Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

‘De teef is altijd superieur’

In een hondenroedel heerst veel wederkerigheid. "Ik doe dit voor jou en jij doet dat voor mij." Sociaal knuffelen, zeg maar. Een onderschat instrument op de werkvloer." Hondengedragsexpert Martin Gaus doceert aan de Vrije Universiteit wat managers van honden kunnen leren.

 

"Als er een schermutseling is, wordt er over en weer gepatst en geïmponeerd, tot er één zijn overgave toont. En dat alles zonder brokken. Deze complexe interactie vindt plaats in de eerste paar minuten van de ontmoeting tussen twee honden. Als het imponeren achter de rug is, dan zie je dat de onderdanige hond wegkijkt, dit is een kalmeringssignaal. "Jij bent groot en ik ben klein, ik heb je begrepen." Als een directeur een afdeling op komt lopen, dan zal in eerste instantie iedereen naar hem kijken. Hij kijkt terug en geeft een knikje. Vervolgens kijken de medewerkers weg. Kleiner maken zie je ook bij mensen.

Als je het over de hele linie bekijkt, dan functioneert de hele dierenwereld in wezen precies hetzelfde. Alleen, in de dierenwereld doen ze geen domme investeringen. En het is onacceptabel om elkaar zonder goede reden te verwonden. Immers, verwondingen kunnen leiden tot infecties en die hebben op hun beurt al snel de dood tot gevolg. Echt vechten is verspilling van kostbare energie

In een roedel honden heerst rust, er zijn verschillende rangen en standen en dat is juist goed. Als honden zich op hun gemak voelen, dan zijn ze coherent in hun gedrag en uitstraling. Ze voelen zich veilig en op hun gemak. Dat willen mensen ook. Ze willen horen "dit verwacht ik van je. Als je dat doet, dan ben je veilig". Duidelijkheid en regels geven rust.

Een bedrijf ‘regeren' door angst in te boezemen zorgt ervoor dat mensen overspannen worden. Maar dat betekent dus niet dat je je soft moet opstellen. Vanaf de eerste dag moet je als leider laten zien hoe het zit en wie je bent. Dag een is de belangrijkste, daar heb je het hele jaar profijt van. Dat kan elke leerkracht je vertellen. Als ik een hond opvoed door hem naar mij toe te laten komen, door als eerste door een deuropening te stappen en door te bepalen wanneer er gegeten wordt, dan krijg ik een gedisciplineerde hond met een duidelijke rang. Doe ik dat niet, dan bepaalt de hond wat er gebeurt. Dan is de hond de baas, want hij controleert zijn omgeving.

Sabotage

De moeilijkste trajecten bij honden zijn veranderingsprocessen, net zoals die bij mensen meestal veel weerstand oproepen. Dat komt omdat veranderingen de veilige leefomgeving overhoop halen. Bij verandertrajecten in bedrijven blijkt vaak dat na een jaar pas vijf procent veranderd is. Omdat er zoveel weerstand is tegen veranderen. En mensen voelen dat feilloos aan. Die willen dat er aan al hun voorwaardes voldaan wordt, anders krijg je sabotage. Die angst voor veranderingen is natuurlijk en zeer primair. Nieuwe dingen maken kwetsbaar en roepen dus verzet op. Als je een verandering moet doorvoeren zul je bijna altijd ondermijnd worden.

Als je een groep wolven of chimpansees hebt en je zet er een nieuweling in, dan ontstaat er toch een bak ellende. Enorme onrust, want iedereen moet z'n nieuwe plaats bepalen. En het gegeven dat mensen kunnen manipuleren en veinzen maakt het nog ingewikkelder.

Als ergens gesaneerd wordt, dan heerst er een enorme onrust omdat mensen zich onveilig voelen. Dus worden er coalities gevormd om dat veiligheidsgevoel terug te krijgen en dan zie je de rust wederkeren. Een tip uit het dierenrijk: draai niet om de hete brij heen. Vertel in één keer wat je wilt gaan doen en hoe. Als je dat goed doet, dan maak je de kans op succes het grootst.

Uit onderzoek blijkt dat slechts drie procent van onze dagelijkse processen bewust plaatsvinden. Dat is dus het topje van een enorme ijsberg. Heel veel van je reacties worden dus door je onderbewuste ingegeven. Als je moeder altijd bloemetjesjurken droeg en je voelde je veilig en geliefd bij haar, tien tegen één dat je een goed gevoel hebt bij bloemetjesjurken. Dat is je onderbewustzijn dat geconditioneerd is. De drijfveer achter het ‘Ons Soort Mensen' gevoel. Uit een ander onderzoek bleek dat als je aan een inbreker de weg vraagt, dat hij je van juwelier naar juwelier naar juwelier stuurt. Een alcoholist zal je de route van kroeg naar kroeg naar kroeg uitleggen. Het klinkt als fantasie, maar zo simpel werkt ons brein echt.

Scheuring

In hondenroedels is de teef eigenlijk altijd superieur. Ze lijkt misschien fysiek zwakker en daardoor eerder kwetsbaar, maar eigenlijk wordt teven nooit wat gedaan. Het is ook heel logisch. Mannetjes kun je gerust op oorlog sturen, want één reu kan wel dertig teefjes bevruchten, maar op haar beurt kan één teef wel dertig pups baren. Dus die teef is veel waardevoller voor het voortbestaan van de soort.

Stijgen in rang gaat bij honden over het algemeen langzaam en het heeft niet per definitie met fysieke kracht te maken. Dat zie je ook bij mensen. Neem Napoleon. Een onooglijk klein mannetje, maar hij leidde wel een heel leger. En voor een behoorlijke tijd was hij daarmee erg succesvol. Hij had dus blijkbaar de juiste manier van leidinggeven te pakken… Zo werkt het bij honden ook. De juiste leider, krijgt de leiding.

