teloorgang van Arthur Andersen, de grote fraudezaken in de VS en de bouwfraude hier te lande hebben imago en geloofwaardigheid van de accountant grondig aangetast. Een gesprek over de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen en vooral: hoe de accountant zijn rug moet gaan rechten. “Vertrouwenscrisis vind ik een groot woord.”
Arthur Andersen is niet meer. De Nederlandse afdeling vond onderdak bij Deloitte & Touche. KPMG – dat ook in de running was voor Andersen – heeft relatief de sterkste Nederlandse 'roots' (de K staat nog altijd voor Klijnveld en een beetje voor Kraaijenhof) en is ook prominent aanwezig bij nationale discussies als het declareergedrag van Bram Peper of de parlementaire enquête naar de bouwfraude.
Reden genoeg om de bestuursvoorzitters van Deloitte & Touche en KPMG- respectievelijk Willy Biewinga en Ben van der Veer – te vragen naar hun visie op de ontstane crisis in accountantsland. Tegenspel wordt daarbij geboden door Mister Aandeelhouder Peter Paul de Vries, directeur van de Vereniging van Effectenbezitters en Paul Koster, lid van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten, naar zal blijken externe toezichthouder op de Nederlandse accountancy in spe.
Wat ging er mis in het vroeger zo eerbiedwaardige, maar ook wat grijze beroep van accountant? Wat moet er veranderen om het vertrouwen te herstellen? Tijdens een rondetafelgesprek blijkt dat aan dat herstel hard wordt gewerkt. De beroeps- en interne tuchtorganisatie Nivra van de Nederlandse registeraccountants is in gevorderde besprekingen met de Autoriteit FM om niet jaren te gaan wachten op nieuwe wetgeving, maar het externe toezicht op de beroepsgroep veel sneller gestalte te geven. Mooi, maar het is de vraag of het ook genoeg is om publiek en aandeelhouder weer te laten geloven dat de cijfers van grote bedrijven iets met de werkelijkheid te maken hebben.
Hoe heeft huidige vertrouwenscrisis rond de accountant kunnen ontstaan?
Ben van der Veer: “Vertrouwenscrisis vind ik wel een groot woord. Zeker als je naar de Nederlandse situatie kijkt. De echte schandalen, soms met een enorme omvang, hebben zich met name in Amerika voorgedaan. Hier in Nederland gaat het vooral om de corporate governance binnen bedrijven, waar de accountant een belangrijke rol in speelt. Ik geef wel toe dat wat er in Amerika gebeurt, uitstraling heeft op ons hier. We zijn per slot van rekening internationale spelers. Maar daarnaast is er ook een mismatch ontstaan tussen wat verwacht wordt van de accountant en wat hij feitelijk moet doen.”
Peter Paul de Vries: “Het moeilijke van accountantscontrole is altijd de vraag: waar zet ik mijn handtekening nog voor een goedkeurende verklaring? Volgens mij is daar in een aantal gevallen geen positie in gekozen. Ik wil niet generaliseren, maar ik denk ook dat de individuele accountant zich moeilijk kan verzetten tegen de trend in de markt, het commerciëler worden van de grote kantoren.'
“Het onderscheid tussen Nederland en de Verenigde Staten? Ik vind het altijd heel erg als ik meneer Schraven van VNO-NCW hoor zeggen dat hier niets aan de hand is. Ik zie Landis, LCI, KPN Qwest, allemaal zaken die wij in onderzoek hebben. En ik kan het rijtje verder uitbreiden: Baan, KPN, Fokker, De Vries-Robé, ProLion, en dan kom ik richting tien. Niet zozeer zaken waarbij de accountant het gedaan heeft. Wel zaken waar de cijfers niet de kwaliteit hadden die de gebruiker mocht verwachten.”
Willy Biewinga: “We hebben de afgelopen jaren veel voorbeelden gezien van beurswaarderingen die op een exceptionele manier uit de hand zijn gelopen. De accountant moet zich dan realiseren dat als er in de boeken ergens één gulden fout is, de impact van die fout bij een koers-winstverhouding van 100 wel tien keer zo groot is als bij een verhouding van 10. Iets dat niet goed is, wordt zo nog eens extra benadrukt. De accountant moet zich realiseren dat er meer belanghebbenden zijn bij zijn verklaring dan uitsluitend de bedrijfsleiding waaraan hij rapporteert. Het belang van de andere stakeholders, met name de aandeelhouder, maar ook bijvoorbeeld de crediteuren, is veel nadrukkelijker aan de orde gekomen. Daar zullen we een les uit moeten leren.”
