Het Lotus Formule 1-team heeft zojuist een raceseizoen in de top van het klassement afgesloten. Allemaal dankzij data.
Patrick Louis is één van de snelste ceo's ter wereld: hij is de baas van Lotus F1-Team. Net als andere Formule 1-stallen met een toppositie op de wereldranglijst is het een bedrijf op zich. Hij heeft de leiding over een operatie van honderden miljoenen euro's en meer dan 500 man personeel die elk weekeinde waarin een Grand Prix ergens op aarde plaatsvindt, moet pieken. Op vrijdag de testrondes waarin de startpositie van de wagens wordt bepaald, op zaterdag is het voor de meer dan honderd ingenieurs en monteurs alle hens aan dek om de bolides optimaal af te stemmen op weg naar de race van zondag, waarin niets mis mag gaan.
Elke seconde geanalyseerd
Het is een race tegen de klok, waarin op het circuit, in de Lotus-fabriek in het Britse Enstone en bij Renault, de leverancier van de motor die de Lotus vleugels geeft, iedereen op de toppen van zijn kunnen werkt. Alles op basis van data die op het juiste moment bij het juiste teamlid moeten arriveren. Alleen zo worden de juiste carrosseriedelen en banden gemonteerd, de juiste afstelling van de motor bepaald en in feite elke seconde van de race geanalyseerd om de juiste strategie te bepalen. Louis: 'Als een coureur een tijdje in de slipstream van zijn voorligger rijdt, stijgt de motortemperatuur. Het kan dan nodig zijn wat extra brandstof in te spuiten voor de koeling, maar natuurlijk weer niet zo veel dat je extra moet tanken.'
300 sensoren
De Lotus zelf is een rijdend Big Data-laboratorium. Zijn meer dan 300 sensoren meten snelheid, luchtdruk en temperatuur en sturen die vele malen per seconde via een eigen, goed van concurrenten afgeschermd, draadloos netwerk naar de pitstraat en het thuisfront. Aerodynamica is allesbepalend voor de wegligging en het verbruik van de auto, legt Louis uit. 'Vooral de neerwaartse druk die de wagen ondervindt, is bepalend voor ons succes. Om die ideaal te krijgen, moeten we voor elk circuit en alle weersomstandigheden de auto anders afstellen. Daarom moeten we via simulaties en tijdens de testrondes zoveel mogelijk data verzamelen en analyseren. Uit die honderden objectieve sensoren en die ene subjectieve: de coureur.'
Cloudservers
Bij elke van de tientallen rondes versturen de sensoren van de Lotus 25 Mb aan data naar de servers, waarop Lotus onder meer software draait die tijdens de race tactische beslissingen ondersteunt. 'De hoeveelheid brandstof in de tank, de mate van bandenslijtage en de positie van alle andere auto's worden doorgerekend om het beste moment voor een pitsstop te bepalen. Dat kost onze huidige systemen nu 90 seconden. Dat moet volgend seizoen naar 60 seconden, want in die tijd ben je zo maar een ronde verder.'
Datacenters
Tot voor kort sleepte Louis 22 servercomputers naar elk circuit waar Lotus zijn topprestaties moest leveren. Een omslachtig karwei, en kostbaar, omdat de regelzuchtige Formule 1-organisatie voorschrijft met welke luchtvaartmaatschappij dat moet gebeuren. Doordat Lotus het afgelopen halfjaar zijn eigen twee datacenters opnieuw heeft opgebouwd als een computercloud, is dat probleem opgelost. De servers kunnen voortaan in Engeland blijven om van daaruit vanaf elk circuit ter wereld te worden ingezet. Louis kan zijn IT-budget, toch al een indrukwekkende negen procent van het totaal, beter aan andere zaken besteden.