In een hondenroedel heerst veel wederkerigheid. "Ik doe dit voor jou en jij doet dat voor mij." Sociaal knuffelen, zeg maar. Een onderschat instrument op de menselijke werkvloer. We willen het niet zien, maar aardig zijn tegen de man van de kopieermachine zorgt ervoor dat je je stukken op tijd krijgt.

Als de roedel te groot wordt, dan ontstaat er een scheuring. Of als er een hond is die altijd maar op z'n kop krijgt van de rest, dan zal die op een gegeven moment vertrekken en z'n eigen weg gaan vinden. Het is dus heel gezond om iemand die niet functioneert te laten gaan. Iemand moet je op een plek zetten waar hij goed zit. En iemand die een talent heeft, die moet geen andere dingen bijleren, maar dat talent perfectioneren. Bij honden gaat dat vanzelf. Die gaan hun tijd niet verdoen aan het trainen van verbeterpunten, die worden gewoon de allerbeste jager van het stel als dat hun talent is.

De kracht van ons menselijke management zit in het politieke verhaal en dat is jammer. Want dat betekent dat mensen bezig zijn met macht en macht corrumpeert. Dat is een lastig te stoppen fenomeen en mensen met macht hebben heel veel trucs om zich te handhaven.

Namen noemen

Bij ons zijn, in tegenstelling tot in een roedel honden, de mensen die de baas zijn vaak niet authentiek. Er wordt gebruikgemaakt van trucjes om aan de macht te komen en te blijven. Of de leiding is niet in handen van een inspirerend figuur, maar van een slager die de boel moet saneren. En dat komt niet omdat mensen niet authentiek willen zijn, want dat wil iedereen wel. Helaas is dat gewoon niet iets wat je kunt leren.

Natuurlijk bestaan er wel mensen die echte authentieke leiders zijn. Waar iedereen van zegt "ik voel me op m'n plaats ik voel me veilig". Dat kun je niet leren, dat heb je. Heel simpel. Het is altijd een combinatie tussen welke kwaliteiten je hebt en hoe je die inzet.

Maar de absoluut succesvolle leiders hebben wel wat zaken gemeen: hij of zij is bovengemiddeld geïnteresseerd in zijn personeel. Hij loopt dagelijks door zijn bedrijf, kijkt overal en spreekt zijn mensen met naam en toenaam aan. Dat laatste wordt ernstig onderschat, maar is een heel krachtig instrument. Het is nu eenmaal altijd de mooiste klank in iemands taal; de eigen naam.

Andere eigenschappen die authentieke roedelleiders delen met hun menselijke tegenhangers: een zeer snel herstelvermogen bij schrik. Ze zien iets gebeuren en reageren direct. Ze zijn onderzoekend en zeer actief. Altijd wakker en ze slapen slechts het hoognodige. Alert zonder neurotisch te zijn. Één bonk fitness en kracht in het lijf. Verder is een echte leider intelligent en dat straalt hij uit. De allerbelangrijkste eigenschap: een echte leider is extreem sociaal vaardig. Zonder die kwaliteit red je het niet.

Fruitautomaat

Honden corrigeren elkaar en dat kan er voor ons heel heftig uitzien. Grommende woestelingen met blikkerende tanden, maar niets is minder waar. Een goede correctie zorgt niet voor onveiligheid, maar voor duidelijkheid. En een hond wordt van een goede correctie nooit bang. Ook als manager kun je iemand op de goede manier corrigeren. Zeg "ik wil dit niet, want…". Gebruik altijd de insteek ‘want' en niet ‘omdat'. ‘Want' betekent dat je de ander gaat overtuigen, ‘omdat' houdt in dat je iets wilt maskeren.

Als iemand blijvend niet goed functioneert, ga dan in hemelsnaam zoeken naar waar iemand goed in is. Vraag iemand: wat wil je graag? Wil iemand niets? Ja, dan komt er een moment dat je keuzes moet durven maken, anders zit je als leider niet op de goede plek.

Dan komen we op het punt van leren en trainen. Als je een hond wilt leren om te gaan zitten, dan beloon je hem zodra hij uit het niets gaat zitten. En je gaat hem natuurlijk niet straffen als hij gaat staan, want daar begrijpt een hond geen hout van. En dat geldt voor mensen ook. Als de consequentie van gedrag positief is, dan zal een hond en ook een mens het willen herhalen. Als je straf krijgt, dan wordt je vindingrijk in het ontwijken van die straf en niet in het vertonen van het juiste gedrag.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Voor managers is het net als voor hondenbaasjes van belang om te belonen als een fruitautomaat. Begin altijd met geven, tot ze een beloning gaan verwachten en geef dan opeens niet. En dan weer wel. En dan opeens weer niet. Op die manier gaat een hond de eerste zeven keer zitten in de hoop die achtste keer wel dat beloningsbrokje te krijgen. Dat werkt ook met mensen. Het leerproces is heel grappig. Gedrag moet iets opleveren. Wederkerigheid, veiligheid, eten, dat kan allemaal. Je moet belonen, niet corrigeren.

Ongewenst gedrag negeer je gewoon. Probeer het eens uit. Je staat verbaasd hoe snel je daar succes mee boekt. Wat geeft de authentieke leider voor beloningen? Het menselijke equivalent van een beloningsbrokje kan een aai over de bol, een mooie bonus, of een positief kattenbelletje zijn. Als leider moet jij zien aan te voelen wat jouw medewerker het meest motiveert. Gedrag hou je in stand door te onderhouden en te controleren. En dus moet je altijd die fruitautomaat blijven."