Paul Koster: “We hebben beurswaarden gezien die soms 70 tot 80 keer uitstegen boven de feitelijke boekwaarde van bedrijven, de cijfers waar accountants zich mee bezig houden. Dus het leek of de accountant steeds minder belangrijk werd. Maar als de koers-winstverhoudingen stijgen, stijgt ook de creativiteit om die koers te ondersteunen. Ik zou me kunnen voorstellen dat er beroepsrichtlijnen komen voor wanneer er sprake is van een hype, zoals in het dotcom-tijdperk, de gereedschapskist van de controleur beter gevuld wordt, er vanuit de accountantsorganisaties meer eisen gesteld worden aan de financiële verantwoording van die bedrijven.
“Maar je moet ook kijken naar de rol van adviseur en controleur. Accountants hebben bij de start van een bedrijf een heel andere rol dan wanneer ze bijvoorbeeld naar de beurs gaan. Je ziet het ook bij Enron, Worldcom et cetera, allemaal vrij recente, of nieuwe bedrijven. De verankering van het toezicht, van de checks and balances, is niet stevig in die jonge bedrijven. De overstap van kleiner naar groter is een heel gevoelig moment en je moet je afvragen of de omslag van consultant/coach naar officieel extern auditor door hetzelfde accountantskantoor gemaakt kan worden. De verwevenheid tussen commissarissen, accountants en consultants wordt in de VS nu doorbroken door de Sarbanes-Oxley anti-fraudewetgeving en die discussie loopt inmiddels ook in Nederland. Ik denk dat de wens om te komen tot een onafhankelijk toezicht daarop inmiddels gedeeld wordt door de grote kantoren.”
Toezicht namens de overheid is één stap. Maar als het zo moeilijk te bepalen is wat die markt voor de accountant is, moet de accountant dan niet gewoon ambtenaar worden?
Van der Veer: “Doe het maar! Ik denk dat het de dood in de pot is. Ik denk ook dat het verrekte onaantrekkelijk is voor de overheid, want die zouden daarmee ook de aansprakelijkheidsrisico's naar zich toe halen. Dat zal toch even schrikken worden. Een tweede argument: wij zijn inderdaad een commerciële onderneming en dat betekent dat wij een goede balans moeten hebben. Om te investeren, om goede mensen aan te kunnen trekken en te werken aan een goede reputatie. Met dat laatste staat of valt alles. Door van ons – weliswaar volstrekt onafhankelijke – overheidsdienaren te maken, los je het probleem van de kapitaalmarkt niet op.”
>Koster: “Wij zijn als Autoriteit FM internationaal redelijk actief in diverse gremia en ik zie geen enkele grond waarop zo´n voorstel serieus behandeld zou kunnen worden. Waar ik wel voor wil pleiten – en ik hoop dat de industrie dit hoort – is dat accountantstarieven omhoog gaan. Eén: we stellen eisen die blijkbaar zwaarder zijn dan dat we tot nu toe van elkaar begrepen hebben. Op de een of andere manier zijn we elkaar kennelijk kwijt geraakt. En twee: Ik denk dat eindelijk de sfeer moet ontstaan dat accountants vanaf nu ook fraude ontdekken en niet elke keer komen vertellen van: 'Dat zit niet in ons programma en het wordt niet van ons verwacht.' En dan heb ik het niet over een beetje gerommel met kantinegeld. Nee, over belangrijke zaken, zoals we die bij diverse bedrijven gezien hebben. De accountant zal additionele eisen moeten stellen aan zijn controle en dat zal ook additioneel geld kosten.''
U noemde even de aansprakelijkheidsrisico's. Hoe staat het met de verzekeringspremies voor aansprakelijkheid van de accountancybranche?
Van der Veer: “De verwachtingen zijn inderdaad somber. De paar verzekeraars die deze dekking geven hebben hun eigen beleggingen ook in waarde zien dalen en de algemene tendens is dat men terughoudender wordt met het verzekeren van risico's. Ik kan het niet kwantificeren, maar verwacht wel forse stijgingen.”
Biewinga: “Er zijn nationale en internationale dekkingen en het ligt er een beetje aan waar je bezig bent op de wereld. Feit is dat de Enrons en Woldcoms hier geen goed aan hebben gedaan.”
Toch zou het theoretisch gezien het beste zijn om de hele accountantscontrole in handen van de overheid te leggen.
Koster: “Internationaal zou Nederland zich daarmee volledig isoleren. Wij zijn als toezichthouder echt voor marktwerking. Het ergste wat je kunt doen is die markt inkapselen en daarmee in feite de krachten die juist het snelst corrigerend werken afschaffen.”
