Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De maakindustrie: hoe presteren Philips en ASML?

De minder bekende Nederlandse maakbedrijven doen het gemiddeld beter dan de grote reuzen. Hoe komt dat?

De Maakindustrie 100, die is samengesteld door MT en Mazars Berenschot Corporate Finance, beperkt zich tot bedrijven met een omzet tot een half miljard. Dat betekent dat veel grote bedrijven als Philips, AkzoNobel, ASML, NXP en VDL er niet in voorkomen. Zij zijn te groot, volgens de door MBCF gehanteerde criteria. Opmerkelijk is wel dat de 100 maakbedrijven van deze lijst gemiddeld ook beter presteren dan de grote multinationals. 

DE GROOTSTE 5 MAAKBEDRIJVEN

De top 5 maakbedrijven van Nederland, op basis van hun omzet in euro's uit 2011:

1. Philips (22.579.000 euro)
2. AkzoNobel (15.697.000)
3. ASML (5.651.035)
4. NXP (3.006.762)
5. SBM Offshore (2.355.840)

Meer groei

Waar de grootste 10 maakbedrijven van Nederland de afgelopen jaren een groei kenden van gemiddeld 3,2 procent, een marge van 6,3 procent en een Return on Invested Capital van 8,6 procent, was dit onder de bedrijven uit de Maakindustrie 100 respectievelijk 4,5 procent, 7,0 procent en 11,1 procent. 

Verklaring

Voor een verklaring kijken we naar de samenstellers van de lijst, MBCF. 'Opvallend is dat bij vier van de tien best presterende bedrijven er een rol is voor private equity', zegt onderzoeker Hein Stoops. 'Voor de top 100 is dat 25 procent. Veel hoger dan voor de rest van de BV Nederland. Daar – het zijn schattingen- ligt dat percentage niet hoger dan 5 procent.'

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Goed gemanaged

De grote interesse van de PE-partijen is tekenend. 'Kenmerkend patroon is dat PE-investeerders alleen instappen bij bedrijven die goed gemanaged worden. Vaak zit er een management buy-out of buy-in-element in als ze instappen, waardoor het management en ondernemingsbelang aan elkaar gekoppeld worden.' Het is zeer waarschijnlijk dat naast de kwaliteit van het management de omvang van de bedrijven een rol speelt, zegt Stoops. 'Waar onze top 20 een gemiddelde omzetgroei van 15,5 procent realiseerde, deden de tien grootse in bedrijven in de sector het minder. Zij boekten gemiddeld een omzetgroei van 3,2 procent. En ook op EBIT scoorden de toppers in het MKB veel beter dan hun grote broers. Die lag op 12,4 tegen 6,6 procent. De omvang van een bedrijf doet er dus toe', concludeert Stoops. 

Nichebenadering

Volgens Stoops ligt de echte kracht van de toppers in de lijst in de het samenvallen van een hoge kennisfactor met een nichebenadering. 'Deze bedrijven zijn vaak zeer gespecialiseerd en hebben een grote engineering-factor in hun eindproduct. Dat maakt het verplaatsen van de productie ook veel minder voor de hand liggend dan veel mensen denken als we het hebben over de maakindustrie.' De Nederlandse kampioenen zijn niet van de bulk, maar voegen veel waarde – door kennis en efficiënte processen toe – aan hun product. Bij de grootste 10 bedrijven is dat soms anders: zij hebben vaak minder focus, want meer activiteiten, en kunnen zodoende makkelijker (een deel van) hun productie verplaatsen.

Meer over de maakindustrie?