Simulatie
Aan de continue doorontwikkeling van de wagens zelf bijvoorbeeld. Doordat de Formule 1 buiten de raceweekends geen testritten toelaat, moeten de teams elk ontwerp en elk onderdeel testen in de windtunnel. Ook virtueel wordt getest. Krachtige computers simuleren het nieuwste auto-ontwerp en laten dat races uit het verleden rijden. Dat biedt veel verfijndere uitkomsten dan de nogal statische windtunnel, maar ook hier geldt weer dat het een huzarenstukje is om de massale hoeveelheden data alleen al drie maanden te bewaren. 'Al met al kunnen we in de loop van een seizoen week na week tienden van seconden op de rondetijden winnen. Dat loopt op tot twee seconden; het verschil tussen meedraaien in de top of onzichtbaar worden.'
Grenzen aan het budget
Om de taak van Lotus-ceo Louis nog ingewikkelder te maken, stelt de F1-organisatie grenzen aan het budget dat hij aan racegebonden activiteiten mag besteden, aan het aantal mensen dat zich ermee bezighoudt en zelfs aan het aantal uren dat Louis de windtunnel mag inzetten – met een schaalmodel op 60 procent van de werkelijke grootte. De snelheid waarmee de computersimulaties worden berekend is gemaximeerd op 40 petaflops. Ook dat dwingt Louis tot uiterste efficiëncy: 'we hebben nu met Intel een chip ontwikkeld, die bij minder berekeningen dezelfde resultaten oplevert. Een voorbeeld van hoe wij samen met onze partners nieuwe technologie ontwikkelen, die ook hen concurrentievoordeel kan opleveren.'
Extreem beveiligd
Daarom ook geeft Lotus zijn partners toegang tot alle data die het verzamelt, bewaart en ook zo goed mogelijk beschikbaar houdt. Kunnen die in het datapakhuis grasduinen? Louis kijkt zuinig: 'ze werken ook voor onze concurrenten, dus we geven ze toegang tot wat ze nodig hebben. Alle IT-systemen zijn bij ons extreem beveiligd, omdat we geen data willen 'kwijtraken'. USB-sticks zijn taboe, en een e-mailtje doet er soms 50 minuten over om het pand te verlaten vanwege de uitgebreide scanning op gevoelige informatie.'
Private cloud
Dat verklaart ook de reden waarom Lotus nog steeds zijn eigen kelders vult met zijn eigen hardware. Louis zet, in jargon, in op een private cloud: zijn IT-systemen zijn wel ingericht volgens de principes van cloudcomputing, maar hij deelt die niet met derden, zoals in de 'publieke' cloud van pakweg Microsoft gebeurt. Daar is de racemanager opvallend eerlijk over: 'Zonder cloud computing zouden we nooit kunnen doen wat we nu doen: we doen nu meer, terwijl we binnen het budget blijven. Ik zou zelfs het liefst overstappen op de publieke cloud. Dan geef ik al mijn mensen een iPad, smartphone of wat maar nodig is om de juiste data op het juiste moment ter beschikking te krijgen. Maar de extreme veiligheidseisen die we stellen verzetten zich daar tegen: ik heb nog geen managementsysteem gevonden dat de veiligheid van mijn data garandeert.'
Nieuwe regels, meer data
2014 wordt een cruciaal jaar voor de Formule 1, omdat de regels van het spel drastisch worden gewijzigd: de cilinderinhoud van de motoren wordt dan teruggebracht van 2.4 tot 1.6 liter. Voor Lotus, Renault en Louis' team betekent dat: terug naar de tekentafel, met nog meer data en ontwerpsoftware dan voorheen de race aangaan om voor het volgende seizoen een wagen te kunnen voorrijden met een nieuwe motor. Louis verzucht: 'Het is een lelijk woord, maar de Formule 1 is een strijd met twee klassen: de top 5, en de rest, die onmogelijk de ontwikkelingen bij kan houden. Maar dat is geen kwestie van geld of slimme IT alleen. Het draait nog altijd om de juiste mensen op de juiste plek te krijgen, en vervolgens goed samen te laten werken.'