De Vries: “Ik denk niet dat je daarmee de beste accountants overhoudt en ik denk dat de overheid niet in staat is dat goed te organiseren. De eerste twee jaar gaat het misschien goed en daarna loopt de kwaliteit hard achteruit.”
Van der Veer: “Iets anders is dat we twee jaar geleden, ten tijde van de discussies over de nieuwe regelgeving van de Europese Commissie, al hebben gemeld voorstander te zijn van extern toezicht. Via wetgeving. Toezicht met tanden, serieus, stevig en onafhankelijk. Wie dat zou moeten gaan doen, dat wisten we toen nog niet. Maar dat idee is dus niet ontstaan na Enron of wat dan ook. Wij riepen toen al dat er naast de interne tuchtregels van de beroepsorganisatie Nivra externe toezicht zou moeten komen. Wij hebben niets te verbergen, laat ze maar kijken, doe de deur maar open.”
En is de Autoriteit FM geïnteresseerd in de rol van toezichthouder op de Nederlandse accountants?
Koster: “Ja, daar wordt hard aan gewerkt. Er is duidelijk behoefte aan vanuit het beroep en de Autoriteit FM lijkt vooralsnog een reële optie te zijn, omdat er gezocht wordt naar aansluiting bij een bestaande toezichthouder, die een onafhankelijke rol kan vervullen.”
De Vries: “Ik heb ernstige twijfels over die krachtige, onafhankelijke toezichthouder. Of de organisatie in staat is om zoiets snel op te bouwen. Ik denk dat dat jaren kost, vooral als je ziet dat er eigenlijk capaciteit tekort is om de bestaande taken uit te voeren.”
Koster: “We zijn ons er natuurlijk van bewust dat een nieuwe taak nieuwe plichten met zich meebrengt en dat is een uitdaging voor de organisatie. Dat is ook de reden dat we ervoor pleiten dat de rol van de Nivra blijft bestaan. Zij hebben een apparaat waar de toezichthouder gebruik van kan maken. Maar we zullen zelf natuurlijk ook expertise moeten aannemen, en voor wat betreft de strategie inzake het toezicht op de verslaglegging zijn we daar bijvoorbeeld al een jaar mee bezig. We willen die rol oppakken bij de verslaglegging over het jaar 2004.”
De Vries: “Wat de Autoriteit FM op dit moment door de markt laat slippen. Het is óf een capaciteitstekort óf een kwaliteitstekort.”
Koster: “Waar doelt u dan op?”
De Vries: “Ik doel op al die overtredingen van het fondsenreglement van EuroNext die plaatsvinden, het niet of te laat melden van koersgevoelige informatie door bedrijven. U draagt toch de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor wat daar gebeurt. De beurs is het uitvoeringsapparaat, maar jullie zijn de supervisor. Dat is ongeveer dezelfde verhouding als nu beoogd wordt met het Nivra. Je moet echt een forse eigen capaciteit hebben om zo'n rol van toezichthouder goed te kunnen uitoefenen.”
Bij de recente boekhoudschandalen is de trukendoos flink open getrokken. Verliezen werden bijvoorbeeld in speciale entiteiten en in groten getale buiten balans en winst- en verliesrekening gehouden. Bedacht door consultants, investment bankers, fiscalisten die ook rondlopen in de grote accountantskantoren. Botst dat niet?
Koster: “Nieuwe, geraffineerde en gecompliceerde financiële constructies worden eigenlijk niet meer op alle niveaus in de organisatie begrepen. De cfo (chief financial officer) durft bij zijn bankier op een bepaald moment niet meer door te vragen, want er komt een moment dat hij moet zeggen: 'Ik kan het niet meer helemaal volgen, maar het zal wel kloppen allemaal.' Er is een aardige test gedaan in de VS, waaruit blijkt dat het kennisniveau bij de audit committees van hele grote ondernemingen op het gebied van standaard financiële aspecten toch vrij dun is.
“De accountants hebben elkaar de laatste tien, vijftien jaar beconcurreerd op hun tarief voor de controle. De controle werd de sluitpost voor de mindere goden in het bedrijf. Eigenlijk werd na een jaar of vijf op zo'n kantoor gezegd: zit je nou nog steeds in de controle? Wat vreemd dat je nog niet bij finance zit, of bij strategy consultancy. Je werd toch wel geacht wat meer spannende dingen te gaan doen.”
