“Wat klopt er van de verwachtingen die ondernemers hebben ten aanzien van het openstellen van de grenzen voor Poolse en andere Oost-Europese werknemers?”
Kent u dat? Sommige klussen blijven altijd liggen. Ze zijn niet populair en we ‘vergeten’ ze op te pakken. “Denk je soms dat de kaboutertjes dat doen,” hoorde ik een collega vragen. Die uitdrukking ken ik maar al te goed. Werd hij ook bij u thuis gebruikt toen u er als kind op gewezen werd dat uw kamer nog steeds niet opgeruimd was?
Mooie uitdrukking. Een zonderling daargelaten weten we allemaal dat kaboutertjes, hoe jammer ook, niet bestaan of tenminste zijn uitgestorven. Toch wordt er in Nederland dagelijks veel werk verricht dat voor velen onzichtbaar blijft. Handmatig werk, waar niemand weet van heeft. Enkel de kaboutertjes…
Maar de ‘Next Generation’-kabouter draagt geen rode puntmuts. Het is de werknemer afkomstig uit Oost-Europa, voornamelijk Polen. De hardwerkende, gemotiveerde arbeidskracht, die geen probleem maakt van overwerk. Iemand die in zijn eigen land werkloos is of erg weinig verdient. Hij werkt hier tijdelijk en keert daarna terug naar zijn eigen land.
Momenteel is deze persoon het lijdend voorwerp van de discussie over het openstellen van de grenzen met de MOE-landen (Midden- en Oost Europa). In dat kader wordt gesproken over oneerlijke concurrentie. En dat is opmerkelijk. Concurrentie? Deze mensen verrichten het werk dat Nederlanders niet graag doen. Werk waarvoor werkgevers nauwelijks mensen kunnen vinden. En oneerlijk? In Nederland wordt die uitzendkracht uitbetaald als uitzendkracht, niet als een Pool. Hij ontvangt hetzelfde loon als zijn Nederlandse collega.
Toch is het bemiddelen van internationale werknemers bepaald geen sinecure. Behalve het werk dien je als uitzendbureau ook te voorzien in onder meer huisvesting en vervoer van en naar het land van herkomst. En de Oost-Europese mensen die hier werken horen niet thuis op de camping of met z’n tienen in een doorzonwoning. Daar waar de huisvesting voor kaboutertjes geen probleem was – die zochten zelf wel een paddenstoel of een holle boomstam op – is dit het voor het uitzendbureau dus wel.
De komende tijd schieten de uitzendbureautjes als paddenstoelen uit de grond. En daar zullen we met z’n allen best even last van hebben. Maar uiteindelijk scheidt het kaf zich van het koren. Feit blijft: het werk van de kaboutertjes moet gedaan worden. En zolang we dat op een juiste, moreel verantwoorde manier aanbieden, is dat goed voor iedereen. Zowel voor de uitzendkrachten als voor de bureaus en voor u, als Nederlandse ondernemer.
Saskia Rosmalen
Commercieel directeur P&E People
De volgende vraag is voor Leon de Koning, Managing Director Noord-Europa bij GMI: “Marktonderzoek wordt steeds vaker online gedaan, omdat dat sneller en goedkoper is. Maar hoe weet je nu hoe betrouwbaar de respondenten zijn?”