Biewinga: “Ik denk dat heel veel accountants toch heel anders naar hun vak kijken. Maar Koster is er natuurlijk al wat langer uit…”
Van der Veer: “Er is natuurlijk een commerciële druk op onze tarieven, daar heeft Koster helemaal gelijk in, en dat zal met de slingerbeweging wel weer een andere kant op gaan. Maar het is niet zo, zoals wel beweerd wordt, dat accountancy de deuropener is om hoogwaardige adviesproducten binnen te varen en daarmee de winst te maken. Het beeld van de marginale accountant die probeert zijn winstmakende consultants binnen te halen, dat is zeker niet mijn beeld. Ik durf de stelling aan dat we als gewone accountants al jaren winstgevend draaien, ook zonder consultancy.”
De Vries: “Ik vind dat accountants zich altijd moeten realiseren dat de financiële community, en zeker de aandeelhouder, afhankelijk van hen is. Ik ben altijd erg bang geweest, en dat ben ik nog steeds, voor dat getouwtrek tussen ondernemingsbestuur en accountant. Want hij wordt betaald door degene die hij moet controleren. Met als ultieme consequentie: 'Als ik die goedkeurende verklaring niet geef, zoeken ze een andere accountant.' Op tal van vlakken wordt gemanipuleerd met cijfers. De overnamevoorzieningen zijn een aardig voorbeeld. Die laat je gewoon leeglopen, als je daarmee je resultaat kunt egaliseren. Bijzondere baten die operationeel worden ingebracht. Beleggingswinsten – en de ultieme vorm – de toekomstige opbrengsten daarvan. En dan zegt het bestuur tegen de accountant: toon mij aan waarom dat niet zou mogen. Met – nogmaals – de mogelijkheid naar een andere accountant te gaan.
Daar staat dan tegenover een accountantskantoor met commerciële doelstellingen, dat mensen aan het werk moet houden en met een ambitieniveau dat in de buurt ligt van beursgenoteerde ondernemingen. Daar worden ongetwijfeld concessies gedaan aan de verklaringen over 'het getrouwe beeld'. Anderzijds is het ook wel weer zo dat, na Enron en Worldcom, de accountant makkelijker de poot stijf kan houden, ook vanwege mogelijke aansprakelijkheidsrisico's.”
Koster: “Maar ook de regels dienen de belegger niet altijd even goed. Leasingverplichtingen van ondernemingen staan meestal niet op de balans. Als die wel zichtbaar zouden zijn, zou een belegger wel eens heel anders naar zo'n onderneming kunnen gaan kijken. En pensioenen. Er zijn zelfs bedrijven waar de pensioenverplichtingen uitstijgen boven de marktwaarde van de onderneming. Hoeft niet openbaar gemaakt te worden. Ook de regelgeving loopt achter bij de ontwikkelingen in de maatschappij.”
Biewinga: “En Enron was volgens mij een bank in plaats van een energiebedrijf. Als je daar je energiedeskundigen naartoe stuurt, mis je volgens mij wel wat in je controleteam. De ondernemingsleiding is verantwoordelijk voor wat er in het bedrijf gebeurt. Dan is er het toezicht daarop van commissarissen en dan zijn er vervolgens een aantal mensen in de omgeving als bankiers, rating agencies, advocaten en accountants. Ik werk in een omgeving die is gebaseerd op good governance, en binnen dat geheel kan ik ook mijn verantwoordelijkheid als accountant gestalte geven. Maar we zijn geen verzekeringsmaatschappij.”
Koster: “Met alle respect, maar dat vind ik toch te afstandelijk. Natuurlijk moeten corporate governance en checks and balances op orde zijn, maar daar moet jij als accountant veel meer aandacht aan gaan besteden en, op het moment dat je daar zwakheden ziet, het management daarover informeren. En er ook veel sneller toe overgaan te zeggen dat je onder de huidige corporate governance structuur niet de eer hebt deze cijfers te ondertekenen. En twee: dat er tussen de grote spelers op dit gebied een einde komt aan de concurrentie op prijs. Je moet op kwaliteit concurreren.”
Van der Veer: “Er wordt wel anders beweerd, maar die controle van de boekhouding is en blijft onze core-business. Misschien hebben we dat niet altijd goed gedaan. Maar dan moeten we onze rol wat strakker inzetten, onze rug rechten. We zullen wel meer situaties krijgen waarin het management dit wil en de audit committee dat, dan moeten we als accountant onze rechte rug tonen.”
Koster: “De accountant zal in mijn ogen, wil hij overleven – ze zijn in feite toch bezig met een overlevingsstrijd – zich van een andere kant moeten laten zien. Een kant die meer staat voor toegevoegde waarde voor het beleggend publiek, de investeerder in brede zin, de kapitaalmarkten.”